Binnen het Faunabeheerzone overleg denken we samen met andere actoren in het buitengebied na over de aanpak van de lokale everzwijnproblematiek. Dat jacht daarbij een belangrijke bijdrage moet leveren staat als een paal boven water. Daarnaast staat of valt de aanpak van de problematiek met nog verschillende andere maatregelen die kunnen, zo niet moeten, genomen worden. Wij vatten de meest relevante voor u samen.

Informeren en sensibiliseren

Als jager hebben we de taak om aan duurzaam wildbeheer te doen. We organiseren aanzitjacht en drukjachten om de populatie everzwijn onder controle te houden. Daarbij teren we op onze kennis van de omgeving en de levenswijze van het wild. Voor ons als jagers een logisch gegeven. Voor buitenstaanders is dat vaak niet zo evident. Vragen zoals ‘waarom jagen jullie in een natuurgebied?’, ‘waarom gebeurt afschot van de lieve schattige biggen?’, ‘jagers zeggen wel dat everzwijn een probleem vormt, maar ik zag er nog geen in onze omgeving. Laat staan dat zij een probleem zouden vormen.’…Dergelijke vragen en regelmatig ook tegenstand tegen de jachtactiviteiten zorgen ervoor dat een spanningsveld ontstaat tussen de noodzakelijke beheerders (lees de jager), de burger, de landbouwer, de natuurbeheerder en andere actoren in het buitengebied. Om dit spanningsveld maximaal te beperken en idealiter weg te werken, is informeren en sensibiliseren van de gehele lokale bevolking van cruciaal belang om de doelen zoals beschreven in de consensusteksten van het Faunabeheerzone overleg, te bereiken.

Omdat de jager vaak negatief wordt gepercipieerd binnen dit beheerverhaal is het aangewezen dat informeren en sensibiliseren door een derde partij gebeurt. Idealiter zelfs samen met de jager/lokale Wildbeheereenheid.

Voorbeelden van informeren en sensibiliseren zijn

  • Toelichten van de levenswijze, de potentiële schade en de potentie van een snelle verspreiding van de soort via websites en infoblaadjes. Gemeenten waar everzwijn aanwezig is of waar zij potentieel kunnen passeren zijn daarbij een belangrijke partner.
  • Plaatsen van informatieborden bij de ingang van openbaar toegankelijke gebieden, om de bezoeker te informeren over de problematiek en de reden van de uitvoer van jachtactiviteiten.
  • Korte en krachtige berichten op de sociale media. Groepen zoals ‘ge zijt van…’ en ‘alles over gemeente’ zijn daarbij ideale media

Preventieve maatregelen

De belangrijkste en ook meest tastbare problematiek met everzwijn is de potentiële kans op het voorkomen van schade. We denken daarbij aan schade aan landbouwgewassen, maar ook de (volks)tuin die omgewoeld wordt of het sportterrein dat op een nacht wordt omgezet naar een braakliggend land. Daarnaast kunnen everzwijnen ook drager zijn van bepaalde ziekten – denk maar aan Brucellose en Afrikaanse Varkenspest – die impact kunnen hebben op de teelt, het transport en de (internationale) verkoop van gedomesticeerde varkens.

Bij de uitvoer van de jachtactiviteit op een doordachte wijze kunnen we als jager voor een stuk de schade maximaal beperken. Doe geen drukjachten in de bossen, wanneer de akkers nog vol met maïs staan. De kans is immers groot dat de dieren de veilige haven van het bos gaan verlaten en net voor meer schade gaan zorgen in de akkers. Plan aanzit op everzwijn in de zomer niet in de bossen maar wel in en rond de akkers. Dit vraagt heel wat inspanning van de jager, als je weet dat de dieren zich ophouden in de naburige ruigte, maar door deze tactiek toe te passen zullen everzwijnen zich minder snel begeven in de schadegevoelige teelten.

