Sven Sels, een jager uit Antwerpen, verzorgt in het HVV-ledenblad de reeks ‘Weidelijkheid’, waarin hij iedere maand kritisch nadenkt over ethische verantwoord gedrag in de jachtsector. Deze keer: hoe verdedigbaar zijn jachtreizen naar Afrika?

1. Situatie 

Karel is een ervaren jager die al vele jaren zijn eigen jachtveld beheert en daarbij weidelijkheid hoog in het vaandel voert. Een jaar lang beheren om daarna op duurzame wijze een overschot te oogsten is voor hem perfect te verantwoorden.

Wanneer een jachtvriend hem vraagt of hij geen zin heeft om samen een jachtreis naar Namibië te ondernemen, moet Karel daar toch even over nadenken. Het idee is aanlokkelijk, maar wat zullen de collega’s op het werk hiervan denken? Als er in de media over jachtreizen wordt gesproken, dan is het meestal in termen van rijke blanke jagers die uit zijn op grote trofeeën en voor veel geld weerloze bedreigde dieren gaan afknallen in Afrika.

Nog belangrijker dan de mening van anderen, is voor Karel zijn eigen geweten: hoe valt dit te rijmen met zijn principes van weidelijkheid?

Het is dan ook niet verkeerd om als jager even stil te staan bij het al dan niet weidelijke karakter van een jachtreis. Zoals met veel zaken is er ook hier geen kant en klaar antwoord.

2. Wettelijkheid

Wettelijk gezien stelt zich geen probleem zolang men er de buitenlandse wetgeving volgt. Hier kan men alleen maar vaststellen dat ook in het buitenland jacht zeer sterk gereguleerd is.

Daarnaast komt dat men steeds uit- en invoerpapieren nodig heeft indien men trofeeën mee naar huis wil nemen. Hiervoor geldt het CITES-verdrag van de Verenigde Naties dat de wereldwijde handel in wilde planten- en diersoorten regelt. Toch ziet men de laatste jaren dat bepaalde organisaties op Europees niveau trachten de invoer van buitenlands trofeeën sterk te beperken. De beweegredenen hierbij zijn echter veel meer ideologisch dan ecologisch.

3. Weidelijkheid

Met het criteria van duurzaamheid, zitten we dan ook meteen bij de kern van de zaak, namelijk, vormen jachtreizen een bedreiging voor bepaalde diersoorten of hun milieu? Wanneer dit het geval zou zijn, kan er onmogelijk van weidelijke jacht worden gesproken.

Juist om dit te garanderen, wordt de CITES-lijst regelmatig herzien en aangepast aan de stand van de verschillende populaties. Zo kan een land slechts een bepaald aantal CITES-licenties uitreiken zolang dit de populatie van een bepaalde soort niet in gevaar brengt.

Lokale farmers kunnen in Namibië echter legaal katachtige doden ter bescherming van hun vee en dit los van CITES. Wanneer diezelfde farmer echter de mogelijkheid heeft zijn afschot te verkopen aan een buitenlandse jachtgast, dan compenseert dit niet alleen zijn gelede schade, het gaat er ook voor zorgen dat zijn aanpak gaat veranderen van louter bestrijding naar beheer.

Bepaalde jachten gaan zelfs nog verder en engageren zich om een bepaald percentage van de opbrengst te investeren in de lokale bevolking en de bescherming van het milieu. Zo erkennen ook wetenschappers en organisaties als het WWF dat jacht een positieve impact kan hebben, niet alleen op de bejaagde soort, maar ook op hun leefmilieu en de lokale bevolking. Een mooi voorbeeld hiervan is het ‘Erongo Verzeichnis’ dat werd opgericht door de bekende beroepsjager en auteur Kai-Uwe Denker. Het gaat hierbij om een soort keurmerk voor trofeeënjacht waarbij sterk de nadruk ligt op weidelijkheid en jacht bekeken wordt als toegepaste natuurbescherming.

