Vlaanderen blijft worstelen met een alarmerende achteruitgang van akker- en weidevogels, zoals de patrijs, kievit, scholekster of andere grondbroeders. Een recent rapport van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) wees predatie expliciet aan als een van de belangrijkste oorzaken. Het rapport roept op tot effectief predatiebeheer om deze kwetsbare soorten te beschermen. Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV) steunt deze oproep, maar uit tegelijk verontwaardiging over de aanhoudende weerstand tegen jacht en predatorcontrole.
Hoewel buitenlandse studies al herhaaldelijk het nut van predatorbeheer aantonen, blijven tegenstanders van de jacht elke vorm van dodelijke (letale) ingrepen afwijzen – zelfs als deze bijdragen aan biodiversiteitsherstel. Deze houding is niet alleen kortzichtig, maar staat haaks op wetenschappelijke inzichten. Het recente INBO-rapport bevestigt dat een gecombineerde aanpak – gericht op leefgebiedherstel, wintervoedsel én predatorcontrole – essentieel is voor de bescherming van grondbroeders. Daarenboven is een volledige ommekeer van het landbouwsysteem en een terugkeer naar landbouwmethoden van vroeger – zoals voorgesteld in het rapport – een utopie.
Dat het rapport predatie als ‘limiterende factor’ erkent, is een belangrijke stap (Lees: predatie heeft een negatieve impact). HVV benadrukt dat predatorcontrole geen tijdelijk lapmiddel is, maar een noodzakelijke pijler binnen het natuur- en faunabeheer in een dichtbevolkt en versnipperd landschap als Vlaanderen. Ruimere bejagingsmogelijkheden, gericht op een multisoortenaanpak, zijn volgens HVV dan ook onmisbaar.
Het negeren van predatie als probleem is geen vorm van natuurbehoud, maar van nalatigheid. Wie écht bekommerd is om onze biodiversiteit, erkent dat predatorcontrole deel moet uitmaken van de oplossing.
een multisoortenaanpak, waarbij gelijktijdig maatregelen worden genomen tegen verschillende predatoren, is de beste manier is om vogelpopulaties te helpen herstellen.