Nieuws

Het soortenbeschermingsprogramma bever uitgelegd 3/3

vervolg van “Het soortenbeschermingsprogramma bever uitgelegd 2/3

Een speciale rol voor de waterloopbeheerders

Gezien bevers doorgaans vanuit een waterloop opereren, is het schadebeeld meestal ook gelinkt aan een waterloop: opstuwing door dammenbouw, graverij in oevers, knaagschade in de oeverzone … Daardoor zijn waterloopbeheerders vaak het eerste aanspreekpunt voor wie met overlast of schade te kampen heeft. Omdat schade aan dijken of opstuwing van waterlopen snel tot ernstige schade kan leiden, voorziet het SBP voor waterloopbeheerders, althans buiten de natuurgebieden, de mogelijkheid om bij een aantal courante probleemsituaties vlot doch proportioneel in te grijpen.

  • Buiten beschermde groengebieden mogen waterloopbeheerders snel maatregelen nemenom schade te voorkomen. Het soortenbeschermingsprogramma bevat daarom een algemene afwijking op het Soortenbesluit, die het voor waterbeheerders mogelijk maakt om in te grijpen. Voorbeelden van maatregelen zijn bijv. het verlagen of verwijderen van een beverdam.
  • Binnen beschermde groengebieden (o.a. SBZ, VEN, natuur en bos op gewestplan) moeten waterloopbeheerders een individuele afwijking op het Soortenbesluitbij het Agentschap voor Natuur en Bos

Schadevergoeding bij beverschade

Geeft Natuur en Bos geen toelating om op te treden en is er daardoor schade, dan bestaat er voor land- en bosbouw een systeem van schadevergoeding.  Daar zijn wel een aantal voorwaarden aan gekoppeld, o.a. dat de schade meer dan 300 euro bedraagt, de nodige preventieve maatregelen zijn genomen …

Maar jaarlijks terugkerende schade zorgt natuurlijk voor heel wat frustraties en het uitbetalen van schadevergoeding biedt dan ook geen duurzame, structurele oplossing. Binnen het SBP onderzoeken we alternatieve pistes zoals bijv. het vergoeden van positieve ecosysteemdiensten die optreden bij vernatting.

Opmaak integrale visie

Om op langere termijn het duurzaam samenleven met de bever in Vlaanderen te realiseren, is het essentieel dat er een integrale visie wordt opgemaakt, waarbij maatregelen voor soortenbehoud en maatregelen voor overlast- en schadebeheersing evenwichtig op elkaar worden afgestemd.

Het is daarbij belangrijk om de nodige aandacht te besteden aan koppelkansen met de ecosysteemdiensten die de bever kan leveren in de strijd tegen de klimaatverandering, bijvoorbeeld op vlak van waterbuffering en debietregulering.

Bij een verdere populatietoename in combinatie met steeds minder geschikt en onbezet leefgebied, zullen er steeds meer probleemindividuen zijn. De kwestie populatiebeheer zal bijgevolg onvermijdelijk ter sprake komen. Hiervoor moet een concreet plan van aanpak voorbereid worden, binnen het wettelijk kader en in overleg met alle betrokken partijen.