De bestrijding van kraaiachtigen wordt sinds 2009 geregeld in bijlage 3 van het Soortenbesluit. De Vlaamse Regering vond het dan ook tijd om het Soortenbesluit en haar bijlagen te actualiseren. Het voorstel, dat op 15 januari een eerste keer principieel werd goedgekeurd, was een belangrijke stap in de goede richting. Op 17 juni volgde de definitieve goedkeuring in de Vlaamse Regering. Vandaag werd deze eindelijk gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het besluit is de 10de dag na publicatie van kracht! Hubertus Vereniging Vlaanderen vzw is tevreden met een positief en werkbaar soortenbesluit.

 

Het gepubliceerde besluit in het BS vindt u hier
Voor jagers zijn vooral bijlage 3 en 3/1 van belang. Deze teksten vindt u hier.

Met deze wijzigingen past de Vlaamse regering het soortenbesluit aan overeenkomstig de internationale wettelijke verplichtingen uit de Vogel- en Habitatrichtlijn. Het nieuwe voorstel voorziet in een administratieve vereenvoudiging, verruimt de bestrijdingsmiddelen en werkt een aantal interpretatie- en handhaafbaarheidsproblemen, op basis waarvan de bestrijding moeilijk uitvoerbaar werd, weg.
Bovendien wordt het toepassingsgebied van het soortenbesluit verruimd met het oog op uitvoering van de Europese Verordening 1143/2014 betreffende de preventie en beheersing van invasieve exoten. Het besluit krijgt een extra hoofdstuk 4/1 en bijhorende bijlage 3/1 waarin de bestrijdingsmogelijkheden voor deze uitheemse soorten worden opgenomen.

De nieuwe tekst bevestigt dat kunstmatige lokvogels én akoestische lokmiddelen bij de bestrijding ingezet kunnen worden. De rechtbekken mogen voortaan met alle vuurwapens, conform art. 9 en 10 van het Jachtvoorwaardenbesluit, bestreden worden. Daarnaast zal het gebruik van Larsen-kooien nu ook toegestaan worden voor het vangen van kraaien en kauwen en zal de ringplicht voor lokeksters, -kauwen en –kraaien vervallen. Voor elke aangemelde trechterval of Larsen-kooi mag de aanmelder twee levende lokvogels van de soort die hij beoogt te bestrijden in zijn bezit hebben. In de aanvraagprocedure moet geen kaart 1:10.000 of 1:25.000 meer bijgevoegd worden als de wildbeheereenheid of de individuele jager beschikt over een goedgekeurd jachtplan. U zal enkel nog het aantal in te zetten vallen of kooien moeten melden. Op die vallen en kooien zal u een weersbestendig plaatje moeten bevestigen waarop
de naam van de te bestrijden soort, het telefoonnummer van het agentschap alsook het jachtverlofnummer van de plaatser van de val leesbaar vermeld staan. Daarnaast moet u de volgende tekst op het plaatje vermelden: “Deze val is geplaatst conform de uitvoeringsmodaliteiten van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, bijlage 3”. Voor onafhankelijke jachtrechthouders en wildbeheereenheden kunnen de melding via het faunabeheerplan doen. Bovendien moet de melding niét meer overgemaakt worden aan de burgemeester en kan die de bestrijding niet meer beperken of verbieden.

De populaties van kraai en kauw zijn in de laatste decennia sterk gestegen. In de periode 1989-2007 steeg de kraaien- en kauwenpopulatie met respectievelijk 20 % en 30 %. Een dergelijke populatietoename heeft geleid tot een aanzienlijke stijging van de predatie, schade aan fauna en flora en schade aan landbouw en fruitteelt. Onderzoek toont aan dat predatorcontrole van kraai en ekster een positief effect heeft op wildpopulaties en op andere niet bejaagbare akker- en weidevogelsoorten zoals kievit en wulp. Een efficiënte predatorcontrole is dan ook zonder meer een must voor het behoud van onze Vlaamse biodiversiteit. Het aangepaste soortenbesluit zal een efficiënte bestrijding van rechtbekken nu mogelijk maken.

Dit nieuwsartikel delen:
RSS feed