De land- en tuinbouwsector in Vlaanderen smeekt om bijzondere bejaging en bestrijding weer toe te laten. ‘Anders dreigen heler percelen groenten en fruit verloren te gaan.’
‘Ik vrees het ergste voor de tuinbouwsector’, zegt Bert Verhaert van Verico, een fruitbedrijf uit Boechout, Antwerpen. ‘Mogelijk droge periodes in het vooruitzicht, en nu de kraaien en kauwen die aan sneltempo wildschade veroorzaken. Voor veel bedrijven betekent die opeenstapeling van pech allicht hun ondergang.’
Verhaert verbouwt peren en appels –volgens het vakjargon valt dat onder ‘hard fruit’, in tegenstelling tot ‘zacht fruit’ zoals aardbeien en kersen. Voor vruchten aan de bomen is het nog veel te vroeg op het jaar, meestal hangen die pas rijp tegen augustus of september. ‘Tenminste, als de rechtbekken de bloesems aan de bomen met rust laten. En geloof me: dat gebeurt niet. Er zitten sinds enkele weken elke dag kraaiachtigen op de toppen van de bomen om te pikken naar de vochtige bloesems, om zo hun dorst te lessen. En ik krijg ze op mijn eentje niet weggejaagd.’
In normale omstandigheden (lees: in niet-coronatijden) kon Verhaert beroep doen op de lokale jagers om aan bestrijding te doen. ‘In mijn ogen de meest efficiënte manier. Netten spannen over een volledig domein van dertig hectare gaat simpelweg niet, en als ik kanonnen inzet die gereglementeerd afgaan, krijg ik problemen met bepaalde buurtbewoners wegens geluidsoverlast. Gevolg? Kraaien, kauwen en eksters krijgen vrij spel, en ik moet dat met lede ogen aanzien.’
Luchtballonnen
‘De volgende twee, drie weken zijn cruciaal’, zegt ook Bert Geurts, landbouwer uit Riemst. ‘Ik ga binnenkort op zestien hectare erwten zaaien en als het regent kunnen die in een paar dagen uitschieten. Een feestmaal voor de duiven, die massaal uit de lucht vallen, soms met honderden tegelijkertijd.’
Geurts zegt van alles al geprobeerd te hebben –van wapperende linten en kanonnen tot luchtballonnen met ogen op getekend– maar enkel bestrijding van jagers helpt effectief, zegt hij uit jarenlange ervaring. ‘Als ik trouwens een geschoten duif open snijdt, zit de krop vol met erwtenbladeren. Ik kan de kapotte percelen trouwens niet herinzaaien, dus dat betekent minder opbrengsten voor mij en een geringere productie voor de consument. Geen gunstige evolutie.’
Geurts, naast landbouwer ook varkensboer, wijst daarnaast op de blijvende noodzaak van beheer van everzwijnen, en dan vooral in de provincie Limburg. ‘Gelukkig zitten de populaties nog niet in de buurt van Riemst. Maar als die ooit naderbij komen, vrees ik het ergste. En niet vergeten: de dreiging van de Afrikaanse varkenspest blijft de veeteeltsector in haar greep houden. Dus ook vanuit dat opzicht blijft jacht nodig, om de aantallen zo laag mogelijk te houden en bij ingrijpen bij een mogelijke uitbraak niet voor een onmogelijke taak te staan.’
Bij Hubertus Vereniging Vlaanderen, die het initiatief van bevoegd minister Zuhal Demir toejuicht om bij het Nationaal Crisiscentrum voor een uitzondering te pleiten voor bijzondere jacht en bestrijding, stromen ondertussen massaal foto’s binnen van everzwijnen die ongestoord velden en akkers vernietigen.
Golfterrein kapot
Wildschade betreft niet alleen (potentiële) voedselwaren, maar evengoed ook privé-eigendommen en recreatiegebieden, zoals het golfterrein in Tielt-Winge, Vlaams-Brabant. Als valkenier bestrijdt Peter Van Kets er normaal gezien de kraaien. ‘In de grond zitten engerlingen, hun favoriet voedsel. De vogels pikken in de aarde en maken daardoor allemaal putjes en woelen op die manier het gras om. Maar in dit geval gaat het om een speciaal soort gras: een green herstellen kost vijfduizend euro, en het golfterrein van 63 hectare telt negentien holes, dus reken uit. Ik heb het Agentschap voor Natuur en Bos gecontacteerd, maar mijn vraag voor bestrijding viel onder een niet-essentiële verplaatsing. Dus kunnen de eigenaars nu niets doen. Die kosten komen bovenop het gebrek aan inkomsten.’
Natuurschade
Joep Grosemans, een jager uit Limburg, wil ook de ecologische impact van het verbod onder de aandacht brengen. Minstens even belangrijk, zegt hij. Daarvoor verwijst hij naar het gebied waar hij ganzen beheert. ‘De WBE waaraan ik verbonden ben, heeft op dat vlak een goede samenwerking opgebouwd met het Agentschap voor Natuur en Bos. In de vallei leven namelijk bedreigde soorten zoals de grote modderkruiper en de boomkikker. Maar die raken in de problemen als te veel ganzen de omgeving verzuren door wat ze achterlaten aan mest. En ook niet vergeten: zeker Nijlganzen kunnen pesterig uit de hoek komen, waardoor soorten zoals de bergeend zich niet gaan nestelen in de site. Dat allemaal valt onder natuurschade.’
Gedachtenwissel
Woensdag staat een ‘gedachtenwissel’ op de agenda in het Vlaams parlement, specifiek over ‘de impact van de coronacrisis op de beleidsdomeinen Leefmilieu en Natuur’, aldus de website van het Vlaams parlement.