Nieuws

RHD2-virus bij konijnen

In de media circuleren heel wat berichten rond een nieuwe variant van het virus RHD bij konijnen. Er werden recent immers een aantal gevallen van RHD2 geregistreerd bij gekweekte tamme konijnen. Naar aanleiding van deze berichten informeerde Hubertus Vereniging Vlaanderen VZW zich over de nieuwe variant van het virus, het voorkomen ervan bij wilde konijnen en de eventuele implicaties voor de jacht op konijn. We gingen daarvoor te rade bij de ‘Unité sanitaire de la faune’ van het ‘Office National de la Chasse et de la Faune Sauvage’ (ONCFS). Dit onderzoeksinstituut van de Franse overheid heeft al heel wat ervaring met onderzoek naar de nieuwe variant van het RHD-virus.

Oorsprong

Volgens Jean-Yves Chollet, teamleider van de ‘Unité sanitaire de la faune’, komt het RHD2-virus sinds 2010 voor bij wilde konijnen in Frankrijk. Het virus zorgde plaatselijk voor grote sterfte bij wilde konijnen. Intussen is de nieuwe variant van het virus dominant geworden en heeft het de vorige variant van het RHD-virus grotendeels verdrongen. In vergelijking met de eerder bekende versie van het virus, is de nieuwe versie globaal gezien minder virulent en dus minder besmettelijk dan de eerder bekende versie. Waar de vorige versie een groter probleem vormde bij volwassen konijnen, blijkt de nieuwe variant vooral onder de jonge konijnen voor een grotere sterfte te zorgen. Er zijn momenteel te weinig wetenschappelijke gegevens aanwezig om het totale effect van de nieuwe variant op de konijnenpopulatie in Frankrijk in te schatten, aldus Chollet.

Verder geeft Jean-Yves Chollet ook aan dat het effect van jacht op de verspreiding van het virus niet eenduidig te bepalen is. Een sanitair afschot van duidelijk zieke dieren zal volgens hem de verspreiding van de ziekte niet kunnen indijken. Het virus is al besmettelijk bij het beginstadium, wanneer konijnen duidelijke symptomen vertonen is het dus meestal al te laat. Anderzijds kan een afschot, toegespitst op locaties waar konijnen voorkomen in grote dichtheden, de verspreiding van het virus juist indijken. In die gevallen kan een afschot dan ook een positief effect hebben op de populatie. Op locaties waar de populatiedichtheid laag is en het virus voor extra sterfte zorgt , raadt hij jagers aan hun verantwoordelijkheid te nemen en het afschot naar beneden bij te stellen.

Visie HVV

Op basis van de opgedane expertise bij ONCFS roept Hubertus Vereniging Vlaanderen alle jagers op om het afschot op konijn af te stemmen op de lokale situatie. Als weidelijke jagers en opgeleide natuurbeheerders moeten wij onze verantwoordelijkheid nemen om de duurzaamheid van het afschot te verzekeren. Elke jager ziet de komende jaren nog graag een konijnenpopulatie op zijn revier. Dat betekent dat we de nodige voorzichtigheid aan de dag moeten leggen bij het afschot op konijn, op locaties waar de populatiedichtheid laag ligt. Waar een grote densiteit van konijnen voorkomt, kan een afschot juist helpen om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Een bejaging aan de start van het jachtseizoen, voor de ziekte zijn piek kent op het veld, kan in die situaties juist een meerwaarde zijn.
We willen wel benadrukken om de geschoten konijnen, alsook de kadavers die we terugvinden, onmiddellijk te verwijderen uit het buitengebied. Was na het hanteren van de dieren uw handen grondig, opdat we als jager de verspreiding beperken. Hoewel de ziekte niet besmettelijk is voor de mens kunnen we via contact de ziekte toch overdragen!

Besluit

Hubertus Vereniging Vlaanderen pleit aldus tegen het ondoordachte sluiten van de jacht op konijn in Vlaanderen, waartoe Vogelbescherming Vlaanderen de minister eerder had opgeroepen. Uit de expertise van de ONCFS blijkt namelijk dat het effect van jacht op de verspreiding van ziektes niet eenduidig te bepalen is, en dat jacht in bepaalde situaties de verspreiding van de ziekte zelfs kan indijken. Tot slot, zijn konijnen dieren die vaak lokaal abundant voorkomen en die daardoor plaatselijk voor problemen (onder meer landbouwschade) kunnen zorgen. Ook om deze schade te voorkomen kan een afschot noodzakelijk zijn.