Veiligheid voor alles

Er zijn drie zaken belangrijk tijdens de jacht: veiligheid, veiligheid en veiligheid.

Veiligheid is voor zowel de organiserende als de deelnemende jager prioriteit nummer één. Veiligheid is niet enkel naar jagers onderling, maar ook naar andere gebruikers van het buitengebied toe onmisbaar.

Deze gids heeft als doel om het risico op jachtongevallen tot een minimum te beperken. Elk jachtongeval is er één te veel. Het is een drama dat twee families treft: die van het slachtoffer en die van de veroorzaker.

Veilige omgang met wapens wordt er tijdens de jachtopleiding ingedramd en er wordt door de Vlaamse Overheid op geëxamineerd. Het slagen voor het Vlaamse jachtexamen en het bekomen van een jachtverlof mag qua handelingsbekwaamheid geen eindpunt zijn. Elke keer dat een jager zijn wapen uit de kast neemt moet hij/zij beseffen dat het een instrument is dat geen argeloos gebruik tolereert.

Beste jager, beste wildbeheerder: neem de aanbevelingen van Hubertus Vereniging Vlaanderen in deze gids ter harte en wees u bewust van de bevoorrechte positie die u in onze Vlaamse natuur bekleedt. De jacht is zo oud als de mensheid zelf en wondermooi. Vergissingen zijn eveneens zo oud als de mensheid, draag er daarom zorg voor dat risico’s tot een minimum beperkt blijven en dat u zichzelf niet betrapt op onverantwoord gedrag.

(Wapen)wetgeving

Het bezit, de opslag, het transport, het dragen en het gebruik van vuurwapens bestemd voor de jacht is aan strenge regels gebonden, verankerd in Europese en Belgische wapenwetgeving en in de Vlaamse en Waalse jachtregelgeving.

Het is niet de bedoeling van deze gids over veiligheid bij de jacht om een overzicht te geven van alle relevante details inzake (wapen)wetgeving, maar wel om te focussen op veiligheidsregels die van toepassing zijn op het bezit, de opslag, het transport en het gebruik van vuurwapens bestemd voor de jacht.

Waar relevant werd er verder in de tekst een link gelegd tussen wetgeving en veiligheidsregels.

Meer informatie kan je terugvinden op de website van Wapenunie Online.

Voorbereiding op het jachtseizoen

Zowel het hagel- als het kogelgeweer moeten gecontroleerd worden vooraleer men er het veld mee kan intrekken. Een hagelgeweer is daarbij eenvoudiger door het ontbreken van optiek.

Voor gebruik controleert men de drie stukken van het hagelgeweer: lopen, voorhout en kolf. Het hout wordt gecontroleerd op barsten, de metalen onderdelen worden gecontroleerd op roest en pitting (= vergevorderde roest waardoor er putjes in het metaal gevreten zijn).

Een loop waarin inwendig putjes geroest zijn geeft een onzeker schotbeeld en betekent een veiligheidsrisico. Het veiligheidsmechanisme van het ongeladen wapen wordt gecontroleerd op werking én de schutter controleert de trekkerdruk om deze weer in de vingers te krijgen.

Het kogelgeweer of karabijn wordt eveneens gecontroleerd op roest. Men controleert de correcte werking van de grendel. Om weidelijke schoten te kunnen plaatsen, controleert men de afstelling van de optiek en het schotbeeld door te oefenen op een schietschijf.

Indien men niet zeker is over de werking van het wapen gaat men langs bij een erkend wapenmaker voor advies.

Veiligheid thuis

Men schaft bij voorkeur een wapenkluis aan en deelt de sleutel of de code met niemand. Hanteren van het wapen door derden is onwettig en zo wordt ook vermeden dat anderen handelingen doen aan het wapen die niet bekend zijn bij de gebruiker, zoals:

  • de veiligheid afzetten,
  • de richtkijker ontregelen of
  • het wapen laden.

De wapens en de munitie moeten bewaard worden op een plaats die geen uiterlijk kenteken draagt dat er zich een wapen of munitie in bevindt. De bedoeling van deze regel is dat men onbevoegden niet de weg wijst naar een plaats waar wapens opgeslagen liggen.

