‘Zonder belangenvereniging staan jagers nergens meer.’ Dat zeggen Edouard Godts en Nicolas Van Isterdael, de twee nieuwe leden van het bestuur van Hubertus Vereniging Vlaanderen. Een kennismakingsgesprek.

Een aantal leden kennen jullie al en voor een aantal anderen zijn jullie nieuw. Beschrijf eens wie jullie zijn.

Nicolas: Ik ben geboren en getogen in de regio Aalst – Ninove, in 1971. Van opleiding en beroep ben ik ingenieur, actief in de bouwsector met een eigen studiebureau. Ik jaag actief sinds 16 jaar in de ruime regio van Aalst tot Geraardsbergen. Zelf was ik een aantal jaar secretaris en voorzitter van WBE Dendervallei en ben reeds geruime tijd lid en bestuurder van het HVV Provinciaal Comité Oost-Vlaanderen.

Edouard: Geboren en getogen te Leuven, in 1954. Van opleiding ben ik ingenieur en actief in de engineering. Mijn professionele carrière bestaat erin totaalprojecten voor de farmaceutische sector te realiseren: proces, elektro/instrumentatie en automatisatie projecten. Ik jaag reeds tientallen jaren. Als ‘tienerdrijver’ heb ik de eerste besmetting opgelopen en ben dan eenmaal volwassen volledig besmet geraakt met het jachtvirus.

Ik was eerst provinciaal bestuurder van De Vlaamse Jager. (Nvdr: niet te verwarren met het HVV-ledenmagazine; dit was vroeger een belangenvereniging naast de Koninklijke Sint-Hubertusclub van België, KSHCB). Na de fusie met de KSHCB ben ik bestuurder geworden van de KSHCB Vlaams-Brabant, wat nadien Hubertus Vereniging Vlaanderen Vlaams-Brabant vzw geworden is. Ik ben steeds provinciale bestuurder gebleven.

Tevens heb ik in Vlaams-Brabant een opleiding voor jachthonden op poten gezet. Deze draait nu reeds vijftien jaren. Een initiatief waar veel leden verheugd zijn met hun behaalde resultaten.

Een nieuwe uitdaging in jullie carrière in het verenigingsleven. Welk gevoel geeft dit jullie?

Nicolas: Het is steeds leuk en uitdagend om mee te kunnen bouwen aan een vereniging. Persoonlijk ben ik van mening dat HVV geëngageerde bestuurders nodig heeft die blijven aan de kar trekken – ook in moeilijke tijden. Het geeft me een goed gevoel mee te kunnen bouwen aan de toekomst van onze hobby. Want geef toe, zonder belangenvereniging staan we als jagers nergens meer. De druk en invloed vanuit natuurverenigingen op en tegen de jacht in Vlaanderen is immens. Zonder HVV mogen we onze boeken sluiten, dat is zeker.

Edouard: Een vereniging heeft mensen nodig die de vereniging steunen: de leden, die de levensader zijn van de vereniging. Naast de onmisbare leden heeft HVV nood aan mensen die zich willen inzetten om de leefbaarheid en de toekomst van de vereniging te garanderen: de bestuurders. Ik ben vereerd te beseffen dat ik kan bijdragen aan de toekomst van de vereniging, meer bepaald de toekomst van de jacht en de tevredenheid van onze leden. Ik besef dat wij enorm krachtige tegenspelers hebben, het schrikt mij niet af om met deze mede-actoren de confrontatie tot het behoud van de jacht aan te gaan.

Wat is jullie drijfkracht om deze uitdaging aan te gaan?

Nicolas: We moeten niet onder stoelen of banken steken dat zowat alle verenigingen die draaien op vrijwilligers het moeilijk hebben. In een vereniging stappen vraagt engagement en tijd. En gezien de vele professionele en sociale verplichtingen die we allemaal hebben, is dat absoluut niet voor iedereen vanzelfsprekend.

