Volgens het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014 zijn kastvallen toegestaan bij de bijzondere jacht en de bestrijding van vos en gewone jacht op de verwilderde kat. Deze bepaling zorgde voor heel wat vragen bij onze leden, zoals: ‘Valt een betonbuisval onder de definitie van een kastval?’
Art. 1, 11° definieert de kastval als ‘een val om dieren levend te vangen en waarin de gevangen dieren zich vrij kunnen bewegen. De wanden van de val bestaan uit minstens drie vaste gesloten wanden’. Aangezien een val moet bestaan uit minstens drie vaste gesloten wanden, is een ronde buis dan toegestaan? Rijst er geen bijkomend interpretatieprobleem met artikelen 40 en 53 die stellen dat de bijzondere jacht en de bestrijding van vossen niet mag worden uitgeoefend binnen een straal van vijftig meter rond een vossen- of dassenburcht. Worden met andere woorden dergelijke kunstmatige constructies beschouwd als vossenburcht of niet?
De minister meldde HVV op 4 april ll. na overleg met het Agentschap voor Natuur en Bos en de Natuurinspectie dat betonbuisvallen, mits voldaan aan alle voorwaarden uit het jachtvoorwaardenbesluit, toegestaan zijn.
De minister verschaft dus zekerheid, betonbuisvallen kunnen gebruikt worden:
- voor de bijzondere jacht en de bestrijding van de vos na voorafgaandelijke melding aan het Agentschap voor Natuur en Bos;
- voor de gewone jacht op de verwilderde kat zonder melding;
- indien zich in één van de dichtvallende kleppen een opening van minstens 6.5 cm bevindt;
- indien geïdentificeerd met een weerbestendig plaatje waarop het jachtverlofnummer van de plaatser van de val en het telefoonnummer van de provinciale dienst van het agentschap leesbaar vermeld staan;
- indien niet groter dan 1 m³
Aangezien de constructie bestaat uit betonbuizen, al dan niet ingegraven, voldoet ze tevens aan artikel 51, eerste lid, 5° (en het vernietigde artikel 39,§1, eerste lid, 5°), met name dat de bovenwand uit ondoorzichtig materiaal moet bestaan.
Het betreft hierbij telkens door de mens geplaatste middelen met het doel om een bepaalde jachtwildsoort te vangen. Daarbij gelet op artikel 13, derde lid van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014 kunnen deze middelen niet beschouwd worden als de natuurlijke schuilplaats van de betreffende jachtwildsoort. Rekening houdend met het vierde lid van voorgenoemd artikel is het onderscheid met de natuurlijke schuilplaatsen visueel zeer duidelijk. Er is dus geen link tussen voorgenoemde val en een vossen- of dassenburcht.
Artikel 13 staat bovendien het gebruik van plantaardig en niet-levend dierlijk lokaas toe in kast- en kooivallen. De vallen moeten dagelijks gecontroleerd worden en bijvangsten moeten onverwijld losgelaten worden.
Dit standpunt is ook ten gronde afgetoetst bij de dienst Natuurinspectie van het Agentschap voor Natuur en Bos, zodat hierover op het terrein geen onduidelijkheid bestaat.
Let wel, deze betonbuisvallen en kastvallen kunnen voor de bijzondere jacht op de vos pas opnieuw ingezet worden nadat de Vlaamse regering de bijzondere jacht definitief herbevestigd heeft. Wij houden u verder op de hoogte.