Ook anderen kunnen maatregelen nemen om de schade te voorkomen. De belangrijkste werden opgenomen in de Code Goede Praktijk. Maken we een analyse van deze Code gekend op 3 november 2023, dan moeten we concluderen dat uitsluitend de fysieke barrières daarbij het gewenste effect hebben. Deze moeten minimaal aan de volgende voorwaarden voldoen

    • Elektrisch raster:
      Minimaal 3 elektrische draden op regelmatige afstand en dit tot op een hoogte van minimaal 60cm. Een raster kan eveneens. In dat geval mag de maaswijdte maximaal 10cm bedragen. Om de werking van dit raster te garanderen, wordt dit geplaatst voor dat de dieren zich in het schadegevoelig perceel begeven. Bovendien moet je op regelmatige basis de vegetatie onder en rond het raster verwijderen. Doe je dit niet dan krijg je lekstromen, waardoor het hele raster zijn functie verliest.
    • Een robuust permanent raster:
      Minimaal 1m hoog. Een maaswijdte van 10cm en de draaddikte moet minimaal 2 mm bedragen. Bovendien moet je robuuste palen gebruiken die op regelmatige afstand staan en moet je de draad minimaal 20cm ingraven. Doe je dit niet dan zullen grotere dieren de draad of omver duwen, of ondergraven en alsnog in het schadegevoelig perceel komen.De investering in dergelijke rasters moet afgewogen worden door de begunstigde. Voor een tuin zal de eigenaar beter kiezen voor een permanent raster, waar de landbouwer vaak meer heil ziet in een weg neembaar elektrisch raster.Naast fysieke rasters kunnen burgers ook aandacht hebben voor hun eigen gebruiken. Woon je in everzwijnrijk gebied en bezit je een tuin met aangrenzend een bos of ruigte waar zij zich kunnen ophouden dan dient men voldoende aandacht te schenken een de verwerking van het groenten-, fruit- en tuinafval. Everzwijnen zijn omnivoren en gaan op zoek naar ‘gemakkelijk en eiwitrijk voedsel’. Heb je een open mestput, of dump je de (eten)resten in het aangrenzend perceel dan zal je everzwijnen net aantrekken, met alle gevolgen van dien.Onder het luik ‘informeren en sensibiliseren’ is er zeker een taak weggelegd om ook te informeren over de noodzaak tot het nemen van preventieve maatregelen. Als jager kan je de burger hier eveneens in bijstaan. Wordt je op de hoogte gesteld van een lokaal probleem, dan is het aangewezen om naast het nadenken over een jachtstrategie (als dit al mogelijk is op en rond het desbetreffende perceel) de eigenaar/klager ook de noodzaak van de preventieve maatregel mee te geven. Allen door wildbeheer EN preventie te combineren, kan het probleem samen aangepakt worden.
    • Monitoring van de schade
      De doelen binnen de consensusteksten van de faunabeheerzones zijn gericht op ‘schade’ en het voorkomen ervan. Om na te gaan of schade voorkomt, waar ze duidelijk afneemt en waar we moeten bijsturen in het beheer en het sensibiliseren van gebruikers van het buitengebied, zijn we afhankelijk van accurate data.Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV) ontwikkelde eerder de ‘Wilder’ applicatie om ons te ondersteunen bij het in kaart brengen van schade door wild. Iedere burger, zowel jager als niet-jager, kan Wilder hiervoor gebruiken. Via enkele klikken op het scherm meldt deze snel de locatie en de aard van de schade en de vermoedelijke veroorzaker. Deze informatie wordt centraal opgeslagen en beheerd door HVV en ter beschikking gesteld voor jagers en wildbeheereenheden (WBE).Raadplegen van deze info doet u als jager gekoppeld aan een jachtveld en WBE via uw persoonlijke account op www.hvvintranet.be of nog beter via de applicatie ‘Jager Portaal’ die u automatisch melding geeft van nieuwe info binnen uw jachtrevier of WBE. Meer info over ‘Wilder’ of ‘Jager Portaal’ kan u steeds nalezen op https://hvv.be/wilder/.Alleen als burgers kennis hebben van ‘Wilder’, is het mogelijk om deze cruciale informatie snel bij ons als jager te krijgen. Bij deze dan ook een warme oproep om landbouwers, burgers en besturen binnen het door u beheerde gebied aan te moedigen hiervan gebruik te maken.Ook de overheid investeerde in een applicatie om schade te monitoren. Sinds juni 2023 kan elke burger via www.wildinzicht.be de vastgestelde schade melden. Indien van toepassing kan men op dat moment zelfs rechtstreeks een schadevergoeding aanvragen.

Nog dit:

Alle info rond schade wordt door de overheid geconsolideerd en ter beschikking gesteld op https://faunabeheer.inbo.be.

 

 

Dit nieuwsartikel delen:
RSS feed