De wapens en de munitie dienen steeds buiten het bereik van kinderen te worden bewaard.

veiligheid thuis

Veilig vervoer

Vooraleer men het wapen transporteert doet de gebruiker een paar controles. Men controleert of het wapen compleet en ongeladen is. Men controleert of de slagpinnen ontspannen zijn (door middel van dummy patronen) en zet de veiligheid ‘aan’ vooraleer het wapen in het foedraal of de wapenkoffer gaat.

De wapens moeten ongeladen zijn, de laders dienen leeg te zijn. De laders kunnen dus niet thuis worden gevuld. In de wagen mag het wapen niet in het zicht liggen en het moet buiten handbereik worden vervoerd in een slotvaste koffer of etui of het wapen moet onbruikbaar zijn gemaakt door een veiligheidsslot of door het wegnemen van een voor zijn werking essentieel onderdeel.

De munitie moet veilig verpakt worden (in een munitiedoosje). Bij vervoer met een motorvoertuig moeten de etuis met het wapen en de munitie in de slotvaste koffer van het voertuig worden vervoerd. Dit is niet van toepassing op het jachtterrein.

Het voertuig mag niet onbewaakt achterblijven terwijl de wapens erin opgeslagen liggen. Het is daarom aangeraden om in de onmiddellijke nabijheid van de schietstand te parkeren, bij voorkeur in het zicht van bijvoorbeeld de cafetaria. Het is onvoorzichtig om een voertuig ver van de stand te parkeren, zonder enig toezicht, terwijl er een wapen in is opgeslagen.

Indien men zich per auto naar de jacht begeeft, worden zowel wapens als munitie op een veilige plaats opgeborgen. Indien het materieel mogelijk is moet dit in de slotvast afgesloten koffer van het voertuig.

Verplaatsing tijdens de jacht

De wapens mogen pas boven gehaald worden bij het eigenlijk begin van de jachtpartij. Wanneer de jager zich verplaatst naar zijn post of de startpositie draagt hij het hagelgeweer steeds gebroken en de karabijn met open grendel.

Een jager in jagende houding draagt het hagelgeweer schotbereid. Schotbereid is een gesloten wapen waarvan de veiligheid opgezet is. Pas wanneer men gaat schieten, wordt de veiligheid afgezet. Passeert de kans op het schot, dan wordt de veiligheid terug opgezet of wordt het wapen eventueel gebroken. Gesloten hagelwapens moeten ongeacht of ze geladen/ongeladen zijn of de veiligheid aan/uit staat altijd behandeld worden als geladen ‘scherpe’ wapens. De loop wordt tijdens het breken en sluiten altijd in een veilige richting gehouden.

Karabijnen worden altijd meegedragen hangend aan een riem met de loop naar boven gericht en de grendel zichtbaar open. Bij wapens met uitneembare lader wordt deze tijdens een verplaatsing te voet verwijderd en in een jaszak bewaard. Bij slecht weer wordt de loopmond voorzien van een kapje om bezoedeling van de loop (en dus het schotbeeld) te voorkomen. Kiploopbuksen worden, net als hagelwapens, gebroken gedragen.

Onderhoud

Om een wapen meester te zijn moet de schutter alle onderdelen van het wapen begrijpen en kunnen beoordelen op werking. De jager neemt daarom regelmatig zijn wapen uit elkaar en controleert de courante onderdelen op slijtage.

Om roest en pitting in de lopen van hagelwapens te voorkomen, moeten deze behandeld worden met wapenolie. Na elke jachtpartij moeten de kruitresten uit de loop verwijderd worden en het metaal ingevet worden.

De loop van een karabijn heeft trekken en velden. Bij bezoedeling door roest wordt het schotbeeld aangetast. Indien men ervoor kiest om de karabijnloop met olie te behandelen is het essentieel om de overtollige olie te verwijderen met een lopenborstel. Na het reinigen van de lopen moet het schotbeeld gecontroleerd worden op een schietschijf.

