De voorwaarden voor het bestrijden van kraaien, eksters en kauwen wijzigen, als gevolg van een arrest van de Raad van State. ‘Zoek een regeling voor de meldingsplicht, het punt waarover het rechtscollege struikelde, maar laat de rest van het Soortenbesluit ongewijzigd’, zegt directeur Geert Van den Bosch van Hubertus Vereniging Vlaanderen.
De jachtsector zit met veel vragen sinds het arrest van de Raad van State, wat de bestrijding van de zwarte kraai, de ekster, de kauw, gaai en de spreeuw betreft. Wat mag? Wat mag niet meer? En ook, en misschien wel de belangrijkste vraag van al: gaat het werkelijk zo’n vaart lopen?
Hubertus Vereniging Vlaanderen zet een aantal antwoorden op een rijtje. Best mogelijk dat in de loop van de komende weken de zaken opnieuw evolueren. Wat hieronder geschetst wordt, is wat de organisatie op dit moment weet.
1) Wat verandert concreet voor de jager?
Veel. Het arrest katapulteert Vlaanderen terug in de tijd, naar de situatie zoals in 2009. De bestrijdingsregels die toen golden (maar metterjaren veranderden) zijn opnieuw van kracht.
De Raad van State schrapte namelijk de werking van bijlage 3 van het Soortenbesluit. En die specifieke bijlage bepaalt de bestrijdbare soorten en de voorwaarden en omstandigheden waaronder de bestrijding ervan mag plaatsvinden.
Wat de spreeuw betreft, die mocht in het geschorste systeem slechts van 15 mei tot 31 augustus bestreden worden, binnen een perimeter van 150 meter rond het aangegeven perceel, waar de populaties voor schade zorgden. Die voorwaarden verslappen nu (terug): de perimeter valt helemaal weg, waardoor het gebied van bestrijding vergroot, en de periode duurt bovendien langer, van 1 mei tot 31 oktober. Idem dito bijna voor de regeling van de Gaai.
Trechtervallen, mogen die nog? Ja, als die dienen voor het vangen van de zwarte kraai en de ekster; voorheen mochten die ook ingezet worden voor de kauw en de gaai, maar nu niet meer. Ook de plaats waar de vallen mogen staan en voor hoelang, verstrengt. Waar een jager die vroeger overal op het domein mocht plaatsen, geldt nu een restrictie: van 16 februari tot 10 juli in het bos, en van 16 februari tot 15 oktober op weilanden en akkers.
Wat met larsenkooien? Niet langer meer toegelaten voor de zwarte kraai, de kauw, de gaai. Een jager mag ermee enkel nog eksters vangen, maar dan weliswaar het hele jaar door.
Inloopkooien: mocht vroeger enkel voor de overzomerende brandgans gebruikt worden, maar dat gaat eveneens op de schop.
Kunstmatige lokmiddelen, zoals plastieken imitaties, worden taboe. Idem voor akoestische hulpstukken, zoals fluitjes of een megafoon die het zanggeluid nadoet. Idem tevens voor levende lokvogels in een kooi of een val: het mag niet meer.
2) Stopt het daar?
Allesbehalve. De beslissing van de Raad van State heeft enkele onvoorziene effecten, die ver gaan en waarvoor Hubertus Vereniging Vlaanderen waarschuwt.
De hele bestrijding van exoten komt onder druk te staan, zodat Vlaanderen niet langer kan voldoen aan zijn Europese verplichtingen. Dat maakt dat kwetsbare inheemse populaties niet langer beschermd kunnen worden tegen invasieve soorten zoals de nijlgans.
Neem ook de wolf. Die stond als beschermde soort gedefinieerd in een bijlage van het soortenbesluit. Dat valt weg. Voor alle duidelijkheid: dat betekent niet dat het dier plots bejaagbaar wordt. Allesbehalve. De wolf geniet nog steeds vanuit Europa een beschermd statuut. ‘Wel is de schaderegeling voor de wolf voorlopig niet meer van toepassing’, laat het Agentschap voor Natuur en Bos weten. ‘We zoek op dit moment uit hoe we deze en andere gevolgen kunnen verhelpen.’
