Nieuws

Stelling

CONTEXT
Ik rij ergens op een Vlaams wegeltje met de
auto en plots springt een ree uit de dekking
en holt de straat over. Ik kan het dier niet
meer vermijden en rij het aan. Wat nu? Moet
ik het dier laten liggen of mag ik het meenemen
naar huis om klaar te maken?
WAT ZEGT DE REGELGEVING?
In de rechtspraak wordt aanvaard dat een
automobilist, die toevallig een stuk wild
doodt dat de rijbaan oversteekt, geen jachtdaad
pleegt.
Een wild dier heeft geen eigenaar, het is een
res nullius. Het gedode wild wordt eigendom
van diegene die het aanreed. Belangrijk om
te weten: de lokale jachtrechthouder kan het
karkas bijgevolg niet opeisen.
Omdat er geen schade aan een derde wordt
veroorzaakt, bent u als autobestuurder ook
niet verplicht om de politie te bellen.
Niettemin, deze schijnbaar eenvoudige situatie
is juridisch toch complexer dan ze op het
eerste gezicht lijkt: hoewel de chauffeur geen
jachtdaad pleegt, zijn verschillende aspecten
uit de jachtregelgeving toch van belang.
SITUATIE 1: U RIJDT EEN REE DOOD IN OPEN TIJD
Volgens het Jachtopeningsbesluit zijn de
reegeit en reekitsen bejaagbaar van 1 januari
tot en met 31 maart. De reebok is bejaagbaar
van 1 mei tot en met 14 september.
Een doodgereden ree moet u niet van een
label voorzien.
Artikels 20 en 62 van het Jachtvoorwaardenbesluit
schrijven immers enkel voor dat elk
‘geschoten’ specimen grofwild onmiddellijk
moet worden gemerkt met de daarvoor
bestemde labels die het ANB heeft uitgereikt.
U kan mijn uitgebreide bijdrage over dat
onderwerp nalezen in De Vlaamse Jager van
februari 2020.
Bij een controle zal u waarschijnlijk niet al te
veel problemen hebben om te bewijzen dat
het niet-gelabelde stuk een verkeersslachtoffer
is.
Geen enkele regel verbiedt u echter om een
label aan valwild te hangen. Of dat wenselijk
is, is een andere discussie waar ik in het
kader van dit artikel niet over uitweid.
Volgens artikel 26 van het Jachtdecreet mag
u wild vervoeren van de dag van de opening
tot en met de tiende dag volgend op de
sluiting van de jacht op deze wildsoort.

 

Het karkas kan dus probleemloos meegenomen
worden. U mag het consumeren, maar
niet in de handel brengen.
SITUATIE 2: U RIJDT EEN REE
DOOD IN GESLOTEN TIJD
Alles blijft zoals hierboven uiteengezet, met
dat verschil: u mag het karkas niet vervoeren.
Deze eigenaardige situatie wordt gecreëerd
door artikel 26 van het Jachtdecreet (zie
hierboven).
De werking van artikel 26 van het Jachtdecreet
is immers niet beperkt tot geschoten
stukken en laat daarom geen vervoer toe
van wild in gesloten tijd (buiten de eerste 10
dagen ervan).
Wat moet u dan wel met het karkas doen?
Ondanks de hardnekkige mythe die daarover
blijft bestaan in jagersmiddens, moet u het
karkas niet aanbieden aan de burgemeester
of het OCMW. U kan best de politie bellen,
die het dode dier zelf kan verwijderen of een
bevel kan geven aan de gemeente (of andere
wegbeheerder) om tot ruiming over te gaan.
SITUATIE 3: U RIJDT EEN REE
AAN EN DEZE IS GEWOND
Indien u (in open of gesloten tijd) meent dat
het gewonde dier nog te redden valt, kan
u een erkend Vlaams opvangcentrum voor
vogels en wilde dieren (VOC) contacteren.
Volgens het Soortenbesluit zijn zij bevoegd
om het dier te vervoeren, te verzorgen en na
revalideren bij voorkeur terug vrij te laten.
Het kan ook zijn dat het aangereden dier
zieltogend ter plaatste ligt en beter afgemaakt
wordt. Wat dan te doen? Dat is niet
helemaal klaar; het betreft een grijze zone
in de wetgeving. In open tijd zou een lokale
jager nog kunnen overwegen om het genadeschot
te geven. Voorafgaand overleg met de
politie daarover lijkt aangewezen. Maar wat
dan in gesloten tijd?
Indien het ree na een aanrijding nog is afgesprongen,
is het uw plicht om een getrainde
zweethond te laten komen. De leden van Het
Nazoekteam en de Vlaamse Zweethondengroep
beschikken over een vergunning van
het Agentschap voor Natuur en Bos om ook
buiten de openingstijden van een wildsoort
het gewonde stuk op te sporen, zo nodig te
doden en te vervoeren.
CONCLUSIE
Er zijn nog heel wat grijze zones in de
regelgeving. We missen een draaiboek. Er
zou een werkbare en duidelijke regeling
moeten komen voor valwild.
Ook een heldere regel over het geven van
vangschoten lijkt mij nodig. Een jager
die zijn weidelijke plicht vervult om een
gewond wild dier niet langer te laten
afzien, riskeert nu hierop afgerekend te
worden. Of er op dit ogenblik politieke wil
is om hier iets aan te verhelpen, is nog
maar de vraag.
TEKST: ERIK NAUWELAERTS, ADVOCAAT