Het arrest van de Raad van State van 10 januari 2019 vernietigde de bestrijdingsregeling van onder meer kraai, kauw en ekster. De Raad oordeelde dat een aantal versoepelingen uit 2016 in strijd waren met de Europese Vogelrichtlijn uit 1979. In essentie stelde de Raad van State dat de uitzonderingsregeling tot het bestrijden van een beschermde soort strikt moet worden uitgelegd en toegestaan op basis van vergunningen die steunen op een nauwkeurige en treffende motivering. Voorheen moest de bestrijding via de aanvraagprocedure enkel gemeld worden, wat ertoe leidde dat het Agentschap voor Natuur en Bos geen enkele beslissing nam.
Op 25 januari 2019 besliste de Vlaamse regering om deze vernietiging te repareren en werd voorzien dat het Agentschap een gemotiveerde beslissing neemt binnen de twee werkdagen na het insturen van de aanvraag. Hierin staat tevens opgenomen dat de bestrijding van rechtbekken mogelijk wordt voor de duurtijd van het faunabeheerplan. Voor elke beslissing van het agentschap wordt een vergunning afgeleverd aan de aanvrager. In de vergunningen, die afgeleverd werden voor de looptijd van het faunabeheerplan, lezen we veelal dat op het weerbestendig plaatje, naast de naam van de te bestrijden soort, het telefoonnummer van het agentschap en het jachtverlofnummer van de plaatser van de val ook het referentienummer van de vergunning vermeld moet worden. Vergeet dit niet!
Met deze bepaling toont de overheid aan burger en toezichthouders aan dat de plaatsing van de vangkooi en val gebeurt op basis van een gemotiveerde beslissing. Het niet naleven van de bepalingen uit de vergunning kan aanleiding geven tot een bestuurlijke en/of strafrechtelijke sanctionering volgens het Milieuhandhavingsdecreet.