Nieuws

Transport en vervoer van vuurwapens: nieuwe vervoersvoorwaarden van kracht vanaf 9 december 2019

Wat zijn de regels om vuurwapens in het kader van een jachtactiviteit correct en veilig te vervoeren?

In het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2019 verscheen het Koninklijk  Besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten ter uitvoering  van de wapenwet van 1 oktober  2019. Dat Koninklijk Besluit wijzigt onder meer de vervoersvoorwaarden van wapens en munitie . De bepalingen met betrekking tot vervoer van wapens treden in werking
twee maanden na de publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Vanaf 9 december 2019 is art. 15  van kracht:

“§ 1. De houders van een vergunning tot het voorhanden hebben van een wapen en de personen bedoeld in artikel 12 van de wapenwet, evenals de vervoerders van  vrij verkrijgbare vuurwapens mogen  de betrokken wapens, munitie en laders slechts vervoeren indien zij  daarvoor over een wettige reden  beschikken.

§ 2. De personen bedoeld in paragraaf 1 mogen de betrokken wapens, munitie en laders slechts  vervoeren onder de volgende voorwaarden:

1° de wapens, munitie en laders worden vervoerd buiten het zicht;

2° de wapens, munitie en laders  worden vervoerd op een wijze  waarbij deze niet gemakkelijk kunnen worden gegrepen;

3° de wapens zijn ongeladen en de vervoerde laders zijn leeg;

4° tenzij dit materieel onmogelijk is, worden de vergunningsplichtige wapens vervoerd in de slotvaste koffer van het voertuig;

5° de vergunningsplichtige wapens worden hetzij onbruikbaar gemaakt door een veiligheidsslot of door het wegnemen van een voor  hun werking essentieel onderdeel,  hetzij vervoerd in een of meerdere slotvaste koffers of etuis ;

6° de munitie wordt afzonderlijk van de wapens vervoerd in een of meerdere slotvaste koffers, tassen of etuis.

De voorwaarden onder 4° tot 6° zijn echter niet van toepassing op  houders van een jachtverlof die wapens, munitie en laders vervoeren op een jachtterrein of tussen  aangrenzende jachtterreinen.”

Wat het vervoer door particulieren betreft, voorziet de vorige bepaling een strenge regeling: veiligheidsslot op het wapen of wegnemen van  een essentieel onderdeel én het wapen in een slotvaste koffer of etui én het wapen in de slotvaste koffer van het voertuig. Ook op een jachtterrein moeten al deze maatregelen worden getroffen, met uitzondering van het vervoer in de slotvaste koffer van het voertuig. Tussen aangrenzende jachtterreinen worden momenteel geen uitzonderingen toegestaan.

De nieuwe regeling voorziet een keuze tussen een veiligheidsslot, wegneming van een essentieel onderdeel of vervoer in een slotvaste koffer of etui. Daarnaast moet het wapen in de slotvaste koffer van het voertuig worden vervoerd, tenzij dit onmogelijk zou zijn.

Voor jagers zijn de regels nog minder strikt op een jachtterrein én tussen aangrenzende jachtterreinen: het wapen moet enkel ongeladen worden vervoerd buiten het zicht en het mag niet binnen handbereik  liggen.

Daarnaast is het de wens van de minister om tegemoet te komen aan het verzoek van Hubertus Vereniging Vlaanderen en
RSHCB om dracht van het wapen  in een voertuig in een welbepaalde situatie mogelijk te maken. Daartoe zal in de omzendbrief – die sowieso ingevolge het nieuwe KB moet worden aangepast – volgende  passage opnemen: “Deze voorwaarden gelden voor nagenoeg iedere particuliere wapenbezitter. Voor jagers werd in een uitzondering voorzien, rekening houdend met de bijzonderheden eigen aan de jachtactiviteit. Desalniettemin blijven enkele wettelijke minimumvereisten ook voor hen van toepassing, zodat zij bijvoorbeeld geen gebruiksklaar vuurwapen mogen vervoeren. De uitzondering bestaat er in dat  jagers – tijdens verplaatsingen op een jachtterrein of tussen aangrenzende jachtterreinen – niet verplicht  zijn om de maatregelen onder punten 4°, 5° en 6° te nemen. Zo is het de jager toegestaan om bij dergelijke verplaatsingen het wapen niet  steeds te moeten wegbergen in een koffer of een etui. Hij mag het  wapen desalniettemin nog steeds  enkel en alleen maar vervoeren zonder dat het zichtbaar, geladen en gebruiksklaar mag zijn of makkelijk kan worden gegrepen.

Artikel 15, §2 van het KB  24/4/1997 betreft het vervoer  van vuurwapens, munitie en  laders, niet de dracht ervan. Voormeld artikel sluit dan ook  niet principieel uit dat een  vuurwapen wordt gedragen in  het voertuig, met dien verstande dat men daartoe over een wettige reden beschikt zoals vereist door artikel 15 van de Wapenwet. Een wettige reden kan enkel bestaan in zeer specifieke omstandigheden. Zo is het uitsluitend aanvaardbaar  dat jagers hun wapen ongeladen in de hand houden bij een  verplaatsing met een voertuig tussen aangrenzende jachtterreinen. Bij alle andere verplaatsingen moet het wapen worden vervoerd volgens de voorschriften van artikel 15, §2 van het KB 24/4/1997.”

De visie over het conceptueel en juridisch onderscheid tussen vervoer en wapendracht, zoals in bovenstaand tekstvoorstel beperkend, doch duidelijk beschreven, wordt ondersteund door de expert wapenwetgeving van het College van procureurs-generaal. Een ministeriele omzendbrief heeft het hoogste gezag heeft bij de interpretatie van wetgeving: hij overstijgt het niveau  van de provinciegouverneurs, de lokale parketten en zelfs het College  van procureurs-generaal.

Het Agentschap Natuur en Bos heeft bovendien bevestigd aan het kabinet van de minister van Justitie dat het Jachtdecreet zich niet tegen  deze oplossing verzet. Artikel 19 van dat decreet regelt “de middelen die kunnen worden gebruikt  bij de uitoefening van de jacht”.

Zo is het gebruik van een voertuig  inderdaad niet toegelaten om de jacht te beoefenen in de zin van  artikel 2 van het Jachtdecreet (= de handeling waarbij het wild gedood of gevangen wordt, alsmede de handeling waarbij dat wild met dat doel opgespoord en achtervolgd wordt). Artikel 19 van het decreet viseert enkel die hypothese en verbiedt dus niet algemeen dat jagers  een wapen in de hand houden in een voertuig.

Hubertus Vereniging Vlaanderen volgt van nabij op dat dit tekstvoorstel van het kabinet ook daadwerkelijk wordt opgenomen  in de nieuwe omzendbrief. Vanaf de nieuwe omzendbrief verschenen is, zal op gepaste wijze hierover
gecommuniceerd worden.