Jagers in Vlaanderen schoten vorig jaar meer dan 2.000 wilde varkens. Een record. En ook opvallend: in steeds meer gemeenten werd een afschot gerealiseerd.
Elk jaar publiceert het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (INBO) de grofwildstatistieken van het aantal bejaagde everzwijnen in Vlaanderen. Welke lessen trekt Hubertus Vereniging Vlaanderen uit de recent gepubliceerde cijfers van 2019?
Les 1: 2.000 geschoten everzwijnen
Sinds het eerste afschot van everzwijnen in 2006 groeiden de aantallen exponentieel, met een voorlopig hoogtepunt in 2019: de kaap van 2.000 gestrekte everzwijnen werd namelijk overschreden. Ten opzichte van 2018 is dat een stijging van liefst 24%, bijna een kwart. Is dat een bewijs dat het aantal everzwijnen in Vlaanderen is toegenomen? Mogelijk. Maar voorlopig bestaat nog steeds geen goede methode om absolute aantallen van everzwijnen te tellen. Bovendien is voorlopig ook nog niet geweten of de inspanningen om everzwijnen te strekken in 2019 dezelfde, groter of kleiner zijn geweest dan deze in 2018.
Les 2. Grotere verspreiding wilde varkens
Sinds de opvolging van de everzwijnenpopulatie is het afschot in de provincie Limburg steeds hoger gebleken dan elders in Vlaanderen. Hieruit valt logischerwijs af te leiden dat in de meest groene provincie het grootst aantal wilde varkens leeft.
Opvallend daarnaast: de evers (met ook populaties in Antwerpen en Vlaams-Brabant) vinden elk jaar ook een nieuw territorium, want in steeds meer gemeenten wordt een afschot gerapporteerd. En in de gemeenten die reeds een afschot hadden, blijken de relatieve aantallen (het aantal varkens per honderd hectare) toe te nemen.
Les 3. Geen evers in West-Vlaanderen meer
In West-Vlaanderen heeft ter hoogte van het ‘Vloethemveld’ (Zedelgem) lange tijd een geïsoleerde populatie everzwijnen geleefd. De groep veroorzaakte heel wat schade, doch door een gemeenschappelijke inspanning van de lokale wildbeheereenheid, de jagers, de landbouwers en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) bleek het vorig jaar niet meer nodig om een afschot te realiseren. Volgens ANB zouden in 2019 noch waarnemingen, noch sporen zijn opgedoken.
Les 4. Geen angst voor autosnelwegen
De schade op nul houden: dat is voor het overgrote deel van faunabeheerzone Haspengouw het doel. Is dat gelukt? De gemeenten Kortessem en Tongeren, en het deel van Diepenbeek dat in faunabeheerzone 7 ligt, realiseerden effectief een afschot. Wat daarnaast opvalt: tot 2018 vormde de E314 als autosnelweg nog een grens, maar in 2019 wisten een aantal varkens de oversteek te maken. Potentieel konden die voor schade zorgen en een populatie beginnen vormen –maar door het kordaat optreden van de lokale jagers ging dat, gelukkig, niet door.
Les 5. Schade aan gewassen
Naast het afschot nemen – niet geheel onverwacht – ook de meldingen van schade aan gewassen toe. Deze meldingen zijn mogelijk sinds 2018, en zijn van belang om na te gaan of de vooropgestelde doelen in de faunabeheerzone werden behaald. Op de jaarlijks wederkerende overlegmomenten die het ANB inricht, komen deze data aan bod.