De Afrikaanse varkenspest komt voor in Afrika. Vooral in de landen ten zuiden van de Sahara is de ziekte aanwezig. De ziekte is er endemisch. Dat betekent dat de ziekte blijft voorkomen in het gebied, zonder dat de ziekte zich er verder uitbreid. Bij een endemische ziekte blijft het aantal besmette varkens ongeveer constant.
In West-Europa circuleert de ziekte al enkele tientallen jaren in Sardinië. In 2007 verspreidde het virus zich in de landen in de Kaukasus en in de Russische Federatie. Sindsdien heeft het virus zich verder uitgebreid. In Europa circuleert het virus in grote delen van Oost-Europa en de Baltische Staten en is ook in het uiterste oosten van Duitsland aanwezig in enkele regio’s. Ook buiten Europa is het virus sterk verspreid, onder meer in Azië, waar het een sterke economische ravage aanrichtte in China.
In de landen die deel uitmaken van de Europese Unie, worden op basis van een beslissing van de Europese Commissie (2014/709/EU) risicozones afgebakend. Deze risicozones staan weergegeven op een geactualiseerde kaart.
Legende kaart:
* Rode zone: AVP komt voor bij varkens en bij wilde zwijnen. De ziekte is nog niet endemisch.
* Roze zone: AVP komt voor bij everzwijnen
* Blauwe zone: zone met hoger risico op uitbraak van AVP, waar echter nog geen gevallen werden geconstateerd. In deze zone wordt de situatie op de voet gevolgd om nieuwe besmettingen te detecteren.
*Donkergroene zone: AVP komt endemisch voor bij everzwijnen
HVV roept alle jagers op om niet op jachtreis te trekken naar risicogebieden, zelfs indien wettelijk toegelaten!
Afrikaanse varkenspest is geen zoönose en kan dus niet op de mens worden overgedragen. Varkens en wilde zwijnen zijn even gevoelig voor het virus.
Besmet varkens- of zwijnenvlees is volkomen ongevaarlijk voor de mens en zou zonder probleem gegeten kunnen worden. Om het risico van verspreiding van de Afrikaanse varkenspest uit te sluiten, mogen besmette varkens en zwijnen echter niet tot voedingsmiddelen worden verwerkt. Het is bijvoorbeeld aangetoond dat de ziekte via besmette smeerworst vanuit Oekraïne in de Baltische staten is binnengebracht.
Bij Europese wilde zwijnen leidt de infectie tot zeer ernstige maar aspecifieke algemene symptomen zoals koorts, slapheid, gebrek aan eetlust, bewegingsstoornissen en ademhalingsproblemen. Daarnaast kan ook diarree en een versterkte bloedingsneiging (bloedingen uit de neus, bloederige diarree, huidbloedingen) optreden. Zieke dieren zullen soms minder snel op de vlucht slaan (ze blijven liggen) of vertonen andere opvallende kenmerken zoals lethargie en desoriëntatie. De ziekte treft alle leeftijdsgroepen en geslachten in gelijke mate. Na besmetting treedt de dood in bijna alle gevallen binnen ongeveer een week in.
Bij het ontweiden van de dieren moet de jager letten op symptomen zoals:
Hier vindt u enkele foto’s van mogelijke ziektebeelden.
Opgelet: Het ziektebeeld is erg variabel. Sommige met AVP besmette dieren vertonen in het geheel geen symptomen. Het ontbreken van afwijkingen sluit niet uit dat een dier toch met AVP besmet is!
De ziekte kan direct van dier op dier of indirect via besmette voorwerpen worden overgedragen. Onder ongunstige omstandigheden kan een achteloos weggegooid worstenbroodje al voldoende zijn om de ziekte in België binnen te brengen en een uitbraak te veroorzaken. In rauw vlees en gedroogde vleeswaren blijft het virus zeer lang besmettelijk. De ziekte is ook zeer besmettelijk door contact met lichaamsvloeistoffen, in het bijzonder zweet en bloed. Kleine druppels volstaan om een infectie over te dragen. Via urine en uitwerpselen kan de ziekte eveneens worden overgedragen.
