Nieuws

Symposium: everzwijnen in Vlaanderen, het verslag

Zaterdag 16 maart 2024 ging in Hasselt het symposium “everzwijnen in Vlaanderen” door. De meest recente ontwikkelingen in het onderzoek en beheer van everzwijnen in Vlaanderen werd toegelicht door interactieve sessies. Partners die deelnamen aan dit symposium: Provincie Limburg, ANB, INBO, Boerenbond, Limburgs Landschap vzw, Natuurpunt en Hubertus Vereniging Vlaanderen.

Op het programma stond – als eyecatcher – de verwelkoming door Zuhal Demir, Vlaams minister van Omgeving. Een klepper van formaat en een naam waar we vol enthousiasme naar uitkeken. Het mag gezegd, mevrouw de minister blonk uit… zij het in afwezigheid.

De everzwijncoördinator, een bruggenbouwster

Een ander persoon die uitblonk, maar dan geheel terecht, was de everzwijncoördinator. Een voorbeeld van jong dynamisme, een toonbeeld van een sterke persoonlijkheid die er al 2 jaar in slaagt om verschillende spelers van het buitengebied op één lijn te krijgen, de neuzen in dezelfde richting. Niet evident, wetende dat elke organisatie handelt met een persoonlijke agenda.

Jolien Wevers – everzwijncoördinator

Wevers simuleerde een case, een reële situatie waarbij een rotte everzwijnen ecologische, economische en psychologische schade kon veroorzaken. Consensus bereiken is niet altijd evident volgens Wevers. Voor- en tegenstanders van de jacht zijn het niet altijd eens en hebben soms tegenstrijdige belangen. Een coherentie vinden tussen beheer en schadepreventieve oplossingen is soms een hele karwei.

Hoe treed je op in een gebied waar het land van de landbouwer moet beschermd worden, terwijl ook zeldzame planten worden opgegeten in een bos of ander type natuur dat beheerd wordt door het ANB of een natuurbeherende organisatie zoals Natuurpunt of Limburgs Landschap, en waarbij tuinen van omwonenden worden omgewoeld? Waar kies je voor afschot, en waar kies je ervoor om rasters te plaatsen? Niet altijd een gemakkelijke oefening.

Toename van everzwijnen in Vlaanderen

De toename van everzwijnen is sinds het vorige symposium in 2013 enorm groot, aldus Jim Casaer, onderzoeker van het INBO. Hij raadt dan ook aan om meldingen steeds door te geven via apps zoals Wilder.

Jim Casaer – INBO

Hoeveel everzwijnen er nu zijn is moeilijk te definiëren. Geen enkele methode staat toe om dit duidelijk te meten. Absolute tellingen zijn, gezien de grote everzwijnenpopulatie en het grote en gevarieerde verspreidingsgebied, onmogelijk uit te voeren. Daarom wordt er gebruik gemaakt van de indexmethode, waarbij beeld- en videomateriaal uit cameravallen wordt bekeken. Het is belangrijk om densiteitsmetingen uit te voeren en zo te bepalen hoeveel everzwijnen er leven in een bepaald gebied.

Gerapporteerd afschot van wild zwijn in 2013 – https://faunabeheer.inbo.be/

Gerapporteerd afschot van wild zwijn in 2023 – https://faunabeheer.inbo.be/

Kennis vergaren over everzwijnen

Everzwijnen groeien en reproduceren heel snel, zeker in een mastjaar (Een mastjaar verwijst naar een jaar waarin bepaalde bomen, zoals eiken, beuken of dennen, een buitengewone hoeveelheid zaden produceren). Daarom is het vergaren van kennis over everzwijnen van cruciaal belang, en hier bestaan diverse methodes voor:

  • via telemetrie waarbij een everzwijn wordt gevangen, gezenderd en nadien wordt gevolgd. Niet altijd evident natuurlijk bij een dier dat eigenlijk geen nek heeft. Probeer die maar eens een halsband om te doen.
  • via verzameling van baarmoeders wordt gemeten hoeveel zeugen drachtig worden
  • via meldingen van afschot wordt in kaart gebracht waar de meest ideale leefgebieden zijn
  • via schademeldingen kan bepaald worden welke gewassen de voorkeur genieten van de everzwijnen. Liggen deze dicht bij een bos of net niet?
  • Via metingen d.m.v. cameravalllen. Het voordeel om te werken met cameravallen, zit hem in het feit dat er veel info wordt verkregen over een rotte everzwijnen, waarbij een halsband enkel een individu monitort.

