‘Het bestrijden van invasieve soorten behoort tot de kernopdracht van iedere jager.’ Dat zegt Gert Michiels, coördinator van het Kenniscentrum van Hubertus Vereniging Vlaanderen.
Gert Michiels stond onlangs, samen met Tim Adriaens, wetenschappelijk onderzoeker van het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (zie foto), voor de camera om tekst en uitleg te verschaffen over invasieve exoten in Vlaanderen. ‘Een jager die een exotische vogel of zoogdier voor zijn vizier ziet verschijnen, moet niet lang nadenken: afschieten.’
In april is een aflevering op PlattelandsTV over de bestrijding van invasieve exoten verschenen. Waarom precies dat onderwerp?
Omdat invasieve exoten in korte tijd veel beheerwerk kunnen kapotmaken en omdat het vrijwaren van de biodiversiteit onder de verantwoordelijkheid van jagers valt. En aangezien die vaak in de natuur komen, lijken zij de meest aangewezen personen om het Vlaamse landschap te beschermen tegen schadelijke elementen.
Maar eerst: hoe luidt de definitie van een invasieve exoot?
Exoot slaat op het feit dat het om een uitheemse soort gaat, die van nature niet in Vlaanderen of België voorkomt. Invasief op de negatieve impact en de snelle verbreiding ervan.
Negatief, zoals?
Het onder druk zetten of opeten van inheemse soorten, het overdragen van ziektes, een gevaar vormen voor de volksgezondheid of economische schade berokkenen. In Europa zijn al bijna 11.000 uitheemse soorten vastgesteld, en ook in Vlaanderen nemen hun aantallen toe.
Naar fauna toe, welke zijn de meest voorkomende soorten in Vlaanderen?
De nijlgans, de Chinese muntjak, de wasbeer, en naar de toekomst toe: mogelijk de wasbeerhond. Wanneer een jager een exemplaar ziet, dan gaat hij best meteen over tot bestrijding, weliswaar binnen het wettelijk kader.
En bestrijding is…
In het beste geval: afschot. Het zoveel mogelijk verwijderen van individuen, om zo populatievorming te beperken of beter nog: te voorkomen.
Wat na het beheer van de gestrekte dieren?
Na bestrijding kan en mag de jager de muntjak of de nijlgans verwerken voor eigen consumptie. Van de nijlgans valt bijvoorbeeld lekkere gerookte borsten te maken. In de handel brengen is, voor alle duidelijkheid, ten strengste verboden. Een wasbeer of een wasbeerhond vallen dan weer niet te eten, en kunnen beide drager zijn van ziektes en parasieten, gevaarlijk voor de mens. Beperk om die reden na afschot de manipulatie van het dier. Het INBO vraagt om deze soorten na het afschieten te verpakken in een zak en aan te bieden aan het marternetwerk waar vriezers ter beschikking staan.
Moet ik als jager ergens mijn afschot melden?
Daartoe roept Hubertus Vereniging Vlaanderen inderdaad op, meer specifiek op het intranet van de organisatie. Met deze gegevens in de hand kan Hubertus Vereniging Vlaanderen, maar ook INBO en Europa, zicht krijgen op de inspanningen die jagers leveren betreffende invasieve exoten. Het geeft tegelijkertijd een goed beeld over de verspreiding ervan, en mogelijke nieuwe broedhaarden.
Opvallend in het lijstje: er staan ook enkele bomen en planten in. Waarom?
Niet alleen dieren kunnen vervelende en soms onherstelbare schade toebrengen, ook sommige soorten flora zetten druk op de lokale biodiversiteit. In Vlaanderen gaat het dan onder meer over de Amerikaanse vogelkers en de Japanse duizendknoop, twee soorten die in menig jachtrevier voortkomen. Ook op dat vlak kunnen jagers hun steentje bijdragen. Hubertus Vereniging Vlaanderen wil dat graag benadrukken, en daarrond een bewustzijn creëren.