PARTRIDGE: een groot Europees project voor patrijs en akkerbiodiversiteit

Hubertus Vereniging Vlaanderen is partner in het INTERREG-project PARTRIDGE. Dit project (2017-2023) wil laten zien dat er op het moderne platteland nog toekomst is voor de patrijs, mits een goed beheer. Aan het project werken verschillende organisaties mee uit Engeland, Schotland, Nederland, Duitsland en Vlaanderen. De Game and Wildlife Conservation Trust (Engeland) coördineert het project. In Vlaanderen zetten VLM, INBO, ECO2, INAGRO en HVV allen hun schouders onder het project. Het PARTRIDGE-project is een ambitieus project dat gesubsidieerd wordt door Europa via het INTERREG-project.

Dankzij de INTERREG–subsidie kunnen tien voorbeeldgebieden van minimaal 500 hectare optimaal ingericht worden voor de patrijs. In Vlaanderen liggen er twee voorbeeldgebieden: één in de West-Vlaamse polders (Ramskapelle) en één in het Oost-Vlaamse Meetjesland (Isabellapolder).

Het doel van het PARTRIDGE project is om tijdens het project de biodiversiteit van de voorbeeldgebieden met 30 % te verhogen.

Patrijs is de mascottesoort van het PARTRIDGE-project. De patrijs is immers een goede indicator van de ecologische toestand van landbouwgebieden. Als je een gebied optimaal inricht en beheert voor de patrijs, profiteren heel wat andere soorten mee: geelgors, veldleeuwerik, haas, …

Kwaliteitsvol habitat

Patrijzen hebben een leefgebied nodig waar ze het jaar rond voedsel en kwaliteitsvolle dekking kunnen terugvinden. In het moderne intensieve landbouwlandschap is dit vaak onvoldoende beschikbaar. De focus van het project ligt op het voorzien van een kwaliteitsvol habitat voor patrijs en andere akkervogels, op een manier die verenigbaar is met de moderne landbouwvoering.

Dit gebeurt in de eerste plaats via de beheerovereenkomsten rond akkervogels van de Vlaamse Landmaatschappij, die we op basis van de internationaal beschikbare kennis en expertise aanpassen zodat ze nog beter renderen voor de akkerfauna. Daarnaast is er in het project ook ruimte om te experimenteren met nieuwe, experimentele beheerovereenkomsten. Zo krijgen landbouwers in de beide demogebieden de kans om beheerovereenkomsten af te sluiten voor de aanleg en het beheer van fauna-akkers ingezaaid met ‘Göttingermengsel’, keverbanken en kleine groepjes struiken (laag struweel).

Landbouwers passen deze nieuwe en aangepaste beheerovereenkomsten toe op vrijwillige basis. Via lokale agrobeheergroepen worden ze maximaal bij het project betrokken: evaluatie van de praktische en landbouwtechnische kant van de beheerovereenkomsten, slimme oplossingen zoeken voor de aanpak van het beheer, vormings- en demomomenten, … De lokale jachtgroepen zorgen mee voor een kwaliteitsvol habitat. Dit doen ze door de inrichting en het beheer van eigen percelen, en in samenwerking met de lokale landbouwers en andere stakeholders.

Fotomateriaal: Eckhard Gottschalk, Universiteit Göttingen. De universiteit Göttingen ontwikkelde een mengsel dat succes oogstte bij patrijzen en een range van andere akkervogels. Dit mengsel wordt ook in Vlaanderen uitgetest via het PARTRIDGE-project.

Predatorcontrole en bijvoederen

De late winter is een zware periode voor heel wat akkervogels. Op de akkers en in de aangelegde maatregelen is dan vaak maar weinig voedsel te vinden. De voedertoestellen die door de jachtgroepen worden geplaatst en onderhouden, garanderen dat de patrijzen en andere akkervogels een noodzakelijk graantje kunnen meepikken.