Is er Afrikaanse varkenspest (AVP) in Vlaanderen?

Veerle Versteirt van het ANB had het nadien over de Afrikaanse varkenspest, een dodelijk virus voor everzwijnen. Het virus zelf is geen zoönose, wat betekent dat deze infectieziekte niet van dier op mens kan overgaan. Daarenboven is het virus ongevaarlijk voor mensen.

Veerle Versteirt – ANB

Besmetting van de AVP verloopt via zieke dieren of via dode dieren waar nog virus aanwezig is. Mogelijks kan het virus zich zelfs verspreiden via onze schoenen of laarzen, door overbrenging van het virus door te wandelen in een gebied waar veel virus aanwezig is.

In Vlaanderen zijn er verschillende dreigingsniveaus wat betreft de AVP:

  • Groen: het huidige niveau (Geen directe dreiging in Vlaanderen. De situatie bij wilde en gedomesticeerde zwijnen in Europa wordt op de voet gevolgd, net als de verspreiding richting West-Europa.)
  • Geel: Verhoogde dreiging in Vlaanderen. Afrikaanse varkenspest is vastgesteld bij wilde of gedomesticeerde zwijnen in Wallonië of in een buurland van België (Nederland, Duitsland, Frankrijk of Luxemburg).
  • Oranje: Sterk verhoogde dreiging in Vlaanderen. Afrikaanse varkenspest is vastgesteld bij gedomesticeerde zwijnen in Vlaanderen.
  • Rood: Uitbraak in Vlaanderen. Afrikaanse varkenspest is vastgesteld bij wilde zwijnen in Vlaanderen.

Beheermethodes toegelicht door het ANB

Tot slot werden verschillende workshops gegeven door de aanwezige partners waarbij Bert Verbist van het ANB het oa. had over de verschillende beheermethodes van everzwijnen. De keuze van deze beheermethodes hangt af van de doelstellingen van het ANB, en deze zijn helder:

  • adaptief beheer: het geweer van schouder kunnen veranderen waar nodig
  • veiligheid moet te allen tijde gegarandeerd zijn
  • administratieve vereenvoudiging
  • uitvoerbaarheid moet haalbaar zijn
  • handhaafbaarheid van de regelgeving

Bert Verbist – ANB

Het ANB is voortdurend op zoek naar oplossingen en/of methodes om het beheer van everzwijnen te optimaliseren. Zo zijn ze onder meer de weg ingeslaan om vanaf volgend jaar QR-codes te plaatsen op labels om de link naar een snelle digitale melding van het afschot te stimuleren.

Maar je kan geen ei bakken zonder de schaal te breken, dus er zijn methodes nodig om aan effectief beheer te kunnen doen. We sommen de belangrijkste methodes op, telkens met hun voor- en nadelen zoals het ANB ze toepast:

  1. Aanzitjacht
    1. Voordeel: rust, weinig invasief, selectief afschot, kan individueel
    2. Nadeel: statisch/passief, verstorend bij hoge frequentie, terreinvoorbereiding wenselijk, risico op vandalisme

Bij nachtelijke aanzit werkt een lamp, gemonteerd op het geweer, bijzonder goed, aldus Verbist. We bleven, wat nachtelijke aanzit betreft, nog wat op onze honger zitten qua toelichting over dempers en/of nachtzichtkijkers.
Aanzitjacht is een methode die bij verpachting van openbare domeinen van het ANB standaard wordt toegestaan.

