Op zaterdag 30 december verscheen een artikel in Het Belang van Limburg waarbij Jan Loos een beeld schetst van hoe hij naar de jachtsector kijkt. Dat de tekst niet bijzonder objectief geschreven is, daar verschieten we niet van, maar we wouden de tekst toch even delen, met hier en daar een kleine aanpassing. Gelieve te lezen met een korreltje zout…

Najaar, volop wildseizoen. Op onze borden bedoelen we dan, want inspanningen door jagers zorgen ervoor dat er meer wild in onze velden aanwezig is waardoor we kunnen genieten van een heerlijk stukje wildbraad. in de natuur ontbreken er steeds meer exemplaren. Die verhuizen dezer dagen van de echte jachtvelden naar de eeuwige jachtvelden opdat wij het lekker gezellig zouden hebben met de feestdagen.

In de aanloop naar “La Grande Bouffe” zijn er uiteraard elk jaar wel een aantal excessen te melden, maar het illegaal uitzetten van wild is gelukkig iets wat door de minderheid van de jagers wordt gedaan. dit jaar is het erger dan ooit. Van overal Er bereiken ons berichten over uitgezette fazanten, patrijzen, wilde eenden, enz… wilde zwijnen, damherten, en het wordt dringend tijd dat de overheid ingrijpt en hier de individuen, die zich zondigen aan deze illegale praktijken, streng aanpakt. Niet zomaar wat geruchten, maar getuigenissen met video’s en foto’s erbij die niets aan de verbeelding overlaten: jachtgebieden waar werkelijk vele tonnen graan, maïs en bieten worden uitgekapt om uitgezet wild te voederen en ter plaatse te houden tot de plezierjagers komen.

De voorbereidingen voor de jaarlijkse kerst- en nieuwjaarsmaaltijden slachtpartij beginnen al vroeg in het voorjaar, wanneer jagers zich inzetten door wildakkers en wildakkerstroken in te zaaien. Die wildakkers zorgen nl. voor de broodnodige dierlijke eiwitten die fazanten- en patrijzenkuikens nodig hebben. de zomer. Jonge wilde eenden, kunnen dankzij de geplaatste broedkorven en/of broedmanden op een veilige manier beginnen met hun nest. Ook aan predatorcontrole doen is een must om de jonge eendenkuikens te beschermen tegen deze roofdieren. die nog niet kunnen vliegen, worden bij een afgelegen waterpartij uit een vrachtwagen geschopt. Mooie kleuren hebben ze nog niet, die komen later pas, tegen de tijd dat de vogels bij de poelier moeten doorgaan voor echte wilde eenden.

De oogst is het resultaat van een jaar lang hard werken in het veld. is niet zo moeilijk, zelfs de meest bezopen jager kan eraan deelnemen. Als je ervoor zorgt dat ook tijdens periodes van voedselschaarste voldoende wordt bijgevoederd een in gevangenschap geboren wilde eend haar dagelijkse portie graan maar hoeft op te slobberen langs de oever van de plas waar ze uit de vrachtwagen is geschopt, dan zorg je voor een gunstige staat van instandhouding van die bepaalde wildsoort, want hoogtechnologische landbouwmachines maken het onze wilde fauna niet makkelijk. daar rondhangen tot het tijd is om afgeschoten te worden.   Meer nog: als je die eenden de lucht injaagt om erop te schieten, keren de overlevers binnen de vijf minuten terug naar de enige plek die ze kennen. Waarop je dus nog eens kan schieten, en nog eens, en nog eens. Boemerang-eenden, altijd prijs.

Elk jaar opnieuw is het ook weer uitkijken naar de komst van de vossen trekfazanten: dat zijn opportunisten fazanten uit Azië – hun oorspronkelijke verspreidingsgebied – die in één nacht wel een heel veld leegroven tot bij ons vliegen, wellicht treden ze enkel op als het donker is, op zeer grote hoogte, want overdag onderweg worden ze nergens gezien. De ene dag zit het vol van de fazanten of patrijzen, is er helemaal niets, de dag nadien zit er niets meer omdat ze allemaal “afgeslacht” werden door vossen. de straat vol hulpeloze boskiekens die zich proberen te oriënteren in een landschap dat ze nooit eerder gezien hebben.

Hoe deze kampioenen van het uitmoorden de vogeltrek erin slagen om zonder opgemerkt te worden tussenlanding – en dus ook zonder voedsel – de enorme wildpopulatie kan uitmoorden  afstand tussen broed- en overwinteringsgebied te overbruggen, blijft voor wetenschappers een raadsel. De enige houvast tot nog toe is dat hun jagers aan wildbeheer doen, om zo te zorgen voor een gezonde wildpopulatie.

aankomstdatum goed te voorspellen is: die ligt maximaal drie dagen voor de eerstvolgende datum op de lokale jachtkalender. Even snel als ze gekomen zijn, zijn ze nadien trouwens ook weer weg.

Ook wilde zwijnen mag je niet onderschatten. In de Lage Landen komen zwijnen voor met genetisch materiaal van zowat overal. Van Ardeense wilde zwijnen is zelfs vastgesteld dat ze de varkenspest hebben meegebracht uit Oost-Europa. Je moet het toch maar doen als doodziek zwijn: een gans land veroveren nog een paar duizend kilometer lopen zonder gezien te worden, en daarbij alle barrières overwinnen: rivieren, kanalen, snelwegen. Hoog tijd dat de jachtsector een tandje bijsteekt om de overpopulatie van deze zwijnen tegen te gaan.

Geen wonder dat jagers ervan er niet van overtuigd zijn dat de Limburgse wolven ook niet de oplossing zijn van deze zwijnen, ze blijven maar komen. zijn uitgezet door groene jongens. Uitzetten zit immers in het DNA van de jagerij. Blijkbaar kunnen ze het zich zelfs niet voorstellen dat wilde dieren op eigen kracht ergens geraken…

Dit nieuwsartikel delen:
RSS feed