De lenzen van de richtkijker op een karabijn moeten regelmatig zuiver gemaakt worden met producten die de fabrikant voorziet. Indien de richtkijker beschikt over een verlicht punt doet men er goed aan om de batterij regelmatig te vervangen om oxidatie te voorkomen.

Ook hulpmiddelen als verrekijker, afstandmeter, schietstok, warmtebeeldkijker, … vergen onderhoud. Het onderhoud van de verrekijker is vergelijkbaar met deze van de richtkijker. Een afstandmeter en warmtebeeldkijker worden geregeld gecontroleerd op correctheid. Een schietstok kan relatief eenvoudig zelf gemaakt worden maar moet volgens de regels van het gezond verstand sterk en betrouwbaar zijn

Algemene veiligheidsregels

  1. Draag fluorescerende of oranje kledij,want zowel drijvers als jagers moetenelkaar te allen tijde kunnen zien.
  2. Laad het wapen steeds met de lopennaar de bodem gericht. Bij het ladentrekt men de kolf naar boven enbrengt men niet de lopen naar boven.
  3. Hindernissen worden genomen metgebroken én ontladen wapen. Idealiter geeft men hetontladen wapen aan een medejager die reeds dehindernis genomen heeft. Controleer na het nemen vaneen hindernis en bij het laden altijd of de lopen vrij zijnvan obstructie.
  4. Het wapen wordt nooit onbeheerd achtergelaten, ookniet voor enkele tientallen seconden.
  5. Het gesloten wapen mag nooitop personen, honden, voertuigen,bouwwerken, … gericht zijn. Ook niet alshet ontladen is.
  6. Men brengt de vinger pas naar detrekker wanneer men een stuk wild wilaanspreken.
  7. De veiligheid staat altijd op. Paswanneer men een stuk wild wilaanspreken drukt de duim deveiligheid af.
  8. Gebruik enkel correcte en toegelatenmunitie van goede kwaliteit. Het bijzich hebben van verschillende kalibers(vb. kaliber 12 en 20) tijdens eenzelfdejachtdag is levensgevaarlijk.
  9. Controleer of de draagriem nog ingoede staat is en of alle gespencorrect gesloten zijn.
  10. Wees je bewust van de omgevingen alle objecten in het traject vande hagelkolom (hoe ver ze soms ooklijken).
  11. Bij mist of beperkt zicht is het geen schande om eenjachtdag te staken of te annuleren.
  12. De regelgeving verbiedt om binnen een straal van150 meter in de richting van gebouwen te schieten.Respecteer deze regel en vergewis u ervan dat het geluidvan het schot veel verder draagt.
  13. Zorg dat er steeds een EHBO-kit binnen handbereik is.Experimenteer op voorhand met de inhoud en volg eenerkende EHBO-cursus.
  14. Alcohol en andere verdovende middelen gaan niet samenmet verantwoordelijke omgang met wapens.

Jacht in open veld en bos

Vederwild, zoals fazant en patrijs,kunnen laag over de grond scheren.Bij dergelijk laagvliegend wild is extraaandacht geboden.

Schiet nooit door hagen of struikenaangezien men niet weet wie of water zich achter de vegetatie bevindt.

Jaag nooit voor de voet met eenwapen in dichte begroeiing zoalsbramen, netels, varens, … Obstakelsen hindernissen zoals grachten enboomstronken kunnen daarin nietgezien of ingeschat worden waardoorde schutter kan vallen en het schotkan afgaan.

Jacht zonder jachthonden is als een hond zonder staart.Slecht opgeleide honden kunnen echter gevaarlijk zijn naarschutters en andere jachthonden toe.

Bij gedreven jagen houden de drijvers de linie aan en dragenze net als de jagers fluorescerende kledij. Ze maken hunpositie eveneens kenbaar door gebaren en geluid.

Het wild mag enkel gevolgd worden met het geweer alsdit geen conflict oplevert met drijvers, jagers, wandelaars,honden, gebouwen, … die zich in de schotlijn zouden kunnenbevinden.

Jacht op waterwild

Wanneer een wateroppervlakte meerdan 3 ha bedraagt, moet men nietvoldoen aan de 40 ha regel om met hetgeweer waterwild te bejagen. Deze regelvraagt bijzondere aandacht voor huizen,wandelwegen, gebouwen, asfaltwegen, …die vlak bij het jachtgebied kunnen liggen.

