Op 21 december 2022 is het exact zeven jaar geleden dat toenmalig minister Joke Schauvliege het soortenbeschermingsprogramma (SBP) voor de bijna uitgestorven hamster goedkeurde. Ondanks honderdduizenden euro’s aan maatregelen en het uitzetten van gekweekte exemplaren blijft de laatste Vlaamse hamsterpopulatie even klein. Wat ging er fout? “Bepaalde acties in het beschermingsplan werden maar gedeeltelijk uitgevoerd. Dat blijkt uit de eindevaluatie die het Agentschap voor Natuur en Bos maakte” aldus Geert Van den Bosch, directeur van Hubertus Vereniging Vlaanderen.

“De hamster mag dan wel geen jachtwildsoort zijn, toch kunnen wildbeheerders bijdragen aan haar bescherming. Jagers weten immers dat alles begint bij een geschikt leefgebied. Waar hamsters gedijen, voelen fazant, haas en patrijs zich ook thuis, maar een gedekte tafel trekt ook predatoren aan” vervolgt Van den Bosch.

Uit Nederlands onderzoek blijkt immers dat predatie doodsoorzaak nummer één is bij hamsters. Daarom kreeg predatorcontrole aanvankelijk hoge prioriteit in het SBP. Vooral de gekweekte exemplaren zijn minder goed geoefend in het detecteren en ontwijken van roofdieren. Bij een kleine populatie telt ieder individu en zorgt predatorcontrole voor een hogere overleving (vooral van de gekweekte exemplaren).

De cijfers spreken voor zich. In het Nederlands testgebied stierven in totaal 321 hamsters, waarvan 211 gekweekte en ‘slechts’ 110 wilde exemplaren. Vos, marter en roofvogels nemen het leeuwendeel, 73 %, van de ‘kills’ voor hun rekening.

Hubertus Vereniging Vlaanderen is al langer overtuigd van het positieve effect van een doorgedreven predatorcontrole en was dan ook verheugd dat in het SBP een predatie-werkgroep werd opgericht. Spijtig genoeg werden de acties van deze werkgroep beperkt tot één enkel terreinbezoek. Ondanks de wetenschappelijk onderbouwde argumentering van HVV concludeerde de overheid dat extra predatorcontrole niet nodig was en dat het afrasteren met schrikdraad van de percelen waarop de gekweekte hamsters waren uitgezet moest volstaan.

Het broodnodige beheer van vos en het voorzichtig nadenken over beheer van steenmarter (beide jachtwildsoorten al is op die laatste de jacht niet geopend), bleef dus uit.
Hubertus Vereniging Vlaanderen, die het hamsterdossier bleef volgen, maakt vandaag  volgende bedenkingen:

  • Na zeven jaar staat de hamsterpopulatie er even slecht voor als toen het SBP begon.
  • Oorspronkelijk werd predatorcontrole wel degelijk meegenomen in het SBP. De intenties werden duidelijk geformuleerd maar de uitwerking was quasi nihil.
  • Terwijl men in Nederland perfect weet hoeveel hamsters door welk roofdier gepakt zijn, heeft men er in Vlaanderen het raden naar.
  • € 800.000 Vlaams belastinggeld (=  het uitgetrokken budget voor het SBP) leverde geen vooruitgang voor de hamster op.

Hubertus Vereniging Vlaanderen merkt op dat de overheid tergend traag de noodzaak van predatorcontrole erkent. Deze terughoudendheid werd eerder al duidelijk bij de opmaak van het SBP akkervogels waarbij de huidige minister van Leefmilieu Zuhal Demir op slinkse wijze het luik ‘Predatordruk en predatorcontrole’ schrapte.

Hubertus Vereniging Vlaanderen roept op om de overeengekomen actiepunten, waaronder predatorcontrole, eerst om te zetten in de praktijk. Dat moet beginnen bij onderzoek naar welke predator de grootste impact heeft op de hamsters gekoppeld aan concrete acties om de fragiele populatie te beschermen. De jachtsector blijft zich als een constructieve partner opstellen voor het behoud van de hamster in Vlaanderen.

Andere actoren formuleerden het reeds “De hamster zal zich maar zelfstandig kunnen vestigen in haar historisch leefgebied en een gunstige staat van instandhouding weten te bereiken wanneer men aan heilige huisjes durft raken.” Ja, eveneens aan het heilige huisje predatorcontrole moet men durven raken en overgaan tot effectieve maatregelen daarrond op het terrein.

Dit nieuwsartikel delen:
RSS feed