Op 27 oktober werd Hubertus Vereniging Vlaanderen vzw gecontacteerd door een bezorgd lid. Hij was aan het jagen op kleinwild in de nabije omgeving van voederplaatsen. Een natuurinspecteur die op dat moment in de buurt was stelde dat de jager een illegale jachtdaad aan het stellen was door te jagen in de nabije omgeving van voederplaatsen. De natuurinspecteur liet de jacht onmiddellijk opschorten. Omdat de jager niets onwettig gedaan had trok Hubertus Vereniging Vlaanderen vzw naar het kabinet van bevoegd minister Joke Schauvliege. De minister liet ons weten dat dit een tijdelijke interpretatie / misverstand is geweest van één natuurinspecteur. Het algemeen standpunt is duidelijk: Het jagen op kleinwild nabij voederplaatsen is inderdaad niet verboden. De Natuurinspectie zal dit algemeen standpunt nogmaals onder de aandacht van alle natuurinspecteurs brengen.
Volgens de betrokken natuurinspecteur had het Agentschap voor Natuur en Bos een nieuwe handhavingsvisie ontwikkeld waarbij hij die al jagend aangetroffen wordt in de buurt van een voederplaats zou geverbaliseerd worden. Als motivatie stelde de natuurinspecteur dat men niet kan onderscheiden of een jager al dan niet op waterwild, kleinwild of overig wild aan het jagen is in die buurt.
Dit was voor Hubertus Vereniging Vlaanderen vzw onaanvaardbaar, want de jager kon niets ten laste worden gelegd. Hij was enkel op kleinwild aan het jagen en had het recht aan zijn zijde. Art. 4, §2 van het Jachtvoorwaardenbesluit stelt: “Het is verboden om te jagen op waterwild en overig wild op minder dan 150 meter van een vaste voederplaats voor waterwild en overig wild waarop minder dan een maand voordien voeders zijn aangebracht.”
Daarom nam Hubertus Vereniging Vlaanderen vzw wij dezelfde dag nog contact op met onze bevoegde minister, mevr. Joke Schauvliege, en kreeg het volgende antwoord:
“Uit navraag bij het Agentschap voor Natuur en Bos blijkt dat dit het tijdelijke interpretatie / misverstand is geweest van één natuurinspecteur. Het algemeen standpunt is duidelijk: Het jagen op kleinwild nabij voederplaatsen is inderdaad niet verboden. De Natuurinspectie zal dit algemeen standpunt nogmaals onder de aandacht van alle natuurinspecteurs brengen”
De verbodsbepaling uit art. 4, §2 is dus enkel van kracht op waterwild en overig wild. U mag dus verder jagen op kleinwild in de nabije omgeving van uw voederplaatsen. Het bejagen van houtduif (overig wild) binnen de 150 meter van een voederplaats is dus wel verboden.
Belangrijk om te onthouden: Onder de term voederplaats worden niet de gewassen begrepen die worden geteeld met het oog op het voorzien van voedsel voor wilde dieren. Wanneer u dus kleine percelen met wildakker of maïs heeft voorzien in uw jachtrevier en u plaatst daarin geen voederton, mag u ook binnen 150 meter rondom die percelen op waterwild en overig wild jagen.
Met dank aan de minister!