Een schot net boven het wateroppervlakteis niet toegelaten aangezien de hagel (enal zeker staalhagel) zal afketsen en eldersterecht komen.

Wanneer men jaagt vanuit een hutbrengt men de wapens ongeladen engebroken binnen. Pas op het laatstemoment wordt het geweer geladen engesloten.

Aanzitjacht

Alvorens de aanzitladder te bestijgen,controleert de jager de staat van deconstructie. Slijtage, rot, (onopzettelijke)sabotage, … zijn niet ondenkbaar bijconstructies die onbeheerd in hetbuitengebied staan.

Het karabijn wordt met de grendel open en ongeladen aan hetlichaam gehangen. Een uitneembare lader, ook al is die leeg,bevindt zich niet in het wapen. Tijdens de beklimming behoudtde jager steeds drie contactpunten met de ladder (tweehanden en één voet of één hand en twee voeten).

Eens boven en zodra de jager zit, wordt de karabijn in eencomfortabele positie gezet met de loop naar boven gericht.De jager controleert de omgeving en vergewist zich vanpotentiële risico’s (wandelweg, openbare weg, donkerehoek in het bos, glooiing in het landschap, …). Eens deomgeving gecontroleerd is mag geladen worden en mag erdoorgegrendeld worden.

Bersjacht

Bersjacht is de enige jachtvormwaarbij het geoorloofd is om zich tevoet met een karabijn te verplaatsenwaarbij de lader met kogelsingebracht zijn in het geweer.

Pas wanneer de jager een stukziet dat hij/zij wil schieten wordter gegrendeld en kan het schotvertrekken.

Kogels dragen honderden metersverder dan hagelpatronen. Ineen vlak landschap zijn demogelijkheden tot bersjacht eerderbeperkt. In een glooiend landschap,waarbij kogelvang perfect mogelijkis, vergewist de jager zich eerst opwelke locaties er geschoten kanworden en op welke locaties zekerniet. Hij/zij past zijn bersparcoursook aan aan deze locaties.

De schutter beseft steeds dat andere natuurgebruikers(wandelaars, fietsers, ruiters, fotografen, …) zijn parcourskunnen kruisen en houdt hier dan ook rekening mee. Opgelet:deze natuurgebruikers dragen niet altijd opvallende kledij,integendeel.

Drukjacht

De drukjacht wint door de aanwezigheidvan everzwijnen aan populariteit inVlaanderen. Aangezien er meestal veeldeelnemers zijn, dringt een strakkeorganisatie zich op.

De organisator houdt daarom eenaanwezigheidsregister bij met daaropde namen en telefoonnummers vanalle personen die deelnemen aan dejachtactiviteit.

Met het oog op de verenigbaarheidmet andere activiteiten wordenwaarschuwingsborden voor de activiteitgeplaatst aan de toegangen van hetgebied waarin de jacht plaatsvindt.

In Vlaanderen gelden nogbijkomende voorwaarden,zie daarvoor het Jachtvoorwaardenbesluit.

De posteur posteert elke schutterpersoonlijk en maakt duidelijk inwelke veilige richtingen er geschotenmag worden. Hij geeft eveneensspecifieke veiligheidsvoorschriftenmee voor die post (vb. stuk asfaltmet risico op ricochet).

De geposteerde jagers dragen eenfluorescerend hesje of oranje jas en makenindien mogelijk door middel van gebarenhun positie aan elkaar duidelijk.

De trakkers dragen eveneensfluorescerende of oranje kledij. Schiet nooitin de richting of in de buurt van trakkers(of wandelaars). Wees bewust dat er teallen tijde trakkers of wandelaars (zonderopvallende kledij) in de buurt kunnen lopen.Schiet daarom nooit in een dichte dekkingwaar het zicht niet toelaat om een veiligschot te plaatsen.

De kansel wordt niet verlaten tijdens de jachtactiviteit ende schutters blijven tot het afgesproken tijdstip op hun poststaan. In wachtende houding, staand of zittend, is de loop vanhet wapen steeds naar de bodem gericht. Wanneer men jaagtvan op een kansel kan het wapen ook naar boven gericht zijn.Het wapen wordt nooit platgelegd op de kansel.

