Drukjacht
De drukjacht wint door de aanwezigheidvan everzwijnen aan populariteit inVlaanderen. Aangezien er meestal veeldeelnemers zijn, dringt een strakkeorganisatie zich op.
De organisator houdt daarom eenaanwezigheidsregister bij met daaropde namen en telefoonnummers vanalle personen die deelnemen aan dejachtactiviteit.
Met het oog op de verenigbaarheidmet andere activiteiten wordenwaarschuwingsborden voor de activiteitgeplaatst aan de toegangen van hetgebied waarin de jacht plaatsvindt.
In Vlaanderen gelden nogbijkomende voorwaarden,zie daarvoor het Jachtvoorwaardenbesluit.
De posteur posteert elke schutterpersoonlijk en maakt duidelijk inwelke veilige richtingen er geschotenmag worden. Hij geeft eveneensspecifieke veiligheidsvoorschriftenmee voor die post (vb. stuk asfaltmet risico op ricochet).
De geposteerde jagers dragen eenfluorescerend hesje of oranje jas en makenindien mogelijk door middel van gebarenhun positie aan elkaar duidelijk.
De trakkers dragen eveneensfluorescerende of oranje kledij. Schiet nooitin de richting of in de buurt van trakkers(of wandelaars). Wees bewust dat er teallen tijde trakkers of wandelaars (zonderopvallende kledij) in de buurt kunnen lopen.Schiet daarom nooit in een dichte dekkingwaar het zicht niet toelaat om een veiligschot te plaatsen.
De kansel wordt niet verlaten tijdens de jachtactiviteit ende schutters blijven tot het afgesproken tijdstip op hun poststaan. In wachtende houding, staand of zittend, is de loop vanhet wapen steeds naar de bodem gericht. Wanneer men jaagtvan op een kansel kan het wapen ook naar boven gericht zijn.Het wapen wordt nooit platgelegd op de kansel.
Te allen tijde moet de veiligheid aanstaan, tenzij er wild gezienof gehoord wordt.
Men schiet enkel wanneer men het dier duidelijk kanaanspreken.
De jager zorgt dat hij/zij altijd zeker is van kogelvang. Dit wilzeggen dat de schietrichting en -hoek altijd voorziet dat dekogel wordt begraven in de grond. Een struik, boom of het dierzelf geldt niet als kogelvang.
Een voorspanner, eenzogenaamde stecher, wordt niet gebruiktbij de drukjacht.
Richtkijkers beperken het gezichtsveld, kies daarom best eenminimumvergroting niet groter dan 4x.
De schutter vergewist er zich van dat vlak achter het stukwild dat hij/zij wil schieten een jachthond of drijver kan lopen.
Bij het afblazen van de jacht/bij het afgesproken einduur vande jacht worden de wapens onmiddellijk ontladen en pas danverlaat men de kansel. Hoe mooi de kans ook is, er wordt danniet meer geschoten.
Indien een dier is aangeschoten en niet meteen dodelijkverwond is, zoekt één aangeduide persoon met ervaring datstuk na. De schutter gaat zelf niet op zoek en beperkt zich totaanwijzingen aan de nazoeker.