Naamgeving
Wetenschappelijk: Myocastor coypus
Frans: Ragondin
Engels: Nutria
Duits: Biberratte
Uiterlijk
De beverrat is een grote, semi-aquatische knaagdierensoort met een robuust lichaam, een stompe snuit en lange snorharen. Hij heeft een dichte, waterafstotende vacht die bruin tot geelbruin van kleur is. De achterpoten zijn voorzien van zwemvliezen, wat helpt bij het zwemmen. De kop-romplengte varieert van 40-65 cm en de staart is cilindervormig, dun en 30-45 cm lang. Het gewicht varieert tussen 5 en 9 kg.
Verschil met de Europese bever
De beverrat kan gemakkelijk worden verward met de Europese bever (Castor fiber), maar er zijn enkele duidelijke verschillen. De bever heeft een brede, plat afgeplatte staart in plaats van de dunne, cilindervormige staart van de beverrat. Daarnaast heeft de bever een grotere lichaamslengte (80-100 cm) en een zwaarder gewicht (tot 30 kg). De snuit van de bever is stomper en breder dan die van de beverrat, die een meer puntige snuit heeft. Bovendien hebben beverratten duidelijk zichtbare, oranje snijtanden, terwijl deze bij bevers minder opvallend zijn.
Daarnaast zwemt de beverrat meestal met een deel van de achterrug boven water, terwijl de bever dieper in het water ligt. De ogen van de beverrat staan dichter bij de oren, terwijl bij de bever de ogen halverwege tussen de oren en de neus zitten. Ook hebben beverratten spitsere oren en een opvallend lichte zone rond de neus. Hun snorharen zijn meestal duidelijk wit, wat een extra herkenningspunt kan zijn. Hoewel beverratten kleiner zijn dan bevers, kan een jonge bever qua formaat soms overeenkomen met een volwassen beverrat.
Voedsel
Beverratten zijn voornamelijk herbivoren en voeden zich met waterplanten, riet, wortels en schors. Ze kunnen ook landbouwgewassen zoals maïs en bieten eten.
Biotoop
Oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Amerika, is de beverrat door introductie wijdverspreid geraakt in Europa. Hij leeft in waterrijke gebieden zoals rivieren, meren, moerassen en sloten. Hij graaft uitgebreide holenstelsels in oevers, wat kan leiden tot erosie en schade aan dijken.
Voortplanting
De beverrat plant zich het hele jaar door voort, met pieken in het voorjaar en de zomer. Een vrouwtje werpt gemiddeld 5-7 jongen per nest na een draagtijd van ongeveer 130 dagen. De jongen zijn direct behaard en kunnen snel zwemmen. Ze worden enkele weken gezoogd en zijn na 6 maanden geslachtsrijp.
Gedrag
Beverratten zijn sociaal en leven vaak in familieverband. Ze zijn voornamelijk schemer- en nachtactief en brengen veel tijd door in het water. Ze communiceren met verschillende geluiden en kunnen agressief worden als ze zich bedreigd voelen. In koude klimaten zoeken ze beschutting tegen vorst.
Populatie
Door ontsnappingen en uitzettingen is de beverrat een invasieve soort in Europa geworden. In Vlaanderen wordt hij regelmatig waargenomen, vooral in waterrijke gebieden.