Een mooi alternatief, aldus Verbist, is het gebruik van treestands. Een manier van aanzitjacht die niet echt ingeburgerd is bij geweerjagers, maar des te meer bij de boogjacht. In De Vlaamse Jager van mei 2023 kon je daar meer over lezen. Lees het artikel via deze link (exclusief voor HVV-leden).

  1. Bersjacht
    1. Voordeel: rust, weinig invasief, selectief, gericht, kan individueel en onafhankelijk van anderen
    2. Nadeel: veiligheidsrisico door lage schietpositie, continu veranderende omgeving, andere aanwezigen

Zelfdiscipline, terreinkennis en voorzichtigheid is geboden bij bersjacht. Ook neemt het aandeel bersen toe, maar toch minimaal t.o.v. andere vormen van jacht. Bersjacht wordt uit veiligheidsoverwegingen zelden toegelaten door het ANB bij openbare verpachting.

  1. Drijfjacht
    1. Voordeel: in groep, korte inspanning met groot resultaat.
    2. Nadeel: veel volk en logistiek nodig

Drijfjacht is enkel mogelijk bij bestrijding en wordt niet toegestaan door het ANB. In Vlaanderen worden maar een tiental dieren d.m.v. drijfjacht gestrekt, dus dat aandeel blijft minimaal. Een voorbeeld van de ‘drijfjacht’ die in Vlaanderen gebeurt is de ‘bestrijding’ van everzwijnen die zich verplaatst hebben naar een maïsperceel. De teelteigenaar weet dit en doet een melding van de bestrijding. Jagers worden opgesteld en de akker wordt uitgejaagd (verschillend van de oogstjacht).

  1. Drukjacht
    1. Voordeel: groepsgebeuren, rust in gebied en korte inspanning
    2. Nadeel: veel volk, goede logistiek nodig

Het aandeel van drukjachten stijgt jaar na jaar maar stagneert. Hoewel er meer drukjachten doorgaan, ligt het rendement iets lager. Deze methode wordt veel toegepast in openbare verpachting van het ANB.

  1. Vangkooien
    1. Als laatste methode werd gesproken over de veelbesproken “vangkooien”. De belangrijkste reden waarom deze vangkooien veelbesproken zijn, is omdat deze methode nog maar de laatste 3 jaar intensief wordt ingezet door het ANB. Deze methode heeft op vandaag al vrij veel varianten zoals de traditionele vangkooien tot de “Pig brigs”, het laatste model dat ze gebruiken bij het ANB.
    2. Voordeel: rust, weinig invasief,
    3. Nadeel: dieren die net niet gevangen worden, zullen nooit meer in een kooi komen, ze zijn slim en herkennen die methode meteen.

Niet onbelangrijk om het hier over dierenwelzijn te hebben: zijn vangkooien een trigger voor stress? Stress komt altijd door de aanwezigheid van mensen, en niet door de vangkooien volgens Verbist.  Door snel en doortastend te handelen, goed voorbereid te zijn en gebruik te maken van donker en schemering, komt er weinig of geen stress voor bij deze dieren.

De tijdspanne van het toekomen van een faunabeheerder en het strekken van de gevangen everzwijnen ligt idealiter tussen de 2 en de 4min. Een ander voordeel bij de vangkooien is dat volledige groepen worden weggenomen, zowel volwassenen als biggen. Een filmpje van hoe zo’n vangkooi zie je hieronder:

Als we dan kijken naar het afschot dat gerealiseerd wordt via deze vangkooien, dan zijn deze in 2023 goed voor zo’n 10% van het totaal aantal gestrekte everzwijnen in Vlaanderen.

Voorbeeld van een Pig Brig vangkooi – https://pigbrig.com/

Napraten en bevindingen bespreken

Na een dag vol boeiende presentaties, interactieve sessies en verhelderende workshops, werd de avond afgesloten met een receptie waar alle aanwezigen, zo’n 250 man, de kans kregen om na te praten over de inzichten die ze hadden opgedaan tijdens het symposium over everzwijnen in Vlaanderen.