Ook een goed uitgebouwde predatorcontrole is een belangrijk onderdeel van het beheer. De patrijs is als grondbroeder kwetsbaar voor predatie. Bij de aanleg van het habitat wordt aandacht besteed aan het voorkomen van predatie, onder andere door voldoende brede stroken dekking te voorzien en door de locatie van de habitatmaatregelen. Daarnaast is het ook noodzakelijk om belangrijke predatorsoorten zoals ratten, kraaien, eksters, vossen en verwilderde katten onder controle te houden. Dit gebeurt binnen het kader van de huidige Vlaamse wetgeving.

De lokale jachtgroepen in de beide demogebieden engageerden zich om extra aandacht te besteden aan bijvoederen en predatorcontrole. Ook hier worden kennis en ervaring van succesvolle projecten uit binnen- en buitenland, onder andere van de projecten van de Game and Wildlife Conservation Trust, uitgewisseld en meegekoppeld waar mogelijk.

Monitoring

De patrijzenpopulatie, en ook andere indicatoren voor de biodiversiteit in deze gebieden (oa. hazen en zangvogels), en de habitatkwaliteit zelf, worden nauwgezet opgevolgd in de voorbeeldgebieden en in twee ‘referentiegebieden’. De referentiegebieden zijn ongeveer even groot als de demogebieden en liggen in een gelijkaardig landschap, maar er worden geen extra inspanningen rond patrijs uitgevoerd in het kader van dit project.

De monitoring vindt plaats onder coördinatie van wetenschappers van het INBO. Voor de monitoring van jachtwildsoorten gebeurt dit in samenwerking met vrijwilligers uit de bij het project betrokken jachtgroepen.

De monitoring moet toelaten om het effect van de inrichting en het beheer van de demogebieden te evalueren. De gestandaardiseerde monitoringsacties vertalen de inspanningen van de lokale landbouwers en jagers naar concrete resultaten, en geven een richting aan waarin het beleid naar oplossingen moet zoeken.

Een doelstelling voor het beleid

Het PARTRIDGE-project stopt niet bij de inrichting en het beheer van de demosites, maar heeft ook de ambitie om een bijsturing door te voeren in het plattelandsbeleid van Europa en van de betrokken lidstaten.

Zo is het de bedoeling om nieuwe en aangepaste beheerovereenkomsten, die uit het project een meerwaarde blijken te hebben voor patrijs en akkerfauna én praktisch haalbaar zijn, in de toekomst breder toepasbaar te maken als beheerovereenkomst van de Vlaamse Landmaatschappij.

Het project omvat een socio-economisch luik dat diepgaande inzichten moet verwerven in de beweegredenen van landbouwers voor het al dan niet nemen van agro-milieumaatregen. De resultaten van deze socio-economische studie moeten helpen het plattelandsbeleid bij te stellen op zodanige manier dat landbouwers meer gestimuleerd worden om de biodiversiteit op hun landbouwland te verhogen.

Deelname van de jachtsector

De lokale jachtgroepen werken mee aan de inrichting en het beheer van de demogebieden, en aan de monitoring in zowel de demo- als de referentiegebieden.

Hubertus Vereniging Vlaanderen coördineert het luik rond bijvoederen en predatorcontrole in de Vlaamse demogebieden, en vormt de brug tussen de lokale jachtgroepen en het project. We zorgen voor een goede doorstroom van kennis en ervaring vanuit het project naar het terrein en vice versa. De in het project opgedane kennis vertalen we door naar Vlaams niveau, zodat jagers verspreid over Vlaanderen hiervan gebruik kunnen maken bij hun patrijzenbeheer.

Het project biedt ons als jachtsector de kans om de expertise rond patrijzenbeheer te vergroten. Daarnaast is het ook expliciet de bedoeling om met de resultaten van het project bijsturing door te voeren in het plattelandsbeleid van Europa en van de betrokken lidstaten. Ook daar denken we als jachtsector graag rond mee.

Een project als PARTRIDGE biedt dan ook een meerwaarde voor de patrijs in Vlaanderen.