Te allen tijde moet de veiligheid aanstaan, tenzij er wild gezienof gehoord wordt.

Men schiet enkel wanneer men het dier duidelijk kanaanspreken.

De jager zorgt dat hij/zij altijd zeker is van kogelvang. Dit wilzeggen dat de schietrichting en -hoek altijd voorziet dat dekogel wordt begraven in de grond. Een struik, boom of het dierzelf geldt niet als kogelvang.

Een voorspanner, eenzogenaamde stecher, wordt niet gebruiktbij de drukjacht.

Richtkijkers beperken het gezichtsveld, kies daarom best eenminimumvergroting niet groter dan 4x.

De schutter vergewist er zich van dat vlak achter het stukwild dat hij/zij wil schieten een jachthond of drijver kan lopen.

Bij het afblazen van de jacht/bij het afgesproken einduur vande jacht worden de wapens onmiddellijk ontladen en pas danverlaat men de kansel. Hoe mooi de kans ook is, er wordt danniet meer geschoten.

Indien een dier is aangeschoten en niet meteen dodelijkverwond is, zoekt één aangeduide persoon met ervaring datstuk na. De schutter gaat zelf niet op zoek en beperkt zich totaanwijzingen aan de nazoeker.

Drijfjacht

De veiligheidsregels voor drukjacht geldeneveneens voor drijfjacht. Daarbovenop geldt: Maaku d.m.v. gebaren kenbaar aan uw buur links enrechts en wacht op bevestiging.

De schutters respecteren de hoek van 30° waarinze niet richting hun buurjagers schieten. Idealiterheeft de organisatie duidelijk gemaakt in welkerichtingen geschoten mag worden en van waar deveilige hoek van 30° begint.

De hoek is eenvoudig te bepalen door 5 stappenin de richting van uw buur te stappen, vervolgens3 stappen loodrecht weg van de drift. Er bestaan(oranje) piketten die geplaatst kunnen worden omde hoek te visualiseren.

Er wordt nooit geschouderd, gemikt of geschotenin de richting van de drift of binnen een hoek diekleiner is dan 30° t.o.v. de buurjager. Doorzwaaienmet een gesloten, geladen geweer is verboden.

Men schiet pas op een stuk wild eens het uitde drift en voorbij de schietlijn gelopen is en deveilige hoek van 30° gepasseerd is.

Het gebruik van radio-apperatuur voorde jacht wordt aanbevolen. In Belgiëdient die voorzien te zijn van een geldigeradiolicentie uitgereikt door het BIPT.

Oogstjacht

Oogstjacht kan men vergelijken met aanzitjacht. Deveiligheidsvoorschriften die gelden bij een aanzitjacht zijneveneens van toepassing op een oogstjacht.

Bij gebruik van kogelpatronen (ook voor gladloopwapens) zijnkansels onontbeerlijk.

Bij oogstjacht wordt er geen bos of ruigteuitgedreven maar is het een perceel maïs,olifantengras, koolzaad… dat bejaagd wordt.

Meestal zijn er bij oogstjacht geendrijvers. De schuttersdragen uiteraard welfluorescerende kledij enmaken elkaars positie aanelkaar duidelijk.

In tegenstelling tot drukjacht is oogstjacht een behoorlijkagressieve manier om wild in beweging te zetten. Wild zal hetperceel hoogvluchtig verlaten. Een correcte optiek en oefenenin de schietkino zijn daarom onontbeerlijk.

Goede afspraken over de plaatsing van de jagers, derondgang van de machines en de wachtzone van de trekkerszijn belangrijke aspecten om de oogstjacht optimaal doch inalle veiligheid te laten verlopen.

Bij oogstjacht is het vaak zo dat het wild pas bij de laatstewerkgangen het perceel zal verlaten. Bereid de schutters dusvoor op een geduldige aanzit.

