Het beroep van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) bij de Raad van State tegen de weigering van de West-Vlaamse arrondissementscommissaris om een jachtplan goed te keuren, loopt voor ANB slecht af. Het Auditoraat van de Raad van State stelt voor om het beroep af te wijzen omdat ANB niet het recht heeft om haar eigendommen zelf te bejagen. Volgens de auditeur kunnen overheidseigendommen maar bejaagd worden door jagers die het jachtrecht huren.
Wat speelt er?
Het ANB diende in de provincie West-Vlaanderen voorstellen van jachtplannen in voor haar eigendommen voor de opeenvolgende jachtseizoenen 2022-2023, 2023-2024 en 2024-2025.
Een praktijk die ook al jaren gangbaar is in alle andere provincies. De bevoegde arrondissementscommissaris (AC) besliste echter dat zij die jachtplannen niet kon goedkeuren en motiveerde die beslissing aan de indiener, het ANB. De AC kwam eveneens tot de vaststelling dat er in het digitale platform (www.geopunt.be) waarin alle goedgekeurde jachtplannen worden gepubliceerd, nog steeds jachtterreinen zijn toegewezen aan het ANB zonder dat daar een goedkeuring voor gegeven werd.
Ondanks herhaalde verzoeken van de AC om deze te verwijderen uit het digitale platform gebeurde dat niet. Des te pijnlijker: het ANB, dat zelf instaat voor de administratieve organisatie van de jacht, ontwikkelde en beheert dat digitale platform zelf.
De arrondissementscommissaris besliste uiteindelijk op 4 september 2024 om de voorstellen van jachtplan van het ANB niet goed te keuren. Daarop legde de advocaat van het Vlaamse Gewest op 29 augustus 2024 een verzoekschrift neer bij de Raad van State tot nietigverklaring van deze beslissing.
Enkele West-Vlaamse WBE’s (Driekoningen, Westland, De Harelbeek- en Heulebeekvallei, Hoppeland, Ieperlee en ’t Veld) kwamen met de ondersteuning van Hubertus Vereniging Vlaanderen – West-Vlaanderen tussen in het ingestelde beroep en stelden Hans-Kristof Careme aan als raadsman.
Verslag van de Raad van State 28 mei 2025
De eerste auditeur van de Raad van State kwam op 28 mei jongstleden tot volgend advies:
“De toestemming van het Agentschap voor Natuur en Bos voor de toekenning van het jachtrecht op zijn domeinen wordt pas geopenbaard met toepassing van artikel 11, eerste lid, van het Jachtdecreet. Om die reden kon het (ANB) geen jachtplannen indienen op grond van artikel 7, tweede lid, van dat decreet, waardoor de goedkeuring van diens plannen terecht werd geweigerd met de bestreden beslissing.”
Kort samengevat: het Jachtdecreet stelt dat ‘het jagen op de domeinen van openbare besturen alleen geoorloofd is ingevolge jachtrecht toegekend volgens de principes van mededinging en transparantie.’
Indien ANB haar eigendommen wil bejagen, dan kan ze dat niet zelf doen via haar ambtenaren, maar dan moet ze het jachtrecht verhuren aan jagers die daarvoor betalen.
Standpunt Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV)
HVV kaart in haar overleg met het ANB al jaren aan dat het indienen van jachtplannen door het ANB – en bij uitbreiding elk openbaar bestuur – in strijd is met de jachtwetgeving.
De jachtwetgeving sluit uit dat een jachtplan wordt ingediend door een openbaar bestuur, en dat geldt dus ook voor het ANB. Het ANB is immers niet alleen verantwoordelijk voor de administratieve organisatie van de jacht en het toezicht op de naleving ervan, maar wil volgens haar huidige visie ook zelf het jachtrecht uitoefenen.
Dit is in strijd met alle mogelijke wettelijke voorschriften en richtlijnen, alsook met de strikte deontologie.
HVV is verheugd met dit advies van de eerste auditeur van de Raad van State en roept de bevoegde minister van Omgeving en Landbouw op om zijn administratie instructies te geven tot:
- het uitkleuren van alle ANB-jachtplannen aangezien een minister niet mag aanvaarden dat zijn administratie onwettig handelt;
- verhuring van de jachtrechten op openbare eigendommen conform artikel 11 van het jachtdecreet – toegekend volgens de principes van mededinging en transparantie – om zo invulling te geven aan een planmatig en toekomstgericht wild- en exotenbeheer.