Nieuws

Standpunt: corona en het buitengebied

‘Het herontdekken van de natuur door corona, kan het succes van de jachtsector ten goede komen.’ Dat schrijft het HVV-bestuur in het ledenmagazine van april.

Lente, het seizoen van de lyriek. Van het leven dat opveert en strevend zijn plek opeist. Seizoen van het opspattende groen, de volle kruinen, de vruchtbare aarde, en van de hemelse geuren.

Lente – zo schrijft de Vlaamse dichter Karel van de Woestijne in zijn onnavolgbare barokke stijl – is het ‘broeiënd vuur van het bremstige gloren, een tijdperk van wijdsche heerlijkheid’.

Net daarom vertoeven mensen in die periode zo graag in de natuur. Omdat het zien ontluiken van al die oerkracht, aanstekelijk werkt. In de lucht hangt dan de bijna tastbare belofte van zon, van het goede leven, van (geestelijke en lichamelijke) vervulling.

En dat schept moed. Geeft energie. Zorgt voor afwisseling, zeker nu het bestaan al meer dan een jaar gekaapt wordt door een pandemie die iedereen thuis houdt.

Maar met de lente, en de drang om naar buiten te vluchten, komt ook een uitdaging – namelijk de gezamenlijke zorg voor het buitengebied. Want door de verhoogde toestroom aan recreanten op zoek naar verpozing, dreigt de situatie uit de hand te lopen. Met als eerste en belangrijkste slachtoffer de natuur zelf.

Overal waar grote groepen mensen komen, blijft – helaas – vaak afval en rotzooi liggen. Niet iedereen volgt ook even gezagsgetrouw de paadjes, waardoor kwetsbare bloemen vertrappeld raken. Geschreeuw en lawaai doen vogels opschrikken, die rust prefereren tijdens het broeden. Wandelaars laten honden dan weer vrij rondlopen, en mountainbikers zoeken voor de spanning onbekend terrein op – met het gevolg dat reeën en ander wild op de vlucht slaan en soms in paniek onder de wielen of in prikkeldraad terechtkomen.

Sommigen blijken ook het verschil niet te kennen tussen privé-eigendom en publiek terrein, en beschouwen elk stukje bos of heide als het verlengde van hun tuin of terras (met alle ongemakken van dien voor jachtrevieren en lokale wildbestanden).

Corona zet, naast het menselijke gemoed, ook de Vlaamse fauna en flora onder druk. En die druk lijkt niet meteen te verdwijnen, net zoals het virus zelf. Daarom is het misschien aangewezen om naar de nabije toekomst toe met de belangrijkste spelers in het buitengebied samen te zitten aan één tafel – om constructief na te denken hoe recreatie enerzijds en ecologie anderzijds te combineren valt, zodat het voor iedereen (mens en dier) leefbaar blijft.

Want voor alle duidelijkheid: de herontdekking van het buitengebied hoeft niet per se iets slecht te zijn – integendeel. Het creëert net een momentum om, bijvoorbeeld wat de jachtsector betreft, de liefde en het respect voor wild aan de man te brengen, en geïnteresseerden die meer willen weten over beheer door te verwijzen naar de jachtopleiding. Een win-win voor iedereen.