‘Het PARTRIDGE-mengsel zorgt voor meer schuilgelegenheid dan de klassieke faunavoedselgewassen. We zien het wild er volop gebruik van maken.’ Dat zegt Eric, landbouwer en jager in het demogebied in Ramskapelle, tijdens een excursie in het gebied.
Vooral het mengsel dat hij inzaaide op bodems die hij voor de winter nog kon ploegen, staat erg goed. In de beide Vlaamse demogebieden van het PARTRIDGE-project hebben landbouwers de kans om bloemenblokken uit te testen via een beheerovereenkomst met de Vlaamse landmaatschappij. In beide demogebieden samen zaaiden ze in totaal een 30-tal hectare in met PARTRIDGE-mengsel. Dit mengsel bevat onder meer bladkool, granen en diverse één- en tweejarige kruiden. Een jaar na inzaai wordt de helft van het perceel ondergewerkt en opnieuw ingezaaid. Het tweejarige mengsel biedt dekking, nestgelegenheid en voedsel voor de patrijzenkuikens.
Twee andere ‘nieuwe’ maatregelen die in de demogebieden worden getest zijn keverbanken en struikgroepjes. In het voorjaar legde een landbouwer de eerste Vlaamse keverbank aan – een primeur. In Nederland, waar de eerste keverbank al een jaar eerder werd aangelegd, zijn de eerste resultaten alvast veelbelovend. Op de keverbanken is namelijk een overvloed aan insecten terug te vinden. Deze insecten vormen het stapelvoedsel voor de patrijzenkuikens en voor heel wat andere akkervogels. De jagers die mee zijn op het terreinbezoek zien op termijn vooral een meerwaarde in de struikgroepjes die worden aangeplant. In de West-Vlaamse polders is het gebrek aan winterdekking een groot knelpunt voor de fauna. Het maakt vogels zoals de patrijs heel gevoelig voor predatie.
De verschillende jachtgroepen zetten binnen het PARTRIDGE-project in op het voorzien van wintervoedsel voor de patrijzen en op predatorcontrole, binnen het kader van de huidige Vlaamse wetgeving. In het project testen enkele jachtgroepen een nieuw type voedertoestel uit, dat geplaatst wordt binnen een frame van betonijzer. De maaswijdte moet minstens 15 cm x 15 cm bedragen. Kristof, een van de jagers die dit type voedertoestel uittest, merkt op dat houtduiven nauwelijks van het voedsel profiteren. ‘Terwijl fazanten zich door het betonijzer helemaal niet laten afschrikken. De wildcamera aan één van de voedertoestellen geeft ons nuttige info welke dieren van het voedsel profiteren.’
Enkele jachtgroepen konden op eigen initiatief, in samenwerking met landbouwers of op eigen percelen, nog extra maatregelen aanleggen met meerwaarde voor de patrijs. Ze zaaiden fauna-akkers in met patrijsvriendelijke mengsels, plantten struiken aan … Een van de maatregelen die we samen bezochten is een akker met zomergerst, waarin daarna mais werd ingezaaid. ‘Vorig jaar kwam deze maatregel er toevallig’, leggen jachtwachters Ronny en Luc uit. ‘Door de droogte kwam de maïs niet op en toen beslisten we op het perceel zomergerst in te zaaien. Achteraf kwam de maïs toch nog goed door, en hebben we het geheel laten overwinteren op het veld. De combinatie van granen en maïs zorgde niet alleen voor voedsel voor akkervogels, maar ook voor heel wat schuilgelegenheid tegen het einde van winterperiode, wanneer er voor de rest weinig dekking meer te vinden valt in de polders. Dus legden we dit jaar de maatregel doelbewust aan op enkele percelen.’
Een monitoring moet toestaan om te evalueren of de maatregelen werken voor patrijs en andere akkervogels. Het is de bedoeling dat beleidsmakers heel wat kennis en inspiratie kunnen opdoen met dit project. De resultaten moeten bijdragen tot beheerovereenkomsten en een landbouwbeleid dat optimaal rendeert voor patrijs en andere akkervogels.
Het PARTRIDGE-project ging van start in 2017 en loopt nog tot eind 2020.