Beide jachtmethoden hebben fundamentele verschillen wegens het gebruik van het jachtmiddel: het vuurwapen en een getrainde roofvogel. Maar als jachtactiviteit en levensvisie zijn er vooral heel veel gelijkenissen tussen de geweerjacht en de valkerij.
‘Geweerjagers en valkeniers delen dezelfde passie en dan kruisen hun paden ook letterlijk elkaar zeer vaak in het veld.’ Aan het woord is Robert Steigrad, gepassioneerd geweerjager en als voorzitter van SBV (Studiegroep Behoud Valkerij) even bevlogen bezig met valkerij. ‘Veel valkeniers werken trouwens samen met geweerjagers in het bestuur van wildbeheereenheden en van provinciale afdelingen van Hubertus Vereniging Vlaanderen’, vult Kris Ulens verder aan. Kris is de enthousiaste voorzitter van valkeniers.be en even hartstochtelijk als valkenier.
We hebben afspraak op de eerste editie van Countrylife, een outdoor evenement gericht op alle liefhebbers van het buitengebied wat doorging tijdens het paasweekend in De Schorre te Boom.
Wat moeten we eigenlijk onder valkerij verstaan?
Robert Steigrad:‘Valkerij is ongeveer 2000 jaar v.C. ontstaan op de Aziatische steppen, alhoewel sommige bronnen het eerste gebruik van roofvogels voor de jacht al situeren in 8000 v.C. Via volksverschuivingen, de zijderoute en de kruistochten werd de kunst van de valkerij meegebracht naar onze contreien. Vooral in de middeleeuwen en de Bourgondische tijd kende de kunst haar glorieperiode. Na de uitvinding van het musket geraakte de valkerij echter wat in de verdringing en werd ze enkel nog beoefend door bezielde enthousiastelingen.’
Kan je daar een cijfer op plakken?
Robert: ‘Vandaag de dag zijn er nog steeds meer dan honderd gepassioneerde valkeniers actief in het veld. De valkerij vraagt immers veel tijd, geduld, opofferingen en… vooral passie. Het jagen met een roofvogel vraagt veel volharding, kunde, mislukkingen en successen om een jachtvogel optimaal te laten jagen. Om de vogel, die altijd een wild karakter zal blijven behouden, op het punt te krijgen dat deze toch een voordeel ziet in een partnerschap met de valkenier, om zo door samenwerking tussen mens en vogel een jachtdaad te stellen, vraagt veel van een valkenier. Maar eens dit punt bereikt, haalt de valkenier zijn vreugde en genot uit de valkerij, als toeschouwer van nabij de kunde van een roofvogel te mogen aanschouwen.’
Kris Ulens: ‘De valkerij dringt een speciale levenswijze op. Een roofvogel houden, hem trainen en ermee jagen is een zeer tijdrovende bezigheid die dagelijks veel persoonlijke inzet en ook allerlei opofferingen vereist. De valkenier moet zich aanpassen aan de vogel en niet omgekeerd. Een jachtvogel kan men niet voor een tijdje opbergen zoals een geweer. Als de vogel in conditie is, moet men gaan jagen, bij slecht of bij goed weer, goesting of geen goesting. Men is valkenier, alle dagen van het jaar, net zolang de vogel leeft. Het is niet voor niets dat ‘de kunst van de valkerij’ erkend is door UNESCO als immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid.’
Ik ken UNESCO vooral van beschermde gebouwen?
Kris:‘ De meeste mensen, vermoed ik. Unesco heeft als doel om elk soort van erfgoed dat van unieke en universele waarde is voor de mensheid, beter te kunnen bewaren voor toekomstige generaties. Deze erkenning bevordert ook het wederzijds begrip tussen culturen die valkerij beoefenen. Sinds 2010 dragen we deze erkenning. Dit werd voorgedragen in een samenwerking van 12 landen. Eind vorig jaar besliste UNESCO trouwens over de uitbreiding met zes landen van het multinationale UNESCO-valkerijdossier. Deze uitbreiding illustreert perfect de wereldwijde interesse voor de valkerij en dit over continenten heen.’
Robert, je gaf al aan dat de uitvinding van het buskruit het einde van de glorieperiode van de valkerij betekende. Hoe moeten we dat begrijpen?
Robert: ‘We moeten dat in historisch perspectief bekijken. Toen was de jacht nog mee onontbeerlijk om in de levensbehoefte van vlees te voorzien. Het is duidelijk dat de efficiëntie van een vuurwapen groter en vooral toegankelijker is om vlees op de plank te krijgen.’
