Nieuws

Predatie vormt grote bedreiging voor Vlaamse akker- en weidevogels, blijkt uit nieuw INBO-rapport

Grondbroedende akker- en weidevogels blijven in Vlaanderen achteruitgaan, net zoals elders in Europa. Een nieuw rapport van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) wijst predatie aan als een belangrijke oorzaak. De onderzoekers stellen dat effectief predatiebeheer kan bijdragen aan het herstel van deze kwetsbare vogelsoorten.

Wat staat er in het rapport?

Het 291 pagina’s tellende rapport kwam er op uitdrukkelijk verzoek van HVV en onderzoekt de impact van predatie op grondbroedende akker- en weidevogels in Vlaanderen. Aan de hand van voornamelijk buitenlandse studies wordt gekeken naar hoe predatie de overleving van deze vogels beïnvloedt. Het rapport bespreekt de rol van een dertigtal predatoren in de predatie van grondbroeders, variërend van carnivoren zoals de vos en steenmarter tot omnivoren zoals het everzwijn en de das, en ook verschillende roofvogels en kraaiachtigen. Daarnaast worden maatregelen voorgesteld om predatie in Vlaanderen aan te pakken.

Predatie als ‘limiterende factor’

Het rapport concludeert dat predatie een ‘limiterend effect’ heeft op de Vlaamse akker- en weidevogelpopulaties, aangezien het de overlevingskansen van zowel jonge als volwassen vogels aanzienlijk vermindert — in die mate dat de populatiegroei wordt belemmerd en er zelfs sprake is van afname. Daarom concluderen de onderzoekers dat deze vogelsoorten gebaat zijn bij effectief ‘predatiebeheer’. Dat houdt volgens hen meer in dan alleen het terugdringen van predatorpopulaties. Effectief predatiebeheer combineert dodelijke (letale) maatregelen, zoals afschot, met niet-letale maatregelen zoals biotoopbeheer en het afschermen van nesten met rasters. Op die manier wordt het landschap minder aantrekkelijk voor predatoren en krijgen kwetsbare akker- en weidevogels meer overlevingskansen, zo staat in het rapport.

De onderzoekers benadrukken dat een multisoortenaanpak, waarbij gelijktijdig maatregelen worden genomen tegen verschillende predatoren, de beste manier is om de vogelpopulaties te helpen herstellen. Verschillende predatorsoorten dragen immers gezamenlijk bij aan de predatiedruk op akker- en weidevogels. Hoewel predatiebeheer tijdelijke verbetering kan bieden, wijzen de onderzoekers erop dat duurzaam herstel alleen mogelijk is door het verbeteren van het leefgebied van akker- en weidevogels. Zolang het grootschalige verlies en de versnippering van geschikt leefgebied niet worden aangepakt, blijft predatiebeheer volgens hen slechts een kortetermijnoplossing. Daarom pleiten zij voor een fundamentele hervorming van het landbouwsysteem, om de achteruitgang van deze vogelsoorten op lange termijn te stoppen en hun toekomst in Vlaanderen veilig te stellen.

De onderzoekers benadrukken dat een multisoortenaanpak, waarbij gelijktijdig maatregelen worden genomen tegen verschillende predatoren, de beste manier is om de vogelpopulaties te helpen herstellen.

Focus op drie pijlers: leefgebied, wintervoedsel en predatorcontrole

HVV is weinig verrast door de resultaten van het nieuwe INBO-rapport. Het rapport brengt namelijk weinig nieuws, aangezien buitenlandse studies al herhaaldelijk het nut van predatorcontrole voor kwetsbare akkerfauna hebben aangetoond. HVV beschikt bovendien al geruime tijd over het merendeel van de studies die in het rapport worden aangehaald en heeft deze meermaals gebruikt om haar standpunt over de impact van predatie te onderbouwen.

HVV beschouwt een volledige ommekeer van het landbouwsysteem en een terugkeer naar landbouwmethoden van vroeger – zoals voorgesteld in het rapport – als een utopie. Ook de veronderstelling dat akker- en weidevogels zich zouden kunnen handhaven in een ‘voldoende hersteld’ landschap zonder dat predatie wordt aangepakt, wordt in het INBO-rapport nauwelijks wetenschappelijk onderbouwd.

Volgens HVV richt effectief herstel van grondbroeders zoals de patrijs zich op drie belangrijke oorzaken van achteruitgang: het herstel van leefgebied, het voorzien van wintervoedsel en doorgedreven predatorcontrole. Laatstgenoemde is, in tegenstelling tot wat het INBO-rapport stelt, geen tijdelijke oplossing, maar een evenwaardige en complementaire maatregel. Het combineren van deze drie factoren blijkt effectief voor het ondersteunen van akkerfauna in een modern landbouwlandschap, zoals blijkt uit Britse studies en praktijkvoorbeelden. Daarnaast kan het verbeteren van het leefgebied, samen met predatorcontrole, de benodigde oppervlakte voor leefgebiedmaatregelen verkleinen, wat ook wordt bevestigd door meerdere studies die in het INBO-rapport worden genoemd. Deze aanpak is vooral relevant voor dichtbevolkte en intensief gebruikte landschappen zoals Vlaanderen, waar ruimte voor het inrichten van geschikt leefgebied beperkt is.

HVV pleit voor ruimere bejagingsmogelijkheden voor predatorcontrole

Het nieuwe INBO-rapport bevestigt dat predatie een grote bedreiging is voor grondbroedende akker- en weidevogels in Vlaanderen en dat gerichte maatregelen tegen predatoren kunnen helpen bij het herstel van deze kwetsbare vogelsoorten. HVV pleit dan ook voor ruimere bejagingsmogelijkheden om de gunstige impact van predatorcontrole op kwetsbare fauna te vergroten. Het rapport benadrukt dat een aanpak die meerdere predatorsoorten betreft, het meest effectief is, aangezien verschillende predatorsoorten verantwoordelijk zijn voor de predatie.

Tekst: HVV