Uiterlijk en voedsel
De Europese otter is een marterachtige die net zoals andere soorten in deze familie (steenmarter, bunzing,…) vijf tenen afdrukt in de modderige rivieroevers waar je hem kan vinden. Ze hebben zwemvliezen tussen de tenen. Otters hebben een bruine pels met een grijze onderzijde. Volwassen exemplaren meten tussen de 100 en 140 cm, inclusief hun kegelvormige staart die 35 tot 50 cm lang kan zijn. Qua lengte zijn ze dus vergelijkbaar met een bever maar ze zijn veel slanker gebouwd (7-12 kg) om behendig te kunnen jagen in het water. Mannetjes zijn doorgaans forser dan vrouwtjes. In het aangezicht van de otter vind je hun neus, ogen en oren in één vlak staan.
Otters eten per dag 1 kilogram vis, met een voorkeur voor kleinere exemplaren van 10 tot 25 cm groot. Deze prooien vangen ze in het water en eten ze op het droge op. Je kan dus wel eens prooiresten van een otter vinden op de oever. Maar net zoals andere roofdieren zijn het opportunisten die pakken wat ze kunnen: amfibieën, exotische krabben of rivierkreeften, grote waterinsecten, zelfs ratten of jonge watervogels. Als ze het te pakken krijgen zullen ze het met smaak opeten. In Vlaamse wateren zijn nog veel ongezonde chemicaliën te vinden (zoals zware metalen, PCB’s en PFAS). Deze vervuiling vinden we ook in vissen. Door het eten van vis gaan deze schadelijke stoffen zich opstapelen in de otter. Dit proces heet bio-accumulatie en heeft negatieve gevolgen op de gezondheid en voortplanting van de otter.
Gedrag, voortplanting en populatie
Otters zijn nachtactief, je zal er dus niet snel één overdag zien zwemmen. Overdag bevinden ze zich op een dagrustplaats, beschut door dichte vegetatie. Ze verzorgen dan hun vacht die evenveel haren bevat op 1 cm² als op het hoofd van een mens. Deze dichte vacht hebben ze nodig om warm te blijven in het koude water, ze hebben namelijk geen grote vetlaag. Otters leven solitair en zijn territoriaal. Ze verdedigen hun groot territorium van wel 20 tot 40 km oeverlengte of rond de 25 km² aan nat habitat. Ze komen dus van nature voor bij lage densiteit. Otters maken hun aanwezigheid duidelijk aan de hand van hun uitwerpselen die we spraints noemen.
Otterspraints hebben een kenmerkende geur en dienen als boodschap voor soortgenoten of andere dieren zoals de vos. Ze leggen lange afstanden af binnen hun territorium. Dit doen ze door langs de oevers te lopen. Loopt een oever niet verder onder een brug dan zullen ze ervoor kiezen de weg over te steken. Dit is gevaarlijk en maakt dat ze vaak het slachtoffer worden in het verkeer. In Nederland sterft jaarlijks 25% van de otterpopulatie in het verkeer. Om dit in Vlaanderen te vermijden leggen we droge faunapassages of loopplanken aan zodat de otter veilig de oever verder kan volgen.
Het territorium van een mannetje overlapt met dat van meerdere vrouwtjes. Ze kunnen zich het hele jaar door voortplanten, maar de meeste otterjongen worden geboren in het voorjaar. De moeder trekt dan weg van de rivieren naar een beschutte plaats waar ze niet gestoord wordt door soortgenoten. Op dit moment zijn ze erg gevoelig voor verstoring door recreanten of loslopende honden. Otters krijgen 2 à 3 jongen per worp.
In Vlaanderen stierf de otter uit in de jaren 1980. Sindsdien zijn er enkele waarschijnlijke waarnemingen geweest van otter(sporen). Het was echter pas in 2012 dat we de otter op een cameraval te zien kregen in Broek De Naeyer. Sindsdien hebben we weet van enkele gevestigde individuen. Dat otters zich weer vestigen in vlaanderen is goed nieuws, het toont dat het beter gaat met onze waterlopen. Er werd een soortenbeschermingsprogramma (SBP) voor de otter opgesteld dat in december 2022 werd goedgekeurd door de minister en loopt gedurende vijf jaar.
Het SBP streeft naar een goede staat van instandhouding van de otter in Vlaanderen. Door infrastructurele knelpunten te ontsnipperen en leefgebied te creëren willen we de terugkeer van de otter aanmoedigen. Inspanningen die we leveren voor de otter hebben ook positieve gevolgen voor verschillende andere soorten. Het Agentschap voor Natuur en Bos coördineert ook het Interregproject Otter over de grens. Dit is een samenwerking tussen 16 Nederlandse en Vlaamse partners die zich inzetten voor de terugkeer van de otter. Heb je een otter of sporen (pootafdrukken, prooiresten, spraints) gezien? Meld dit dan via waarnemingen.be.
Soortenbeschermingsprogramma (SBP) otter
Het soortenbeschermingsprogramma voor de otter kent drie focusgebieden: De Scheldevallei, de gebieden rond de Antitankgracht, en de Maasvallei. In deze regio’s werden verschillende verkeersknelpunten aangeduid die nu opgelost worden zodat otters en andere dieren zich veilig kunnen verplaatsen. Vervolgens wordt er ook aan herstel en inrichting van natte natuur gedaan. Zo wordt er leefgebied voor de otter en andere dieren en planten gecreëerd. Deze natte natuur werkt ook als spons voor een betere waterhuishouding, legt koolstof vast en dient als natuurlijke airco. De inspanningen die we leveren voor de otter zijn dus ook goed voor de mens.
Het SBP voorziet ook in innovatief onderzoek. Over heel Vlaanderen worden vissen onderzocht om de vervuilingsgraad in de prooien van otters te kennen. Om een beter idee te krijgen over de verspreiding van otter in Vlaanderen maken we gebruik van eDNA onderzoek. Otters laten sporen van hun DNA achter in het water die we met nieuwe technieken kunnen detecteren.