Dat is heden toch ook achterhaald? We hebben nu toch mogelijkheden genoeg om in onze voedselbehoefte te voorzien. De jacht in al zijn vormen ligt meer en meer onder vuur. Waarom zijn sommigen toch zo verhangen aan de jacht?
Robert: ‘Klopt. Het gaat echter om veel meer dan de jachtdaad zelf. Het gaat om in de natuur zijn, om aan wildbeheer te doen, om de liefde voor het wild en voor de roofvogel en de spanning van de vlucht zelf. Als het enkel en alleen over het doden gaat, hoor je echt niet thuis in de jagerij. Of je met een vuurwapen jaagt of met een roofvogel, de achterliggende passie is identiek.’
‘Valkeniers moeten in deze dezelfde boodschap uitdragen en zijn partners in het jachtverhaal. Hun belangen zijn identiek en ze moeten aan hetzelfde zeel trekken om jacht zijn bestaansrecht te laten behouden. Jacht is een manier om met de natuur in contact te komen. Steeds vaker merken we dat mensen terug ‘in de natuur’ willen staan, er deel van willen uitmaken, zonder deze te domineren.’
Als ik jullie goed begrijp, heeft een WBE er belang bij om valkeniers op te nemen met het oog op beheer?
Robert: ‘Valkerij is een veilige jachtvorm. Een roofvogel kan worden ingezet op plaatsen waar een vuurwapen niet bruikbaar is, ik denk hier dan vooral aan vormen van bestrijding en bijzondere jacht. Bijvoorbeeld konijnenoverlast in parken of woongebieden, verjaging of bejaging van rechtbekken in kleinere gebieden omsloten door woningen. Jagers worden hier dikwijls voor aangesproken, of ze niets kunnen doen aan de ‘zwarte vogels’ in de buurt van woningen. Een roofvogel kan hier perfect en veilig worden voor ingezet. De inzet van roofvogels betekent een grotere verstoring op een kraaienpopulatie met tegelijkertijd een kleinere impact op de omgeving en het aanwezige wild wegens de minimale betreding van het terrein. Ook plaatsen waar hagelschade zou kunnen doen aan opbrengstgewassen, bijvoorbeeld sierteelt, kan een roofvogel zijn werk doen om de overlast te beperken.’
Kris: ‘Ook niet te vergeten, veel valkeniers jagen met hun vogels op bijvoorbeeld konijn, wat maakt dat zij meestal ook fretten hebben, waar zij de jagers van de WBE ook mee ten dienste kunnen zijn, mochten zij geen fretten bezitten voor de konijnenjacht. Het is vooral belangrijk te weten dat een valkenier ook streeft naar hetzelfde doel als elke jager: een goed beheer en een goede wildstand. Te meer omdat een valkenier voldoende kansen nodig heeft om zijn vogel tot succes te kunnen brengen. Tenslotte kunnen valkeniers ook bijdragen aan alle zaken die verband houden met wilde roofvogels: opvang van gekwetste vogels, vogels helpen invangen die bijvoorbeeld in een kippenren zijn komen vast te zitten tot het invangen van ontsnapte roofvogels.
Geweerjagers en valkeniers moeten elkaar vinden, hoor ik jullie zeggen. En toch merken we dat er in het veld toch soms misverstanden zijn tussen beiden. Hoe verklaren jullie dit?
Robert: ‘Het klopt dat er af en toe wat onbegrip opduikt. Onbekend is onbemind, zeker? Toch moeten we dit durven nuanceren. Het zijn vooral deze verhalen die we horen. Situaties waar valkeniers en geweerjagers elkaar perfect begrijpen, zijn zonder twijfel in de meerderheid. Een tevreden mens hoor je niet, een klager daarentegen zal steeds zijn podium vinden om zijn beklag te doen.’
Waarover kan er dan een meningsverschil opduiken? De jachtwetgeving is er toch voor iedereen, of zijn er uitzonderingen?