Ook praktisch en administratief betekent het arrest een stap terug in de tijd –voor de jagers, maar ook voor de landbouwers en fruittelers die op hun diensten beroep doen, of eenieder die schade optekent door eksters, kauwen of kraaien. ‘In principe moeten de schadelijders voortaan elke melding per brief of per fax doen. Want de Raad van State schrapte impliciet de mogelijkheid om dat via mail of het e-loket te mogen doen’, zegt Geert Van den Bosch, directeur van Hubertus Vereniging Vlaanderen. ‘En wie wil bestrijden, moet zoals vroeger opnieuw een melding richten aan de burgemeester, die het kan weigeren, en aan het provinciaal hoofd van het Agentschap van Natuur en Bos, een functie echter die niet meer bestaat. Absurd. De bestrijding regelen via het faunabeheerplan kan niet langer.’
3) Vanaf wanneer geldt de nieuwe situatie?
Officieel vanaf de tiende dag na de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Maar wanneer precies het arrest verschijnt, valt moeilijk te voorspellen. Doorgaans duurt dat enkele weken tot maanden na de uitspraak. Maar evengoed kan dat binnen enkele dagen al gebeuren.
4) Gaat het werkelijk zo’n vaart lopen?
Mogelijk niet, maar dat valt op dit moment moeilijk te zeggen. Veel, zo niet alles zal afhangen van de Vlaamse overheid. Want wat gaat die doen? De uitspraak van de Raad van State is namelijk niet zonder consequenties, en betekent bijvoorbeeld een zware administratieve verzwaring voor het Agentschap voor Natuur en Bos. Beschikt die over voldoende personeel om dat extra werk op te vangen, en om ook ter plekke, op het veld, de nieuwe situatie te handhaven?
Ook politiek en juridisch liggen de kaarten ingewikkeld.
Daarom pleit Hubertus Vereniging Vlaanderen voor een pragmatische oplossing. ‘Zoek een regeling voor de meldingsplicht, het punt waarover de Raad van State struikelde, maar laat de rest van het Soortenbesluit ongewijzigd’, zegt directeur Geert Van den Bosch. ‘Die manier van werken zorgt voor de minste onzekerheid en voor een maximale transparantie.’
5) Wat vindt Hubertus Vereniging Vlaanderen van de situatie?
‘Vogelbescherming Vlaanderen, die naar de Raad van State stapte om delen van het Soortenbesluit aan te vechten, kan eigenlijk niet blij zijn met de uitkomst’, zegt Geert Van den Bosch, directeur van Hubertus Vereniging Vlaanderen, die de rollen omkeert. ‘Want de uitspraak creëert enorm veel chaos, en gaat ironisch genoeg zelfs in tegen de belangen van een gezond vogelbestand. Beseft de organisatie dat?’
De beslissing van Vogelbescherming Vlaanderen om naar het rechtscollege te stappen noemt Hubertus Vereniging Vlaanderen daarom, en om nog meer redenen, ‘lichtzinnig, ondoordacht en puur ideologisch gedreven’, aldus Van den Bosch. ‘Hierachter zit een duidelijk anti-jacht sentiment, waarvoor alles blind moet wijken. Zelfs de onderdelen in de wet die goed werken, en die een gezonde biodiversiteit garanderen. Bizar.’
‘Voor alle duidelijkheid’, vult de directeur aan: ‘De Raad van State deed zijn werk. Maar de consequenties ervan keren als een boemerang terug in het gezicht van Vogelbescherming Vlaanderen. Maar ondertussen zijn alle schadelijders de dupe: van iedereen die professioneel geteelde gewassen houdt of aan fruitteelt doet, tot diegenen die eksters en zwarte kraaien bestrijden om de lokale wilde fauna en flora te beschermen.’