Hiervoor worden de volgende
criteria gehanteerd:

  1. er wordt enkel gejaagd op wild in zijn oorspronkelijk verspreidingsgebied;
  2. er wordt enkel gejaagd in gebieden die het wild de mogelijkheid bieden aan de jacht te ontsnappen buiten de grenzen van dit gebied i.e. geen raster;
  3. er wordt enkel gejaagd in gebieden waar nog minstens een soort grote predator voorkomt;
  4. duurzaamheid neemt een zeer belangrijke plaats in. Daarom komen alleen trofeeën in aanmerking van oudere dieren die hun bijdrage tot de voortplanting reeds geleverd hebben.

Tegenstanders verwijzen altijd graag naar de bedragen die door jagers betaald worden om bepaalde soorten te bejagen. Vaak zijn deze bedragen dan ook nog eens sterk overdreven.

Wat men daarbij echter niet mag vergeten, is dat een groot deel van dit geld uiteindelijk gebruikt wordt voor beheerwerken en zaken zoals beteugeling van stroperij, zaken waarvan ook andere diersoorten mee profiteren. Zo zijn Namibië en Zuid-Afrika niet toevallig de enige landen in Afrika waar de wildbestanden de laatste decennia zijn toegenomen.

Daarnaast vloeit er meestal ook een deel naar de lokale bevolking. Op die manier krijgt het wild voor hen ook een waarde wat weer motiveert tot de bescherming van soort en milieu. Zo is in Botswana berekend dat het budget dat wordt uitgegeven door de gemiddelde jachttoerist rond de 10.000 dollar ligt. Dit is vele malen hoger dan bij traditioneel (foto)toerisme het geval is. Dit is een van de redenen waarom het land vorig jaar het jachtverbod voor buitenlanders weer heeft opgeheven.

Wat duurzaamheid betreft, zijn de meeste jachtreizen perfect verenigbaar met weidelijkheid.

Als tweede criteria moeten we kijken naar de respectvolle omgang met wild, milieu en medemens. Dit hangt grotendeels van de instelling van de jager zelf en hoe hij omgaat met zijn prooi, het milieu en de mensen die hem op de jacht begeleiden en bijstaan. Foto’s van blanke jagers die poseren boven op hun prooi getuigen van weinig respect en het is normaal dat mensen er aanstoot aan nemen.

4. Hoe mij te gedragen? 

  1. Belangrijk is vooral om vooraf goed te informeren aangaande de aanbieder of reisorganisator en eventueel referenties aan te vragen: waar wordt gejaagd, met wie en vooral hoe wordt er gejaagd? Wanneer blijkt dat men jaagt op speciaal daarvoor gekweekt wild of een zogenaamde ‘canned lion’, dan is weidelijkheid duidelijk ver te zoeken.
  2. Wanneer men ter plaatse toch met malafide praktijken wordt geconfronteerd, ga er dan niet in mee. Uiteindelijk is het de jager zelf die beslist al dan niet te schieten. Laat je hierbij niet door een ‘guide’ of ‘stalker’ onder druk zetten. De meeste jachtreizen zijn niet goedkoop en niemand komt graag met lege handen thuis, maar soms is het beter de eer aan zichzelf te houden dan mee te gaan in malafide praktijken. Jacht kent geen garanties en, niet geschoten is ook gejaagd.
  3. Een jachtreis is een prachtige kans om meer te leren over een land, de bevolking en de natuur. Tracht daarom best zo veel mogelijk jachtbeleving te krijgen voor je geld en dan heb ik het niet over het aantal stuks. Wanneer men jacht beperkt tot het schot, dan mist men het opsporen en verschalken van het wild, zaken waaruit men veel meer voldoening kan putten dan een welgemikt schot.
  4. Al is men duizenden kilometer van huis, als regel mag gelden dat wat men in eigen revier als onweidelijk zou beschouwen, dat in het buitenland evenzeer is.

Wanneer men dit in het achterhoofd houdt, spreekt er, vanuit het perspectief van weidelijkheid, niets tegen een jachtreis in het buitenland.

Dit nieuwsartikel delen:
RSS feed