Jacht bij nacht in Vlaanderen

Sinds de komst van everzwijnenmogen jagers ’s nachts bijzonderejacht uitvoeren. Ze melden dit aanhet Agentschap voor Natuur enBos. Aanzitjacht is de enige vormvan bijzondere jacht die bij nacht istoegestaan. Vanop een jachtkanselis het eveneens de veiligste vormaangezien het risico op afketsenverkleint indien niet te ver geschotenwordt. De veiligheidsregels die gelden voor aanzitjacht gelden dus ook hier.

Tijdens de nacht en onder kunstmatig licht kan ons zichtbedriegen. Onze ogen hebben gemiddeld 30 minuten nodigom zich aan de duisternis aan te passen. Vooraleer men schietzal men 100% zeker moeten zijn dat de omgeving veilig is.Eerst het stuk beoordelen, pas na zekerheid van het juistestuk wild, het stuk aanspreken en dan pas schieten.

De huidige wetgeving laat voor de bijzondere jacht ‘s nachtsenkel toe om gebruik te maken van lampen, al dan nietgemonteerd op het karabijn. Het gebruik van nachtzicht- enwarmtebeeldkijkers die gemonteerd kunnen worden op hetwapen is niet toegelaten volgens de federale wapenwet.Nachtzicht- en warmtebeeldkijkers of een lamp los van hetwapen gebruiken, kan wel.

De locaties waar er ’s nachts aangezeten wordt,moeten ver verwijderd zijn van publiektoegankelijke paden. Idealiter wordt erop ontoegankelijke percelenaangezeten waar op geenenkel tijdstip andere personenmogen komen.

Nachtzicht- enwarmtebeeldkijkers dieuitsluitend bestemd zijnvoor observatiedoeleinden -zogenaamde handkijkers – zijn niet verboden. Dit zijn zelfsonmisbare hulpmiddelen bij bijzondere jacht ‘s nachts. Deschutter kan hierdoor het wild van zeer ver zien aankomenen reeds controleren of het een stuk is dat hij/zij wilschieten. Het is eveneens een handig hulpmiddel om anderenatuurgebruikers en hun dieren (vb. honden) te ‘zien’ in deduisternis. Ook al zit de schutter in de meest ontoegankelijkepercelen, hij/zij moet te allen tijde rekening houden metwandelaars, honden, katten, fietsers, … die op de meestonmogelijke uren opduiken in het jachtveld.

Het is belangrijk om een dergelijk apparaat door en doorte kennen. Test alle functies van de kijker en oefen thuisuitvoerig. Experimenteer met de verschillende weergavesom te zien welke instelling het duidelijkste beeld geeft voorgebruik in de jachtpraktijk.

Jacht bij nacht in het buitenland

met nachtzicht- of warmtebeeldrichtkijker

Onder bepaalde omstandigheden mag men in het buitenland- bijvoorbeeld in Duitsland – gebruik maken van nachtzichtenwarmtebeeldrichtkijkers die op het geweer gemonteerdkunnen worden. Dit speciaal voorrecht verplicht de jager totextra veiligheidsmaatregelen.

De gebruiker van dergelijke optiek zal zich eerst bekwamenin het beeld dat de kijker kan geven. Net als bij in de handgehouden warmtebeeldkijkers experimenteert hij/zij metde instellingen en leert men het apparaat kennen in eenstressvrije omgeving. De jager vergewist zich ervan dat mennaar een digitaal beeld kijkt dat niet altijd feilloos is. Bij hetaanspreken van het wild moet hij/zij zeker zijn dat de ganseomgeving veilig is en dat men schiet op dat stuk wild dat menwil treffen.

Het is ook belangrijk om te beseffen dat warmtebeeldgeen dieptezicht geeft en zowel de grote van het dierevenals de afstand waarop het zich bevindt, zeer moeilijkin te schatten is. Vandaar het belang van terreinkennis ende verantwoordelijkheid om gasten correct te posteren.Wanneer men een nachtzicht- of warmtebeeldrichtkijker voormontage aanschaft (vergewis er u van dat het bezit in Belgiëhiervan strafbaar is) is een opnamefunctie onmisbaar omhet geplaatste schot te controleren. Werd het dier correctgetroffen? Naar waar sprong het af? Zie ik longzweet?…Daarnaast is het een hulpmiddel om aan te tonen dat hetgegeven schot vanuit het oogpunt van de jager een veilig enweidelijk schot was.

