CONTEXT
Tijdens een jachtdag krijg je controle van de natuurinspectie van het Agentschap voor Natuur en Bos. Blijkbaar had een buurtbewoner een melding gemaakt van tamme fazanten in zijn tuin. De natuurinspecteurs controleren het geschoten wild en vinden dat er enkele fazanten een groot neusgat hebben, hetgeen er volgens hen op wijst dat deze uitgezet zijn. Vervolgens legt de natuurinspectie de jacht die dag stil. Kan dit zomaar?
WAT ZEGT DE WETGEVING?
De natuurinspectie van het ANB ziet erop toe dat de regels rond bos, natuur, jacht, visserij en beschermde soorten worden nageleefd. De natuurinspecteur is gewestelijk toezichthouder. Dat betekent dat de natuurinspecteur bevoegd is voor het uitoefenen van het toezicht op de naleving van de hierboven vermelde regelgeving. Bovendien is de natuurinspecteur ook gewestelijk opsporingsambtenaar (officier van gerechtelijke politie, OGP). Als officier van gerechtelijke politie kan de natuurinspecteur opsporingsdaden stellen bij vermoeden van een strafbare schending van de bovenvermelde regelgeving. De natuurinspectie kan dus een controle doen tijdens je jachtdag. Ze zijn eveneens bevoegd om dit op privéterrein te doen. Na de vaststelling van een (mogelijk) milieumisdrijf of milieu-inbreuk, kunnen ‘bestuurlijke maatregelen’ worden opgelegd. Zo een bestuurlijke maatregel kan erin bestaan dat bevolen wordt dat de jachtactiviteiten die dag onmiddellijk stoppen. Dit bevel kan schriftelijk of mondeling worden opgelegd. Wanneer de bestuurlijke maatregel mondeling wordt opgelegd, zou er op straffe van verval van die maatregel, binnen de vijf dagen een schriftelijke bevestiging moeten volgen. In de praktijk volgt er voor een ééndaagse maatregel echter zelden een schriftelijke bevestiging.
WAAROM EEN BESTUURLIJKE MAATREGEL?
Het stilleggen van een jachtdag en het verbod om die dag verder te jagen, zijn verregaande maatregelen. In de uitoefening van hun job moeten natuurinspecteurs de algemene beginselen van behoorlijk bestuur eerbiedigen. Zo moeten ze de beginselen van proportionaliteit en evenredigheid in acht nemen. Het stilleggen van een jachtdag moet dus redelijkerwijs nuttig en nodig zijn voor de vervulling van hun opdrachten.
In het geval van een vermoeden van uitzetten, kan een bevel tot stopzetting van de jacht de natuurinspecteurs toelaten om op een veilige manier verdere vaststellingen te doen. Die vaststellingen zullen dan opgenomen worden in een proces-verbaal. Welk gevolg er gegeven wordt aan dat proces-verbaal zal later wel blijken. Bij het stilleggen van de jacht en het verbod om die dag verder te jagen om reden dat er een holenduif tussen de houtduiven lag of omdat er een krakeend tussen de wilde eenden gestrekt was,
schiet de bestuurlijke maatregel in mijn ogen zijn doel voorbij. In zo’n geval is er eerder sprake van een onmiddellijke sanctionering in plaats van een maatregel die nodig is om de vaststellingen op een correcte manier te kunnen doen.
WAT KAN JE ERTEGEN DOEN?
Diegene die bevoegd is om de maatregel op te leggen, kan deze ook opheffen. Daarvoor is een hele procedure opgenomen in het Milieuhandhavingsbesluit. Er is eveneens een mogelijkheid voorzien om een beroep in te dienen bij de bevoegde minister. Met beide procedures ben je uiteraard niets als er een ééndaagse maatregel wordt opgelegd. Als eerder pragmatische oplossing stel ik voor dat wanneer de natuurinspectie de nodige vaststellingen heeft gedaan en klaar staat om te vertrekken, je hen vriendelijk vraagt of de mondeling gegeven bestuurlijke maatregel tot stopzetting van de jacht gewoon mondeling opgeheven wordt. Een ‘nee’ heb je, een ‘ja’ kan je krijgen.
JACHTVERBOD WBE
De bestuurlijke maatregel tot stopzetting van de jachtdag mag je niet verwarren met de beslissing van de administrateur-generaal van het ANB om de jacht op klein wild voor de rest van het jachtseizoen stil te leggen in het volledige werkingsgebied van een WBE omdat er (vermoedelijk) klein wild werd uitgezet (het fameuze art. 23 Jachtvoorwaardenbesluit). Indien een jachtdag werd stilgelegd bij een heterdaad betrapping op het uitzetten van fazanten, zal dit proces-verbaal er wel voor kunnen zorgen dat niet veel later een hele WBE de gevolgen zal voelen. Zoals hierboven beschreven, kunnen bestuurlijke maatregelen tot stopzetting van een jachtdag om diverse redenen opgelegd worden. Het is dus zeker niet zo dat een volledige WBE moet vrezen wanneer er een jachtdag stilgelegd is geweest binnen het werkingsgebied.
CONCLUSIE
De natuurinspectie heeft de mogelijkheid om een jachtdag stil te leggen en te bevelen dat er die dag niet meer verder gejaagd mag worden. Deze bestuurlijke maatregel moet nuttig en nodig zijn voor het doel dat de natuurinspectie nastreeft en mag geen onmiddellijke sanctionering uitmaken van om het even welke inbreuk of misdrijf. Met de procedure tot opheffing van de bestuurlijke maatregel of de mogelijkheid tot hoger beroep ben je niets in het geval van een ééndaagse maatregel. Blijf beleefd en wees meewerkend. Dan bestaat de mogelijkheid dat je groen licht krijgt om verder te jagen nadat de natuurinspectie haar werk heeft gedaan.
Tekst: Erik Nauwelaerts, advocaat
[wpf_loggedin]
Bedankt voor jouw lidmaatschap
Deze pagina is enkel zichtbaar voor jou omdat je een actief lidmaatschap hebt bij HVV. Het kopiëren van inhoud van deze website zonder uitdrukkelijke toestemming is niet toegestaan. Alle rechten voorbehouden.
We waarderen jouw steun enorm.
[/wpf_loggedin]