Een infografiek die alles samenvat
Op 15 oktober begint het jachtseizoen. Wie denkt dat jagers nu pas hun rubberlaarzen en waxjassen vanonder het stof halen, is goed mis. Jagen is namelijk geen activiteit die begint op 15 oktober en eindigt in februari, maar een passie die elke dag wordt beleefd. Of het nu gaat over een nachtje observeren of over het aanplanten van bossen, de jager staat paraat om zijn steentje bij te dragen aan de biodiversiteit.
Als enige belangenvereniging voor de jacht is het de taak van HVV om de verwezenlijkingen van haar leden te openbaren. In dat kader lanceerde HVV in het najaar van 2016 een enquête onder haar leden om de inspanningen van de Vlaamse jagers in kaart te brengen. Hubertus Vereniging Vlaanderen heeft vastgesteld dat veel burgers niet op de hoogte zijn van deze inspanningen. We bundelden de resultaten in een wetenschappelijk rapport. Concreet beantwoordden meer dan 1000 jachtgroepen vragen over hun realisaties op het vlak van habitatverbetering, over hun samenwerking met landbouwers, over het voorzien van extra voedsel in de periode dat dieren het moeilijk hebben en over de acties die ze nemen om dieren te observeren en te tellen.
Uit de enquête kwam naar voren dat bijna 70 % van de deelnemende Vlaamse jachtgroepen fauna-akkers inzaait. Inzaaien van bloemen-, grassen- en kruidenmengsels zijn goed voor het wild maar ook voor diverse akker- en zangvogels en bijensoorten. Aangezien deze fauna-akkers in de winter blijven staan, zorgen ze ook in deze barre periode voor voedsel. Meer dan 50% van de jachtgroepen legde in de afgelopen 10 jaar heggen of houtkanten aan, 30 % van de jachtgroepen legden poelen of vijvers aan en een even groot aandeel van de jachtgroepen plantte in de voorbije 10 jaar nieuwe bossen aan.
Jagers en landbouwers hebben elkaar nodig en werken nauw samen. Jachtgroepen proberen landbouwers te overtuigen om hun landbouwland wild- en natuurvriendelijk in te richten en te beheren. Zo zijn er samenwerkingen waarbij de landbouwer zijn maaidatum doorgeeft waarop jagers met de hond door het perceel gaan om te vermijden dat reekalveren en andere dieren worden dood gemaaid. Ruim 40 % van de jagers koopt een deel van de teelt op om deze te laten overwinteren op het terrein. Dit zorgt voor voedsel tijdens de wintermaanden, die voor het wild en voor andere dieren een hongerige en zware periode vormen. Tijdens strenge winters voedert meer dan 90% van de jagers fazanten, patrijzen en hazen bij via voederstations. Akkervogels zoals geelgors en grauwe gors en diverse zangvogels profiteren hiervan mee.
Een belangrijk onderdeel van doordacht wildbeheer is monitoring. Uit de enquête blijkt dat de Vlaamse jachtgroepen meer dan 128.000 uren spenderen aan observatie en tellingen. Deze tellingen zijn een verplichting om te mogen jagen. De jagers stellen deze data gratis ter beschikking van de overheid. Jagers zijn dus goed op de hoogte van wat er leeft in hun jachtveld.
Het overgrote deel van de tijd zijn jagers bezig met faunabeheer dat de volledige biodiversiteit, en dus ook onze samenleving, ten goede komt. De deelnemende jachtgroepen hebben in 2015 minstens 337.000 uren aan faunabeheer gespendeerd. De inspanningen van 31,7 % van alle Vlaamse jachtvelden worden geschat op een economische waarde van € 7.593.188. Wanneer we dit verder trekken naar Vlaanderen komen we op € 24.259.385.
Een eerlijk, gezond, smakelijk stukje wild, met een kleine ecologische voetafdruk is het resultaat van een jaar lang inspanningen en beheer
Download hier:
Het volledige achtergrondrapport