De natuurlijke verspreiding van AVP verloopt langzaam en bedraagt volgens de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) maximaal 25 kilometer per jaar. Zorgwekkend is daarentegen de verspreidingssnelheid via menselijke vectoren: op autowegen kan het virus zich tegen 90 kilometer per uur verplaatsen – bijvoorbeeld in de modder aan de wielkasten van een vrachtwagen of in besmette voedingsmiddelen op basis van varkens- of zwijnenvlees (bv. salami, gerookte ham). Het virus kan zelfs op schoenen enkele maanden overleven. Bioveiligheid op parkeerterreinen, in spoorwegstations of aan grensovergangen is van groot belang, dus moeten bijvoorbeeld vuilnisbakken (charcuterieresten!) goed afgesloten zijn.
Volgens het Friedrich-Loeffler-instituut (Duitsland) kan het AVP-virus zich alleen in varkensachtigen voortplanten. Het wordt dus niet uitgescheiden door roofdieren of aaseters die zich te goed hebben gedaan aan een besmet gedood wild zwijn of een besmet karkas en zo het virus hebben opgenomen. In principe kunnen alle roofdieren, roofvogels en aaseters het virus meedragen via modder of bloed aan poten, …net zoals de mens. De verplaatsingssnelheid en – afstand is echter doorgaans lager. Er zijn ook geen aanwijzingen dat het virus op lange termijn kan worden overgedragen via besmette tanden of haren. De wolf neemt in tegenstelling tot de mens geen voedselvoorraden mee over lange afstanden.
Een directe verspreiding is daardoor onwaarschijnlijk. Aaseters kunnen in sommige gevallen zelfs een positieve rol spelen bij de verwijdering van karkassen.
Momenteel is de Afrikaanse Varkenspest niet vastgesteld in Vlaanderen. Toch is het nodig om bij de jacht op everzwijnen in Vlaanderen minstens de volgende basis biosanitaire maatregelen in acht te nemen:
Download hier de folder (versie juli 2022) van FAVV en de Vlaamse en Waalse overheid met info over hoe omgaan met de Afrikaanse Varkenspest.
Raak het kadaver niet aan. Bel onmiddellijk naar de erkende ophalers in jouw provincie en geef de nodige gegevens (coördinaten vindplaats) door. In Wallonië bel je het nummer 1718.
De erkende ophalers staan in voor het transport van het kadaver naar een verzamelcentrum, waarbij ze strikte bioveiligheidsmaatregelen respecteren. Stalen worden genomen om te checken of het everzwijn leed aan Afrikaanse varkenspest. Het kadaver wordt vernietigd door RENDAC.
Meewerken aan deze ‘passieve monitoring’ is zeer belangrijk! Passieve monitoring geldt als de meest performante manier om het voorkomen van de Afrikaanse varkenspest snel te ontdekken. Hoe sneller een haard is gekend, hoe gemakkelijker de bestrijding van de ziekte en hoe beperkter de gevolgen van de ziekte kunnen blijven.
Schiet het everzwijn onmiddellijk als dit kan op een veilige manier en met respect voor het wettelijke kader. Raak het kadaver niet aan en blijf uit de onmiddellijke omgeving ervan. Bel onmiddellijk naar de erkende ophalers in jouw provincie (of in Wallonië naar het nummer 1718) en geef de nodige gegevens (coördinaten afschotplaats) door.
De erkende ophalers staan in voor het transport van het kadaver naar een verzamelcentrum, waarbij ze strikte bioveiligheidsmaatregelen respecteren. Het kadaver wordt vervolgens vernietigd door RENDAC. Stalen worden niet meer genomen. Deze ziektebewaking werd in maart 2021 gepauzeerd en zal binnen enkele jaren opnieuw worden uitgevoerd om de evolutie van de ziekteverwekkers na te gaan (periodieke actieve monitoring).
Stop met ontweiden. Bel onmiddellijk naar de erkende ophalers in jouw provincie (of in Wallonië naar het nummer 1718) en geef de nodige gegevens (coördinaten kadaver) door.
Was je handen grondig met water en zeep en desinfecteer ze met desinfecterende handgel (ethanol 70 %). Desinfecteer alle materiaal dat met het kadaver in contact kwam (laarzen, voertuig, …). Een lijst van geschikte biociden en hun gebruik kan je hier terugvinden. De lijst werd in de eerste plaats opgemaakt voor desinfectie van varkensbedrijven. De lijst wordt regelmatig geupdate. Opgelet: biociden werken enkel op propere oppervlakten. Eerst moeten voorwerpen, voertuigen, laarzen, … gebruikt bij de jacht gereinigd worden en vervolgens pas ontsmet. Was kledij op een hoge temperatuur (minstens 60 ° C). Neem geen vlees, (delen van) karkassen (vb. onderkaken) of jachttrofeeën mee.
