Nieuws

Standpunt: telprotocol patrijzen

‘De jachtsector heeft geen principiële maar eerder praktische bezwaren tegen het nieuw telprotocol patrijzen.’ Dat schrijft het HVV-bestuur in De Vlaamse Jager van februari.

Wie nog op patrijs wil jagen, moet vanaf dit jaar het nieuwe telprotocol van de Vlaamse overheid hanteren.

Op zich kan Hubertus Vereniging Vlaanderen zich vinden in een gestandaardiseerde aanpak. Dat levert namelijk objectieve cijfers op over de grootte van de patrijzenpopulatie in Vlaanderen. Anti-jachtorganisaties schatten die systematisch en doelbewust te laag in, om het beheer op het akkervogeltje te kunnen verbieden.

Dus een correcte telling – aangepast aan het typische gedrag van het dier – kan de jachtsector zelfs ten goede komen. Zeker omdat in het verleden al meermaals is gebleken dat waar jachtrevieren actief inzetten op biotoopverbetering de populaties lokaal stagneren of zelfs lichtjes stijgen.

Principieel kan Hubertus Vereniging Vlaanderen zich dus vinden in die nieuwe aanpak. Maar praktisch gezien stelt de organisatie zich wel enkele vragen bij de uitrol van het systeem – en maakte dat ook kenbaar tijdens een constructief gesprek met bevoegd minister Zuhal Demir eind januari.

Ten eerste: alles moest snel-snel gebeuren. In nog geen anderhalve maand tijd moest een volledige sector een totaal nieuwe manier van tellen eigen maken, terwijl het voordien geheel anders werkte.

Ook corona verzwaarde de opdracht. Want door het uiterst besmettelijke virus was afspreken onmogelijk – wat de kennisoverdracht niet eenvoudiger maakte. Webinars, mailings, online interactie kunnen helpen als alternatief, maar vervangen niet de pedagogische efficiëntie van groepslessen en één-op-één gesprekken.

Komt daar ook bij: zijn de overheidsdiensten feitelijk voorzien op de extra werkopdracht? Hadden ook zij niet liever meer voorbereidingstijd gekregen, een voorbereidend jaar om alles intern geregeld te krijgen en het systeem vooraf uit te testen? Signalen uit die hoek wijzen alvast in die richting.

Naast praktische bezwaren wijst Hubertus Vereniging Vlaanderen ook op het tijdstip. Geeft een najaarstelling in augustus of september een niet veel correcter beeld van de patrijzenpopulatie dan een voorjaarstelling in januari of februari? Moet het broedsucces niet de basis vormen voor het al dan niet toestaan van jacht op patrijs, in plaats van het aantal getelde koppels aan het begin van het voorplantingsseizoen?

Demir – in een antwoord op Hubertus Vereniging Vlaanderen – bleef bij haar standpunt: hoewel ze voor pragmatisme in het dossier pleit, is en blijft haar eerste doel objectieve data, via een wetenschappelijke manier verzameld.

Hubertus Vereniging Vlaanderen is de patrijs genegen, zie ook de petitie, en blijft zich inzetten voor de soort (en aanverwanten). De organisatie zal dan ook alles eraan doen opdat het nieuwe telprotocol, samen met de rest van de inspanningen van de sector, zijn vruchten zal afwerpen.