Vandaag heeft het Permanent Comité van de Conventie van Bern het EU-voorstel aangenomen om de beschermingsstatus van de wolf aan te passen van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermd’. Op basis van een grondige analyse van de status van de wolf in de EU had de Europese Commissie in december 2023 reeds voorgesteld om de beschermingsstatus van de wolf te wijzigen, die vervolgens in september 2024 door de Raad werd aangenomen. Uit de analyse bleek dat het aantal wolven in de EU gestegen was met 81,4% op 11 jaar tijd, van 11.193 in 2012 tot 20.300 in 2023. Het voorstel van de Commissie kwam ook overeen met het standpunt dat het Europees Parlement in november 2022 heeft verwoord.
De wijziging treedt in werking op 7 maart 2025. Na deze datum kan de Europese Commissie een wetswijziging voorstellen om de overeenkomstige bijlagen van de Habitatrichtlijn aan te passen, dat zowel door het Europees Parlement als door de Raad moet worden aangenomen.
Deze verandering zal de lidstaten extra flexibiliteit geven bij het beheer van hun lokale wolvenpopulaties, immers afwijkingen om een ‘beschermde’ soort te doden worden makkelijker verleend dan wanneer het om een ‘strikt beschermde’ soort handelt. Evenwel moet de gunstige staat van instandhouding van de soort gewaarborgd worden. Afwijkingen op basis van artikel 16 van de habitatrichtlijn stipuleren evenwel dat er geen andere bevredigende oplossing mag bestaan, vandaar dat passende schadepreventiemaatregelen essentieel blijven om het doden van vee en paarden te voorkomen.
Wordt vervolgd.
Wat is die Bern Conventie nu exact?
De Conventie van Bern (Convention on the Conservation of European Wildlife and Natural Habitats) is het eerste bindend internationaal verdrag inzake het behoud van in het wild voorkomende dier- en plantensoorten en hun natuurlijke habitats. Het verdrag was een initiatief van de Raad van Europa en stond op 19 september 1979 open voor ondertekening. Het trad op 1 juni 1982 in werking.
Het verdrag heeft tot doel het behoud van wilde flora- en faunasoorten en hun habitats te garanderen. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan bedreigde en kwetsbare soorten. Alle verdragsluitende partijen moeten daarom een nationaal natuurbeschermingsbeleid vaststellen, gepaste wetgevende maatregelen nemen, vervuiling van onze natuur terugdringen en internationale samenwerking met het oog op het behoud en herstel van onze natuur stimuleren. De partijen verbinden zich er tevens toe het onderwijs en algemene informatiedeling over natuurbehoud te bevorderen.
Bij de Conventie wordt een Permanent Comité ingesteld waarin de partijen worden vertegenwoordigd. De voornaamste taak van het Comité is het toezicht houden op de bepalingen van dit verdrag in het licht van de evolutie van wilde fauna en flora. Het is bevoegd om aanbevelingen te doen en wijzigingen aan te brengen in de bijlagen waarin de beschermde soorten worden gespecificeerd.
Ondertussen hebben 50 landen het verdrag ondertekend. Het verdrag vormde, samen met de Bonn Conventie, de basis voor de Vogel- en Habitatrichtlijn van de Europese Unie.
Tekst: Dieter De Mets