‘Geef de jeugd alle kansen en stel op die manier de toekomst van de jagerij veilig.’ Daartoe roept Briek Vancompernolle op in een column in het ledenmagazine De Vlaamse Jager. Vancompernolle is zelf Jong Jager en federaal jeugdsenator.
Sinds 2016 schommelt het aantal Vlaamse jachtverloven rond de 13.000. En hoewel dat aantal relatief stabiel blijft, is binnen deze groep toch een evolutie zichtbaar. Namelijk: steeds meer jongeren en vrouwen schrijven zich in én slagen bovendien voor de Vlaamse jachtopleiding. Wat aantoont dat voor de jacht in Vlaanderen wel degelijk een draagvlak bestaat.
Maar uit die anonieme cijfers komt niet echt naar voren wat jongeren écht denken over jacht. Daarom legde ik – als student aan de UGent en lid van een jeugdbeweging – mijn oor te luisteren bij mijn generatiegenoten. Benieuwd wat ze van mijn passie vonden.
En wat blijkt? De signalen zijn hoofdzakelijk positief. Van vrienden over het gehele politieke spectrum heb ik bijna uitsluitend goede reacties gekregen. Veel jongeren, begaan met ecologie en de opwarming van de aarde, zijn bijvoorbeeld het idee van korte keten zeer genegen. Want op een verantwoordelijke en eerlijke manier een stuk wild oogsten, heeft zo goed als geen impact op het klimaat en vervuilt niet.
Ook het voortdurend buiten zijn, in weer en wind, en op die manier het jachtrevier door en door leren kennen, is iets wat jongeren van mijn leeftijd duidelijk aanspreekt. Studenten die doorheen de week op hun kot in een studentenstad zitten, voelen al wel eens de drang om in een bos of een hei te kunnen vertoeven. Diverse vrienden hebben daarom al gevraagd om mee te mogen lopen in de drift.
Ook voor jongeren die veel reizen, en voor wie de wereld geen grenzen kent, blijft een daguitstap naar Wallonië om mee te helpen drijven een hele belevenis. Het vroege opstaan, het machtige landschap, de diepe bossen en de camaraderie is een avontuur an sich.
Wat hen dan tegenhoudt om niet zelf deel te nemen aan het jachtexamen en de jagers in het veld te vervoegen? Enerzijds onwetendheid, anderzijds het financiële kostenplaatje.
Wat de onwetendheid betreft. Diverse malen heb ik mogen uitleggen dat een ree geen jong hert is, maar een totaal eigen ondersoort. En ook het doembeeld van de rijke blanke jager die dieren zonder scrupules neermaait, zit nog steeds diep, en schrikt af. Door open te communiceren en te vertellen over de jacht, kan de sector die barrière doorbreken. Ik merk het zelf ook: als ik dat clichébeeld onderuit haal, en zeg dat het helemaal niet klopt, zie ik ineens de interesse groeien.
Op het kostenplaatje hebben jagers jammer genoeg minder invloed. Provincietaksen, Vlaamse- en Waalse jachtvergunningen, de kostprijs om te leren kleiduifschieten… het maakt het niet bepaald laagdrempelig om zelf met een vakantiejob te kunnen bekostigen.
Vandaar, laat ons focussen op wat de sector wel kan aanpakken: informeren en begeesteren van jongeren, en ze alle kansen geven. Stel de toekomst van de jagerij veilig. Want de jeugd wil jagen.