Postercampagnes in de metro van Parijs en Lyon. Een radiospotje op meer dan achthonderd lokale zenders. En een filmpje dat viraal gaat. Met een heuse mediacampagne willen de jagers in Frankrijk hun imago bijspijkeren.
Wie vandaag in Parijs, in Lyon, in Bordeaux, in Lille, Marseille of Toulouse de metro neemt, kan er niet naast kijken: aan de muren van de ondergrondse hangen levensgrootte posters met daarop telkens dezelfde prikkelend spreuk in vraagvorm: ‘Les chasseurs, premiers écologiste de France?’ –‘De jagers, de eerste ecologisten van Frankrijk?’
De portretten, waarop afwisselend een taling, een roodborstje of een beverrat afgebeeld staat, zeggen daarnaast in enkele zinnen wat jagers allemaal aan goeds doen voor de natuur. Zoals het verwijderen van invasieve exoten. Zoals de leefomgeving van zeldzame soorten watervogels beschermen. Zoals participeren aan wetenschappelijk onderzoek.
Tegenstanders van de jacht, met name de dierenrechtenorganisatie van Brigitte Bardot, noemen de spreuk ‘provocerend en een slechte grap’. Maar de sector zelf spreekt over een geslaagde campagne, die het nodige stof deed opwaaien en het debat op scherp zette.
Puur praktisch gezien gaat het inderdaad om een nooit eerder gezien offensief, die allicht een aardige duit kostte. Want naast de dure postercampagne in de publieke ruimte, nam de Franse jachtvereniging ook een tiental radiospotjes op, en het maakte een strak geregisseerd filmpje, met zachte kleuren en opzwepende muziek, op het heroïsche af. Opmerkelijk op dat vlak: in het filmpje komt geen enkel wapen of geschoten dier voor.
Wel verschijnen één voor één de werkwoorden: Ontdek. Bestudeer. Bescherm. Houden van. Een combinatie die het hart van de kijkers moet veroveren, aldus Willy Schraen, de voorzitter van de Franse jachtorganisatie.
Maar volgens de krant Le Monde zit het verrassende van de campagne veeleer in de taal, in de onverwachte boodschap: de jagers ‘gebruiken namelijk het vocabularium van de natuurorganisaties’ –de gezworen tegenstanders. Waardoor die plots in de verdediging zitten.
Schraen beaamt die strategie: ‘Te lang lieten we de vrijheid aan de tegenstemmen, die handig gebruik maakten van sociale media en televisie om onwaarheden te verspreiden en het imago van de jacht te besmeuren’.
De campagne staat volgens Schraen tevens ook voor een nieuwe houding binnen de jachtsector zelf. Vroeger luidde het adagium: ‘vivons heureux vivon cachés’ –gelukkig leven door verborgen te leven. Maar daarmee krijgt de tegenpartij de volledige ruimte en vrijheid om de jacht in een kwaad daglicht te stellen –en dat wil Schraen niet meer. Daarom dat Frankrijk, in navolging van Nederland en Vlaanderen, voortaan resoluut de kaart trekt van transparantie en communicatie.