Edouard: De drijfkracht die ons allen bezielt: het verdedigen van de jacht als onderdeel van de natuur. Het moet de burger duidelijk worden gemaakt dat zonder de jacht men van de huidige rijkdom aan fauna en flora weinig zal merken. Wij jagen op de grond van onze kinderen, waarom zouden we dan fauna en flora vernietigen? De jagerij moet een toekomstgerichte visie hebben. Door derden wordt dit steeds tegengesproken en afgedaan als plezierjacht. Ik wil bijdragen aan het kenbaar maken van de werkelijke achtergrond van jagen.

Uiteraard een hele uitdaging om jullie voorgangers, Jos Dottermans en Dirk Beelaert te vervangen. Wat zal jullie aanpak worden?

Nicolas: Zoals Dirk Beelaert met verve deed, zal ik ook actief luisteren naar wat er in de provincie Oost-Vlaanderen leeft en heerst en zal ik die vragen en pijnpunten meenemen naar de raad van bestuur in Brussel. Ik denk dan in eerste instantie al aan het in stand houden van de jacht op kleinwild in Oost- en West- Vlaanderen, typerend voor deze provincies.

Edouard: Ik ga mijn illustere voorgangers niet willen overtreffen, dat is bluffen. Wat ik wel kan, is hun realisaties trachten te evenaren en indien mogelijk mijn eigen stempel drukken. Onze meerwaarde ligt hem niet zozeer in het beter doen, maar in het verder zetten en indien mogelijk verbeteren. Zijn we dan beter als onze voorgangers, ik denk het niet, we vullen hen aan. Door de tijd heb ik de verzuchtingen van onze leden leren kennen. Die verzuchtingen bespreekbaar maken en zorgen dat de afstand tussen het bestuur en de leden kleiner wordt, is één van onze kerntaken.

Wat zijn jullie dromen als lid van de raad van bestuur?

Nicolas: Mijn ultieme droom is dat elke jager en sympathisant lid wordt van HVV. Immers, het kleine bedrag aan lidgeld per jaar is verwaarloosbaar ten opzichte van de totale kost van het jagen. Wie kan daar nu tegen zijn? Enkel door massaal lid te zijn en te blijven, kunnen we de jacht in Vlaanderen in stand houden.

Edouard: Mijn droom als bestuurder is dat ik de jacht een toekomst kan geven zodat onze leden, mijn zoon en al zijn en onze jachtvrienden, kunnen blijven jagen. Als wij daarin slagen, zullen de huidige niet-leden elke morgen voor de spiegel staan en moeten beseffen dat ze zich steeds aan hun plicht hebben onttrokken en op de kap van hun vrienden hebben geteerd.

Jagen jullie ook? 

Nicolas: Ik jaag reeds 16 jaar op een jacht te Lierde, Denderhoutem, Welle, Erembodegem en recent ook af en toe te Liedekerke. Zowel op zaterdag als zondag. Het doet deugd eens met de jachtvrienden op het veld te wandelen, veel te lachen en af en toe een stuk wild te strekken.

Zij die mij kennen weten dat ik zeker graag een stuk wild zie lopen. Ik kan dan ook heel goed de vinger van de trekker houden als ik zelf meen dat ik te weinig wild van een bepaalde soort heb gezien. Jagen is immers meer dan enkel schieten. Het is natuurbeheer.

Edouard: Ja, ik jaag, zowel op klein- als op grofwild. Als je me vraagt waar ik jaag, wel in België en zelden in het buitenland. Ik heb een jacht in Vlaams-Brabant en eentje in Wallonië. En beiden hebben ze hun charmes. Jagen is voor mij een wijze van leven. Ik jaag even graag op een konijn, als op een stuk roodwild. Bij het einde van een jachtdag kijk ik met bewondering naar de oogst van die dag. Ik kijk naar de gezondheid van de oogst, niet naar de aantallen. Bij het schrijven van deze tekst heb ik de ganse bokkenperiode een oude reebok willen verschalken en steeds is hij mij te slim af. Het einde van de bokkenjacht is daar en ik ben echt gelukkig: hij is mij steeds te slim af geweest. Ik heb volgend jaar met hem een nieuwe afspraak. Dat is jagen, eventueel schieten is het einde van het hele proces. Heb ik trofeeën? Ja, verschillende, maar de verhalen achter die trofeeën zijn groter dat de trofee op zich.

Dit nieuwsartikel delen:
RSS feed