‘De beste manier om als Nederlander in Vlaanderen in te burgeren? Volg de jachtcursus.’ Dat schrijft Nederbelg Levina de Jonge in een wisselcolumn in De Vlaamse Jager, het ledenblad van Hubertus Vereniging Vlaanderen. Levina de Jonge (35) is historicus en werkt als Public Affairs Officer bij FACE.
IJskoud was het in het kasteel, koud voor de maand april, maar precies zoals je verwacht in zo’n gebouw. Mijn vriend en ik waren voor de jachtcursus in Lavaux-Sainte-Anne. We keken verschrikt naar iemand in korte broek, wezen naar de mooie opgezette dieren en genoten van de jachthoornblazers (sinds kort op de Unesco-lijst immaterieel erfgoed!). De dag was een herhaling van alle lesstof, en zo renden we van gebouw naar vleugel, keldertrap af en torentrap op. Op hoge snelheid vlogen we door de stof heen, zo snel dat we niet altijd alles goed verstonden. ‘.. pie-zja-ma ..’, zei de leraar. ‘Wat zegt hij nou precies?’ fluisterden we elkaar toe. ‘Gewoon fonetisch opschrijven, we zoeken het later op.’
Mijn vriend en ik volgden, als Nederlanders werkend in Brussel, de jachtcursus in Kortenberg. We wilden meer leren over fauna en wildbeheer en genoten van de wekelijkse lessen. In de ene zaal beoefende men vechtsport, in de andere zaal werd dansles gegeven, en zo klonken hits als Madonna’s ‘Like a Virgin’ zachtjes onze lesruimte binnen. Waar wetgeving werd besproken, enders werden aangewezen, het verschil tussen een ‘exote sans/avec papier’ werd uitgelegd, of nippend van een pintje de eenden werden bestudeerd. Een ‘pie-zja-ma’-situatie kwam ook daar wel eens voor, en zo leerden we veel nieuwe woorden die we in de Brusselse bubbel niet tegenkwamen. Ook al hadden we Belgische vrienden, zo’n intensieve kennismaking met de Belgische cultuur was niet mogelijk geweest zonder de cursus. Ok, we wisten wat een dikke nek was. Maar iets knal van buiten leren (vs van binnen en buiten leren), spreken over een mainjum (BE) vs meknum (NL) voor een Magnum, en vele andere woorden of uitspraken waren nieuw voor ons.
Hadden wij anders ooit onze zaterdagochtenden doorgebracht op de schietbaan in Ruisbroek? Of waren we op een zomerse avond op de schietstand Zilverberg beland, om later vol zelfvertrouwen op de militaire baan Leopoldsburg het kogelschietexamen af te leggen? Wat een geweldige ervaringen, lessen en mensen hebben wij zo leren kennen. Ik kan het iedere Nederlander aanraden om zo in te burgeren in Vlaanderen en België. En wat serieuzer: om oneindig veel meer te weten te komen over de natuur en jacht. Helaas hebben vele cursisten dit jaar niet hetzelfde plezier uit de lessen kunnen halen, hopelijk is het volgend jaar weer mogelijk.
Inmiddels werk ik alweer bijna twee jaar voor FACE, de Europese belangenvertegenwoordiger voor nationale jagersverenigingen. In mijn functie komt mijn kennis en interesse voor politiek en jacht perfect van pas als intermediair tussen FACE en het Europees Parlement. Ook hier blijf ik oneindig veel leren, al spreken Europarlementariërs doorgaans niet over een pie-zja-ma, wat natuurlijk een frisling betekent.