Nieuws

Weidelijkheid: Hoe stevig mag ik tekeer gaan tijdens het bestrijden van duiven?

Sven Sels, een jager uit Antwerpen, verzorgt in het HVV-ledenblad de reeks ‘Weidelijkheid’, waarin hij iedere maand kritisch nadenkt over ethische verantwoord gedrag in de jachtsector. Deze keer: mag ik een volledige populatie aan houtduiven decimeren in het kader van bestrijding?

 

1. Situatie

Op een dag krijgt Jan, die bekend staat als een ‘goed geweer’, van Charles de uitnodiging om samen duiven te bestrijden op het graan. Wanneer Jan bij het veld aankomt, ziet hij tot zijn verbazing geen graan meer staan.

‘Geen probleem’, sust Charel wanneer hij de bedenkelijke blik van Jan opvangt.

De gemengde gevoelens blijven Jan achtervolgen. Is dit werkelijk nog bestrijding, en niet eerder een flauw excuus om te schieten? Maar nadat de eerste duiven zijn gearriveerd, besluipt Jan een licht euforisch gevoel wanneer hij enkele prachtige doubletten uit de lucht weet te plukken.

Na een halve dag schieten begint zijn schouder pijnlijk aan te voelen en hij is dan ook niet rouwig wanneer Charel het teken geeft om te stoppen.

‘Hier, voor jou’, zegt Charel en drukt hem een zak met duiven in de hand. Jan die weet dat niets zo lekker smaakt dan een rosé gebakken duivenfilet, neemt de buit in dank aan. Wanneer hij thuis komt, begint hij meteen met plukken, maar bemerkt dat een aantal duiven al niet zo fris meer ruikt, de buik groen begint uit te slaan en er zitten al vliegeneitjes. Ook blijkt het vooral om volwassen duiven te gaan, die vaak nog een broedvlek op de buik vertonen of duivenmelk in de krop hebben.

Door wat hij achteraf allemaal weet, begint Jan te twijfelen: hij heeft aardig wat duiven geschoten, maar was dat wel  gerechtvaardigd?

2. Wettelijk

Duiven kunnen aanzienlijke schade toebrengen aan landbouwgewassen. Het is niet alleen het recht maar ook de plicht van de jager om die overlast aan te pakken. Daarom voorziet de wetgever in de mogelijkheid van bijzondere bejaging (ter voorkoming van schade) en bestrijding (bij acute schade).

Meer nog: wanneer de jachtrechthouder hierbij in gebreke blijft, kan hij door de landbouwer verantwoordelijk gesteld worden voor de geleden schade.

3. Weidelijk 

Bij duiven stelt zich het probleem dat bepaalde teelten en gewassen soms duiven van ver buiten het eigen jachtrevier kunnen aantrekken. In een dergelijk geval is de procedure: eerst proberen te verjagen.

Als echter overgegaan wordt tot bestrijding en bijzondere bejaging betekent dat niet dat jagers plots zomaar alle weidelijkheidsregels overbood moeten gooien. Hoewel duiven bijna het jaar rond broeden, situeert zich de hoofdperiode van de voortplanting toch in het voorjaar en de zomer. Wanneer echter beide oudervogels geschoten worden, betekent dit onherroepelijk de hongerdood voor de jongen, iets wat een jager uit respect voor het wild te allen tijde moet vermijden.

Daarnaast zorgen de weersomstandigheden ervoor dat het wildbraad al snel ongeschikt wordt voor consumptie.

Ondanks toegenomen interesse voor de duivenjacht tekenen de afschotcijfers binnen de meeste wildbeheereenheden de laatste jaren voor een sterke daling. Ook in Duitsland zijn de afschotcijfers de laatste tien jaar meer dan gehalveerd. Dit zou er wel eens op kunnen wijzen dat de populaties over het algemeen zijn afgenomen.

Een van de redenen hiervoor zou kunnen liggen in de verschraling van de landbouw. Nu de meeste koeien het jaar rond op stal staan en weiden vervangen worden door aardappelen, maïs en maaigras, ontbreekt het duiven in veel streken tijdens de voortplantingsperiode aan paardenbloem, vogelmuur en klaver om hun jongen groot te brengen. Dit betekent dan weer dat ze zich nog meer concentreren op percelen met erwten of graan. Wanneer daar dan intensief bestreden wordt, kan dit de populatie van een hele streek aanzienlijk uitdunnen. Vanuit het aspect duurzaamheid vallen daar – terecht – vragen bij te stellen.

Ook van belang in dit debat is het maatschappelijke draagvlak. Zo werd ik als WBE-voorzitter reeds herhaaldelijk gecontacteerd door buurtbewoners, het Agentschap voor Natuur en Bos en de lokale politie met vragen over bestrijding van duiven, velen over de geluidsoverlast. Zelfs wanneer alles wettelijk in orde blijkt, betekent dit nog niet dat het ook bevorderlijk is voor het imago van de jacht.

4. Hoe mij te gedragen? 

Moet een jager daarom passief toezien als op een perceel schade dreigt? Neen, maar, zoals altijd, overdaad schaadt: onder het mom van bestrijding hele populaties duiven decimeren, valt af te raden.

Daarom enkele simpele regels.

  1. Eerst en vooral kan men de landbouwer bijstaan met preventieve maatregelen zoals voorzien in de Code Goede Praktijk;
  2. In plaats van met een groep op enkele dagen een hele populatie te decimeren, is het verstorend effect veel groter wanneer verschillende jagers om beurt regelmatig aanzitten;
  3. Concentreer je voornamelijk op de jonge exemplaren die door ontbrekende witte vlek goed herkenbaar zijn;
  4. Wanneer er toch volwassen vogels worden geschoten, vermijd dan doubletten op aanvliegende koppels;
  5. Zorg ervoor dat geschoten exemplaren tijdig kunnen worden afgekoeld zodat het kostbaar wildbraad niet bederft;
  6. Stel je de vraag of het gebruik van een duivencarrousel wel wenselijk is wanneer men duiven juist wil verjagen in plaats van aantrekken