Ongevallen en wetgeving

Indien men de stappen in de vorige punten naleeft en opvolgt, zijn deze laatste pagina’s waarschijnlijk overbodig. Dit is het gedeelte waarvan gehoopt wordt dat men het nooit nodig zal hebben.

Strafrechtelijke aanpsrakelijkheid

Artikel 418 van het Strafwetboek bepaaltdat ‘schuldig is aan onopzettelijk dodenof aan onopzettelijk toebrengen vanletsel is hij/zij die het kwaad veroorzaaktdoor gebrek aan voorzichtigheid ofvoorzorg, maar zonder het oogmerk omde persoon van een ander aan te randen.’

Meestal komt het bij een jachtongevalniet tot een strafonderzoek daar hetgaat om een spijtige samenloop vanomstandigheden waarbij de belangenvan de maatschappij niet in het gedrang komen.

Wanneer er voldoende elementen zijnkan het parket na een jachtongeval eenstrafonderzoek openen. Na dit onderzoekzal er geoordeeld worden of er voldoendebezwaren voorhanden zijn om de schutterte vervolgen voor de strafrechter wegensinbreuk op artikel 418.

Wanneer het parket oordeelt dat de feitendermate ernstig zijn, dringt een vervolgingzich op. De schutter zal vervolgd wordendoor de Correctionele rechtbank en derechter kan, indien de feiten bewezenzijn, een geldboete en gevangenisstrafopleggen. Het is eveneens mogelijk dat destrafrechter de feiten wel als bewezen acht,maar opschorting van uitspraak verleentwaardoor er geen melding wordt gemaaktop het uittreksel strafregister.

Wanneer het tot een veroordelingkomt en die dus vermeld wordt ophet uittreksel strafregister, is hetnog steeds aan het oordeel van dearrondissementscommissaris om hetjachtverlof af te leveren of te weigeren.Wanneer er een vermoeden is dat dejachtverlofaanvrager slecht gebruik van hetwapen kan maken, kan de afgifte van hetjachtverlof worden geweigerd.

Burgerlijke aanpsrakelijkheid

De artikelen 1382 – 1383 van het Burgerlijkwetboek bepalen dat indien iemandals gevolg van een fout, nalatigheid ofonvoorzichtigheid schade veroorzaakt ener een oorzakelijk verband is tussen diefout en de schade, men deze schade moetvergoeden.

De vraag of er een oorzakelijk verbandis tussen een fout, nalatigheid ofonvoorzichtigheid en de schade, kangesteld worden in een procedure voor destrafrechter. Deze vraag kan ook gesteldworden in een burgerlijke procedure.

Om een objectief beeld te krijgen vanhet jachtongeval, is het belangrijkom meteen na het ongeval de nodigevaststellingen te laten doen. Hierdoorworden de omstandigheden van hetongeval vastgelegd. Dit kan gebeuren viaeen proces-verbaal in het kader van eenstrafonderzoek of door een deskundige inhet kader van een burgerlijke procedure.

Verzekering

Om de financiële gevolgen van eenjachtongeval op te vangen, moet menzich verplicht laten verzekeren. Deverzekering dekt minimaal de burgerlijkeaansprakelijkheid voor ongevallen dielichamelijke en materiële schade aanderden veroorzaken en die het gevolg zijnvan het dragen en gebruiken van wapenstijdens en onderweg naar de jacht.

De verplichte verzekering burgerlijkeaansprakelijkheid heeft een minimaledekking van 125.000€ voor elk verzekerdvoorval. Dat bedrag kan tot 12.500€beperkt worden voor de materiële schade.

Een jager die extra verzekerd wil zijnvoor o.a. schade aan dieren, goederenvan derden, schade veroorzaakt doorde jachthond, schade veroorzaaktdoor honden van genodigden, diefstal,rechtsbijstand, als organisator vanjachtpartijen, enz. wendt zich best tot zijnverzekeringsmakelaar om de mogelijkhedente bespreken.

Download deze gids