Naamgeving
Wetenschappelijk: Branta canadensis
Frans: Bernache du Canada
Engels: Canada Goose
Duits: Kanadagans
Uiterlijk
De Canadagans is van oorsprong afkomstig uit het noorden van Amerika. Enkele decennia geleden werden zij in Europa geïntroduceerd door middel van uitzet als parkvogels in ondermeer Engeland en Zweden. Van daaruit zijn deze ganzen zich gaan verspreiden tot in Vlaanderen, waar we nu kunnen spreken van een standpopulatie. Plaatselijk wordt deze soort bestreden om overlast voor fauna en flora, maar ook recreatie en hygiëne te voorkomen/beperken.
De Canadagans die in onze contreien voorkomt is een zeer grote gans met een lange slanke nek. Daardoor reiken zij vaak tot een lengte van om en bij de 99 cm. Zij kan een gewicht bereiken tot wel 9kg. Om dit grote gewicht te dragen tijdens de vlucht heeft zij een vleugellengte tot 49cm.
Beide geslachten hebben eenzelfde verenkleed dat bestaat uit een bruingrijze basiskleur. Hun kop en hals zijn zwart met een witte band van keel tot over de wang. De borst is grauw van kleur en de poten en snavel zijn steeds zwart. We zien dat mannelijke dieren vaak iets groter en zwaarder zijn dan de vrouwelijke dieren, al is dit verschil in het veld vaak onmogelijk te detecteren.
Het mannelijke dier wordt ‘gent’ genoemd terwijl het vrouwelijke dier de ‘gans’ is. Zij vormen samen met vele andere soortgenoten vaak grote groepen die bij voorkeur rusten op grotere waterelementen. Van daar uit ondernemen zij foerageertochten naar het omliggende gras- en landbouwland. Hun lichaamsbouw is aan dit landgebruik aangepast door hoge poten die centraal staan ingeplant. Dat maakt dat zij kunnen stappen, doch ook nog de mogelijkheid hebben om zich al zwemmend voort te bewegen op het water
Voedsel
De Canadagans kan net zoals de wilde eend zich al grondelend voeden met ondergedoken waterplanten. Vaak gaan zij echter aan land om zich tegoed te doen aan allerhande plantaardig voedsel. Met hun sterke snavel en grote stevige poten is hun lichaamsbouw hier ideaal voor aangepast Zij gaan hierbij op zoek naar grassen, jong gewas, oogstresten,… kortom vele types plantaardig voedsel.
Tijdens deze foerageertochten veroorzaken deze zware dieren met grote zwemvliezen op de natte ondergronden voor een verslemping van de bodem. Ook zorgen hun uitwerpselen ervoor dat plaatselijk niet meer kan voldaan worden aan bepaalde hygiënevoorschriften (vb. oevers van recreatievijvers) of treed vermesting op.
Biotoop
Canadese gans leeft in grote families samen. Wanneer een koppel wordt waargenomen is dit bijna altijd in het voorjaar wanneer het nest wordt gebouwd en de gans zich gaat afzonderen van de groep.
De grote groepen ganzen zoeken de grotere waterelementen op waarop zij rusten. Op de randen hiervan, of wanneer de plas ondiep is, zal op bepaalde tijdstippen gegrondeld worden naar ondergedoken waterplanten. Vanuit deze rustplaatsen onderneemt de groep foerageervluchten in de wijde omgeving. Zij vormen hierbij een V-vormige formatie om op die manier in elkaars zog te vliegen en het energieverbruik te beperken.
Canadese gans komt van oorsprong niet voor in onze contreien. Zij weten zich echter zeer goed te vestigen in de bestaande biotopen voor onze van oudsher voorkomende autochtone soorten zoals de Wilde eend. Om die reden zien we dat zij plaatselijke een negatieve impact hebben.
Voortplanting
De Canadagans komt in Vlaanderen vlot tot broeden. Zij doet dit veelal solitair. Hiervoor zonderen de gent en de gans zich af van de groep om in de ruime omgeving een nest te maken. Dit kan in riet of op een oever, maar ook op gebouwen werden reeds nesten waargenomen. Na de copulatie vanaf april tot half juni legt de gans tot 6 geelachtig witte eieren.
Na een broedperiode van 28 dagen komen de ‘donsjes’ (kuikens) tevoorschijn. Zij blijven zeer lang bij de ouders. Pas op latere leeftijd zullen zij eventueel de groep verlaten en zich aansluiten bij een andere groep