‘Met een gigantische oppervlakte aan jachtterrein, komt ook een gigantische verantwoordelijkheid’, schrijft het HVV-bestuur in de juni-editie van het ledenmagazine.

Vlaanderen telt ongeveer 930.000 hectare jachtgebied. Dat blijkt uit de laatste update van de jachtplannen, meticuleus uitgevoerd door de cartograaf van Hubertus Vereniging Vlaanderen.

Voor wie dat moeilijk kan voorstellen of vatten: 930.000 hectare komt qua grootte neer op West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en een groot stuk van Antwerpen tot één geheel samengevoegd. Dat is – in alle bescheidenheid – een gigantische oppervlakte, die – wegens die uitzonderlijke omvang – met een gigantische verantwoordelijkheid en een gigantisch gevoel van trots komt. Verantwoordelijkheid, omdat de sector over een belangrijke hefboom beschikt in het standhouden van een robuust ecosysteem. Trots, omdat het duidt op een breed maatschappelijk vertrouwen in de activiteiten van de wildsector, en in de noodzaak van jacht als beheermethode.

Natuurlijk, niet al het ingekleurd gebied valt onder de directe bevoegdheid van een lokale jachtgroep of van een wildbeheereenheid. Ook terreinbeherende organisaties zoals Natuurpunt en overheden (zowel de lokale, de regionale als de federale) bezitten bossen, weides, natuurgebieden.

Op sommige van die eigendommen wordt aan wildbeheer gedaan, anderen staan ingekleurd om proactief te kunnen optreden bij potentiële schade, bijvoorbeeld van everzwijnen of konijnen – en dat is een slimme strategie.

Minder slim: besturen die gronden laten uitkleuren, en dat meestal doen met veel bombarie in de pers. Hun doel? Eerder zichzelf profileren en politiek scoren, in plaats van groepen met elkaar te verbinden en de veiligheid en de leefbaarheid van de omgeving voorop te stellen.

Soit.

Naast de totale omvang van het jachtgebied in Vlaanderen blijkt nog een ander bemoedigend signaal in de jaarlijkse aanpassing van de jachtplannen: namelijk de relatieve stabiliteit ervan. Al meerdere metingen na elkaar blijft het aantal ingekleurde hectares grotendeels gelijk. En als de cijfers al dalen, zoals afgelopen jaar, dan komt dat door welbewust ingrijpen van de jagerij zelf.

Wat een tweede fundamentele waarheid blootlegt: de jacht in Vlaanderen is verankerd. Ondanks wat tegenstanders ook mogen beweren, maakt jacht letterlijk en figuurlijk deel uit van de Vlaamse samenleving; het drukt haar stempel op het landschap.

De sector mag die positie en dat bijzondere voorrecht niet verbrodden. Daarom moet elke jager afzonderlijk en de jagerij in haar geheel elke dag werken aan het maatschappelijk draagvlak voor de jachtplannen door actief in dialoog te treden met eigenaars, terreinbeherende organisaties, overheden en organisaties die een gemeenschappelijk belang delen. Alleen zo – gedreven en eerlijk, ondernemend en open – blijft de passie en de praktijk voor het wildbeheer gewaarborgd. Nu en in de toekomst.

Dit nieuwsartikel delen:
RSS feed