Els De Porre pleit als gepassioneerd jaagster voor meer ‘feminisme en gelijke kansen’ in de jacht. “Meer
vrouwen in beeld? Het kan het draagvlak voor de sector alleen maar ten goede komen.”
“Als ik een trui uittrek, wil ik van de mannen rondom mij niet te horen krijgen dat ik altijd meer mag uitdoen. Dat soort opmerkingen vind ik ongepast.”
Els De Porre kwam op Hunting Gent spreken over vrouwen en jacht en de barrières die zij, en haar seksegenoten, soms ervaren in de sector. Ook richting Hubertus Vereniging Vlaanderen uitte ze kritiek: “Ik voel mij niet vertegenwoordigd, omdat in de raad van bestuur geen enkele vrouw zit. Ik herken mij niet in de samenstelling. Terwijl het belang van een rolmodel niet te onderschatten valt.”
Clichébeeld ontkrachten
Heeft De Porre een punt? Het goede nieuws is dat het aantal actieve vrouwelijke jagers in Vlaanderen jaar na jaar groeit. Ook de inschrijvingen voor het jachtexamen zitten in stijgende lijn. Maar gekeken naar de concrete aantallen blijft het echter bij een beperkte groep, namelijk ergens tussen de drie tot vier procent van het totaal aantal jagers.
Ook in vergelijking met de buurlanden, alle verhoudingen in acht genomen, bengelt Vlaanderen onderaan het lijstje. Frankrijk zit reeds aan de symbolisch belangrijke vijf procent vrouwelijke jagers. Duitsland tekent voor het dubbele: een kloeke tien procent. Nederland schommelt ondertussen rond de zeven procent.
Die cijfers geven natuurlijk niet het volledige plaatje, beseft De Porre. In het hele gebeuren rond de jacht zijn vrouwen evengoed actief: als drijver, als hondenfokker, als voorjager of als gastvrouw, de meest traditionele rol. Maar als het op effectief jagen aankomt, kampt Vlaanderen met een ‘historische achterstand’.
Dat vindt De Porre vreemd. Vooreerst op een filosofisch, abstract niveau: “Sinds jaar en dag is de natuur vrouwelijk, ook in het woordenboek, net zoals natuurbescherming. Het zou dan ook logisch zijn dat de zorg voor plantjes, bossen, dieren en plassen in de handen van vrouwen ligt. Maar dat gebeurt helemaal niet. De natuur mag dan vrouwelijk zijn, haar beheerder is mannelijk”, citeert De Porre uit een artikel uit De Standaard, over precies dit onderwerp.
Maar niet alleen wijsgerig, ook strategisch en pr-gewijs, vindt De Porre het vreemd dat een sector als de jacht, die nochtans kampt met een hardnekkig negatief imago, niet harder inzet op feminisme en gelijke kansen.
“Want hoe meer vrouwen de rangen vervoegen, hoe harder het cliché gecounterd wordt. Een jager voldoet dan niet meer aan het beeld van een blanke man van middelbare leeftijd, met een bierbuik, die op alles schiet wat beweegt. Dat traditionele oordeel leeft bij veel niet-jagers, en helpt de gedragenheid van onze passie niet. Daarom: door de vrouw naar voren te schuiven en prominenter in beeld te brengen, verandert die perceptie.”
Of zoals Geert Van den Bosch, directeur Hubertus Vereniging Vlaanderen, het ooit verwoordde in een krant: “Meer vrouwen? Het haalt de negatieve lading uit de discussie.”
Minder schieten, meer precisie
“Niet alleen de perceptie, ook de praktijk zelf verandert met meer vrouwen in de jachtgroep” volgens De Porre. Uit wetenschappelijke onderzoek blijkt dat vrouwen gemiddeld trager schieten dan mannen, maar dat compenseren ze met meer precisie. “Ze raken hun doelen beter”, aldus De Porre. Wat dat voor positief effect zou kunnen hebben op het veld? Mogelijk minder ziek geschoten dieren.
De Porre vermoedt op den duur ook een mentaliteitswijziging, die samen te vatten valt als volgt: “Ethiek boven resultaten. Het schieten van het dier behoort niet tot de eerste prioriteit van de vrouwelijke jager,” zegt ze: “wel de omstandigheden waarin het schot gelost wordt. Dat vormt de allereerste en de allerbelangrijkste betrachting, dat het weidelijk gebeurt, correct, wettelijk, volgens de strenge regels van het spel. En laat dat nu net het soort jagers zijn waarvan we er nooit genoeg in onze rangen kunnen hebben.”
Paternalistisch
Kortom, De Porre ziet alleen maar voordelen bij een toename van vrouwen in de jacht. Maar toch gebeurt het niet, of onvoldoende snel. Hoe dat komt? Een vrouw, ter verklaring, moet namelijk meerdere barrières tegelijkertijd nemen. “Wie dieren schiet, moet zich altijd verantwoorden. En vrouwen misschien nog harder dan mannen. Want vrouwen, volgens een traditionele maar kortzichtige opvatting, dienen te baren, niet te doden. Dat kan potentieel gegadigden afschrikken om de stap te zetten, meer dan het bloederige aspect van jagen.”
Bovendien blijft de jachtwereld een mannenbastion, waar machogedrag nooit veraf blijkt. “Als ik een trui uittrek, wil ik niet te horen krijgen dat ik altijd meer mag uitdoen. Dat ik niet moet stoppen. Of wanneer ik aan mijn zus, tijdens een jachtbeurs, het grendelsysteem van een buks aan het uitleggen ben, wil ik niet dat plots een oudere man het wapen uit mijn handen rukt om eventjes te tonen hoe het zogezegd moet. Dat soort paternalistisch gedrag hoeft niet, het vernedert. Bij mannen zouden ze dat ook niet doen.”
Nood aan voorbeeldrollen
Maar concreet: wat kan de sector doen om meer openheid te creëren richting het vrouwelijke geslacht? Drie zaken, ziet De Porre.
Eén: “Behandel vrouwen en mannen gelijk. Geef beide evenveel kansen, maak geen onderscheid op basis van geslacht. En laat de denigrerende uitspraken thuis.”
Twee: “Stel je netwerk ter beschikking. Open de rangen. Veel vrouwelijke jagers beginnen te jagen omdat hun partner jaagt, niet omdat ze van een familie komen met een jachtachtergrond. Door ze toe te laten, wordt een eerste belangrijke horde genomen.”
Drie: “Zet in op rolmodellen. Zorg voor identificatie. Vrouwen moeten zich kunnen herkennen, zowel in besturen van wildbeheereenheden, als in het bestuur van Hubertus Vereniging Vlaanderen. Het is 2019, en dus moet voor mij Hubertus Vereniging Vlaanderen een voortrekkersrol spelen in dit debat. Ik voel de laatste jaren een verbetering op dat vlak, maar de organisatie moet die modernisering nog harder doortrekken. Dat komt tenslotte niet alleen de vrouwen ten goede, maar in feite de hele sector.”