Kris: ‘Wij krijgen inderdaad via het contactformulier op onze website af en toe hierover vragen binnen. De jachtwet, de openingsbesluiten, jachttijden en de bejaagbare wildsoorten zijn dezelfde voor de jacht met roofvogels en voor de jacht met vuurwapens. Er zijn eigenlijk maar twee wezenlijke uitzonderingen. Enerzijds is in Vlaanderen voor de jacht met de roofvogel geen jachtverlof vereist. Het jachtverlof is enkel verplicht voor de jacht met vuurwapens. Voor de bestrijding van wild moet men wel geslaagd zijn in het jachtexamen. Artikel 22 van het Jachtdecreet bepaalt dat het doden alleen mag gebeuren door personen die voldoen aan de voorwaarden opgelegd door de Vlaamse regering tot het verkrijgen van een jachtverlof, met vuurwapens en andere door de Vlaamse regering te bepalen middelen, eventueel zonder jachtverlof. Dit geldt dus voor iedereen. De valkenier heeft er dus alle belang bij om een jachtverlof te bemachtigen. De bij de federatie aangesloten clubs dringen er bij hun leden dan ook op aan om te slagen in het officiële jachtexamen. Een mooie illustratie van dit engagement is dat de IJO-cursus in Kontich logistiek wordt ondersteund door valkeniers. Anderzijds mag een valkenier, in tegenstelling tot de geweerjager, wel jagen op minder dan 40 ha. De minimumoppervlakte van 40 ha is ingevoerd om aan algemeen wildbeheer te kunnen doen. Een roofvogel, getraind op een bepaalde wildsoort, kan niet ingrijpen op andere wildsoorten. Zo kan men bijvoorbeeld met een slechtvalk die getraind werd om op fazanten te jagen onmogelijk iets aan een andere vogelpopulatie doen. Daarom dat verschillende valkeniers ook verschillende roofvogels trainen of de hulp inroepen van collega-valkeniers.’
Buiten de Jachtwetgeving worden geweerjagers geconfronteerd met de wapenwetgeving. Heeft de valkenier ook rekening te houden met een specifieke bijkomende wetgeving?
Robert :‘Absoluut, de valkerij kent CITES en de wetgeving op dierenwelzijn.’
‘CITES regelt de internationale handel van bedreigde diersoorten en planten. Elke in Vlaanderen gekweekte roofvogel die behoort tot een Europese soort of ondersoort, moet geregistreerd zijn en beschikken over een gesloten pootring. Er kunnen afwijkingen worden toegestaan onder strikte voorwaarden. Net zoals bij honden, worden soorten gekruist om een gewenste mix van eigenschappen te verkrijgen. Indien er bij de kruising één van de ouders behoort tot een bedreigde diersoort, dan is vogel onderhevig aan de CITES-wetgeving. De wet op dierenwelzijn is vrij recent. De overheid wil hiermee de wildgroei in de
roofvogelhouderij, in de ruimste zin van het woord, regelen. Dit besluit van de Vlaamse Regering omvat onder andere regelgeving over huisvesting, het hanteren en het tentoonstellen van en demonstraties met roofvogels.’
Toch horen we hier en daar een verhaal van enkelingen die zich niet blijken te houden aan de geldende regels? Wat is jullie mening hieromtrent?
Kris: ‘De overgrote meerderheid van de valkeniers houden zich netjes aan de regels. Een vogel die een prooi volgt tot in een naburig jachtperceel, is inherent aan deze vorm van jacht. Dit gebeurt, daar zijn we open over. In wezen is dat te vergelijken met een jachthond die een aangeschoten stuk wild achtervolgt tot op de naburige jacht. Aan de andere kant heb je in elke groep een beperkt aantal individuen die zich jammer genoeg niet aan de wetgeving houden en regels met de voeten treden. Zo ook bij de jacht met de roofvogel. Als federatie durven we benadrukken dat deze personen zich beter zouden distantiëren van het begrip ‘valkerij’ en ‘valkenier’. We veroordelen dergelijke praktijken en we zullen de beoefenaars ervan nooit steunen en hun eigengereid optreden steevast afkeuren.’
Dat is een duidelijk standpunt. Waar kunnen geïnteresseerden terecht voor meer info?
Kris: ‘De Belgische Valkerij Federatie is de overkoepeling van de Belgische Valkerij Verenigingen. De federatie heeft tot doel de belangen van de valkerij te behartigen en stelt zich daarmee niet alleen ten dienste van haar beoefenaars, maar zal de verworven kennis en deskundigheid ook ten dienste stellen van de bevoegde overheden, groeperingen en personen, ter bevordering van de valkerij en van de bescherming en het welzijn van de roofvogels. Wie meer wil weten kan steeds terecht op onze website.’