De erkende ophalers staan in voor het transport van het kadaver naar een verzamelcentrum, waarbij ze strikte bioveiligheidsmaatregelen respecteren. Het kadaver wordt vervolgens vernietigd door RENDAC. Stalen worden niet meer genomen. Deze ziektebewaking werd in maart 2021 gepauzeerd en zal binnen enkele jaren opnieuw worden uitgevoerd om de evolutie van de ziekteverwekkers na te gaan (periodieke actieve monitoring).
Ontweidingsresten en slachtafval van everzwijnen mag je, in de huidige situatie van verhoogde waakzaamheid voor Afrikaanse varkenspest, niet zomaar achterlaten in de natuur. In plaats hiervan moet je deze binnen brengen in een erkend WBE-ophaalpunt.
Afspraken voor het aanbieden van ontweidingsresten en slachtafval van everzwijnen:
In de afgelopen jaren is de everzwijnenpopulatie sterk toegenomen in Vlaanderen. De milde winters en het overvloedige voedsel dat de dieren kunnen terugvinden in de bossen en op de akkers eromheen is hier niet vreemd aan. We zitten momenteel met een situatie waar de sterk toegenomen everzwijnenpopulaties voor heel wat schade zorgen, zowel bij landbouwers als bij particulieren (omwroeten tuinen). Om de schade binnen de perken te houden is een sterk ingrijpen in de populatie een noodzaak.
AVP verspreidt langzamer met een kleinere populatiedichtheid. Daarenboven is het virus onder die omstandigheden ook makkelijker in te dijken. Toch blijft het risico op infectie nog steeds bestaan. Om die redenen is het aangewezen om de everzwijnenpopulatie in Vlaanderen te reduceren.
HVV roept alle Vlaamse jagers op om:
Tegelijk roept HVV alle jachtrechthouders, inclusief landeigenaars, overheden en terreinbeherende organisaties, op om actief mee te werken aan de reductie van de everzwijnenpopulatie via een vorm van jacht op hun eigendommen. Om de everzwijnenpopulaties op afdoende manier te kunnen reguleren is het immers van belang om gebiedsdekkend een beheer te kunnen uitvoeren.
HVV roept de overheid ook op om knelpunten bij de vermarkting van everzwijnenvlees aan te pakken. Dit is voor jagers een stimulans om nog meer actief te gaan jagen op everzwijn. Geen enkele jager geeft immers graag een stuk gezond en lekker wildbraad weg voor destructie. Om dit probleem aan te pakken vestigde Belgibier in samenwerking met HVV in 2021 een ophaalpunt voor evezwijnen in Lummen. Limburgse jagers kunnen hun gestrekte everzwijnen verkopen aan het wildverwerkingsbedrijf. De kosten van het trichine-onderzoek vallen ten laste van Belgibier. Limburg huist binnen Vlaanderen de grootse everzwijnenpopulatie.
Tot slot roept HVV de overheid op om de jacht op everzwijnen efficiënter te maken door nachtrichtapparatuur gemonteerd op het geweer en geluiddempers wettelijk toe te laten in de toekomst.
Controleer voor je een reis plant in welke regio’s er een risico is (zie deze link). We raden jachtreizen naar geïnfecteerde gebieden en risicogebieden zeer sterk af!
Moest je desondanks toch een risicogebied op jachtreis gaan, neem dan volgende voorzorgsmaatregelen om insleep van varkenspest in Vlaanderen te voorkomen:
De ontsmetting moet worden uitgevoerd met biociden die doeltreffend zijn tegen het AVP-virus. Een lijst van geschikte biociden en hun gebruik kan je hier terugvinden. De lijst werd in de eerste plaats opgemaakt voor desinfectie van varkensbedrijven. De lijst wordt regelmatig geupdate. Opgelet: biociden werken enkel op propere oppervlakten. Eerst moeten voorwerpen, voertuigen, laarzen, … gebruikt bij de jacht gereinigd worden en vervolgens pas ontsmet, bijvoorbeeld door het biocide met een verstuiver op het oppervlak van laarzen, banden, wielkassen, … te spuiten.
Iedereen die in de besmette landen in contact geweest is met varkens of everzwijnen, mag na zijn terugkeer in België, gedurende 72 uren geen varkensbedrijven bezoeken.
Download hier de folder (versie juli 2022) van FAVV en de Vlaamse en Waalse overheid met info over hoe omgaan met de Afrikaanse Varkenspest.