Naamgeving
Wetenschappelijk: Martes foina
Frans: Fouine
Engels: Stone marten
Duits: Steinmarder
Uiterlijk
De steenmarter is een middelgrote marter met een slank, langwerpig lichaam en een kenmerkende lichtbruine vacht, vaak met een witte keelvlek. Ze hebben opvallende donkere oorpluimen en variëren in grootte van 40 tot 55 centimeter in lengte, exclusief hun staart die nog eens 25 tot 30 centimeter kan toevoegen.
Voedsel
Steenmarters zijn omnivoren en hun dieet varieert sterk, afhankelijk van het seizoen en de beschikbaarheid van voedsel. Ze hebben een gevarieerd dieet bestaande uit dierlijke prooien, zoals kleine zoogdieren en vogels, maar ook plantaardig voedsel en afval.
Biotoop
Steenmarters bewonen verschillende habitats, waaronder bossen, gemengde bossen, boomgaarden, parken en soms ook landbouwgebieden. Ze zijn aanpasbaar en kunnen zowel in landelijke als stedelijke omgevingen worden gevonden.
Voortplanting
Steenmarters hebben één nest per jaar, gewoonlijk met twee of drie jongen. De paartijd valt in de zomer, en de embryonale ontwikkeling wordt gekenmerkt door een verlengde draagtijd met verlate implantatie van de bevruchte eicellen. Jongen blijven meestal bij hun moeder tot ze oud genoeg zijn om zelfstandig te overleven.
Gedrag
Steenmarters zijn voornamelijk nachtactief en hebben verschillende dagrustplaatsen verspreid over hun territorium. Deze kunnen zowel natuurlijke schuilplaatsen zijn, zoals struikgewas en boomholtes, als ook ruimtes in gebouwen, zoals zolders en schuren.
Steenmarters hebben territoria die doorgaans variëren van enkele tientallen tot een paar honderd hectare, afhankelijk van de beschikbaarheid van voedsel. Ze vertonen intra-seksuele uitsluiting, wat betekent dat zowel mannetjes als vrouwtjes geen volwassen seksegenoten in hun territorium dulden. In regio’s met een overjaarse populatie ontstaat vaak een patroon van overlappende territoria, waarbij elk stuk exclusief toebehoort aan een mannetje of een vrouwtje.
Steenmarters die op het platteland leven, hebben over het algemeen grotere territoria dan die in stedelijke gebieden, wat waarschijnlijk verband houdt met een grotere beschikbaarheid aan voedsel en schuilplaatsen. De sociale structuur blijft echter over het algemeen consistent, ongeacht de locatie.
Voortplanting
Steenmarters hebben één nest per jaar, gewoonlijk met twee of drie jongen. De paartijd valt in de zomer, en de embryonale ontwikkeling wordt gekenmerkt door een verlengde draagtijd met verlate implantatie van de bevruchte eicellen. Jongen blijven meestal bij hun moeder tot ze oud genoeg zijn om zelfstandig te overleven.
Populatie
De populatie van steenmarters in Vlaanderen heeft de afgelopen decennia aanzienlijke veranderingen ondergaan. Historisch gezien waren ze uiterst zeldzaam en beperkt tot enkele gebieden. Vanaf de jaren ’90 nam hun aantal echter snel toe, mogelijk door een verschuiving in het ecologische type of genotype van de dieren. Deze ‘nieuwe’ steenmarters koloniseerden vanuit het zuiden verschillende regio’s in Vlaanderen, inclusief gebieden waar ze voorheen niet voorkwamen. Momenteel zijn ze bijna overal aanwezig, maar de dichtheid varieert sterk per regio.