De patrijs is een paraplusoort. Dat wil zeggen: waar de patrijs het goed doet, floreren ook andere soorten. Gaat de patrijs echter achteruit, dan volgen die soorten vaak hetzelfde traject, en die negatieve tendens is al enkele jaren een feit, daar moeten we niet moeilijk over doen. Waar het ons wel om te doen is: hoe kunnen we de patrijs ondersteunen?
Het laatste INBO-rapport is daarin heel duidelijk: de intensivering van ons landbouwsysteem, met als gevolg een grootschalig habitatverlies, en een te hoge predatiedruk van de steenmarter, kraaiachtigen, de vos, de huiskat, de sperwer etc… maken dat de patrijs onder druk staat.
Een jachtverbod helpt de patrijs niet
Automatisch is de gedachte dan: kwetsbaar, dus de jacht moet verboden worden. Maar zo eenvoudig is het niet. Een jachtverbod helpt de patrijs niet vooruit. De voorbeelden uit het buitenland liegen er niet om: overal waar de jacht op patrijs werd verboden, bleven de populaties achteruitgaan.
In Nederland is de jacht op de patrijs sinds 1 juli 1998 verboden, in Luxemburg sinds 1982 verboden, en ook in Zwitserland is al decennialang een jachtverbod op patrijs. Ondanks dit jachtverbod blijft de populatie in deze landen verder afnemen. In Zwitserland is de patrijs zelfs uitgestorven en in Luxemburg is de soort zo goed als uitgestorven, op enkele individuen na. En laat Luxemburg nu precies een land zijn waar de jacht op vossen sinds 2015 verboden is.
De achteruitgang blijkt dus vooral het gevolg van veranderingen in het landschap en de grote predatiedruk. Hierdoor is de soort steeds kwetsbaarder geworden, en heeft het jachtverbod op zichzelf geen enkel effect gehad om het tij te keren.
Predatorcontrole heeft een positief effect
Wie de patrijs écht wil helpen, kiest niet voor een symbolisch verbod, maar voor samenwerking. Predatorcontrole is vandaag, meer dan ooit, een absolute must. Niet tegen, maar vóór de natuur.
Ons landbouwsysteem verandert traag en politieke keuzes zorgen er voor dat habitatherstel op korte termijn een utopische gedachte is. Precies in die context is predatorcontrole geen luxe, maar een noodzaak. Dat wordt ook bevestigd door het INBO-rapport. Daarin wordt duidelijk gesteld dat predatie vandaag een limiterende factor is voor grondbroedende akker- en weidevogels in Vlaanderen. Wanneer predatie leidt tot minder broedende vogels in het voorjaar, leidt dit tot een populatiedaling.
Het INBO stelt expliciet dat vrijwel alle doelsoorten in het landbouwgebied momenteel gebaat zouden zijn bij effectief predatiebeheer. Dat is geen ideologisch standpunt, maar een ecologische vaststelling.
Habitat, habitat, habitat… en predatiebeheer
Gewijzigde landbouwpraktijken hebben de patrijs tot een kwetsbare soort gemaakt. Intensieve landbouw en doorgedreven maaiwerkzaamheden zijn enerzijds een economische noodzaak voor de landbouwer, anderzijds een vloek voor de patrijs.
Jagers zijn veruit de groep die zich het meest inzet voor de patrijs. Ze fungeren als brug tussen natuur en landbouw, met concrete afspraken over akkerranden, beheerovereenkomsten en andere inspanningen die de patrijs ten goede komen.
In tegenstelling tot natuurverenigingen, onderhouden jagers goede persoonlijke contacten met landbouwers, en treden op als interface, door te vragen om akkerranden niet te bespuiten, door beheerovereenkomsten af te sluiten of door microhabitats aan te leggen.
Landschaps- en habitatherstel opnieuw geschikt maken als leefgebied voor onze wilde fauna is belangrijk, maar dat zijn processen op zeer lange termijn. De positieve effecten daarvan laten zich pas na vele jaren voelen. In afwachting van zo’n herstel is er vandaag een acute nood aan doorgedreven predatiecontrole.
Dat vergt ook ruimere beheermogelijkheden van generalistische predatoren zoals de vos, de zwarte kraai en de ekster. Ook het openen van de jacht op steenmarter is noodzakelijk om kwetsbare soorten te helpen.
In afwachting van landschaps- en habitatherstel is er vandaag een acute nood aan doorgedreven predatiecontrole.
Conclusie
Tegenstanders van de jacht focussen in “het patrijzendebat” vaak eenzijdig op een jachtverbod. Dat lijkt intuïtief logisch, maar wie het probleem ernstig neemt, weet dat zo’n verbod de soort niet vooruithelpt.
Volgens de GWCT (Game and Wildlife Conservation Trust) richt effectief herstel van grondbroeders zoals de patrijs zich op drie belangrijke oorzaken van achteruitgang:
- het herstel van leefgebied,
- het voorzien van wintervoedsel en
- doorgedreven predatorcontrole.
Laatstgenoemde is, in tegenstelling tot wat het INBO-rapport stelt, geen tijdelijke oplossing, maar een evenwaardige en complementaire maatregel. Het combineren van deze drie factoren blijkt effectief voor het ondersteunen van akkerfauna in een modern commercieel landbouwbedrijf, zoals blijkt uit praktijkvoorbeelden van de GWCT.


