Met de oprichting van een Jachtfonds door de Vlaamse Regering kan de jachtsector nog meer projecten financieren die inzetten op biodiversiteit en natuurbehoud.
Vrijdag keurde de Vlaamse Regering de regels rond de werking van het Jachtfonds goed. Een grote stap in het verder professionaliseren en stroomlijnen van de sector. Maar misschien nog belangrijker: het merendeel van de middelen dient vooral om concrete projecten te ondersteunen die inzetten op biodiversiteit en wildbeheer. ‘Dat maakt de jachtsector tot een volwaardige natuurbeheerder’, aldus Geert Van den Bosch, directeur van Hubertus Vereniging Vlaanderen.
In het Jachtfonds komen voortaan de opbrengsten van de jachtverloven, de openbare jachtverpachtingen, aangevuld met het inschrijfgeld van het jachtexamen. In het verleden verdwenen die middelen in een algemene pot. Dat ze nu terugstromen naar de sector vindt Hubertus Vereniging Vlaanderen dan ook niet meer dan logisch.
In totaal gaat het jaarlijks om een bedrag van twee miljoen euro. 495.000 euro zal het Agentschap voor Natuur en Bos gebruiken om de praktische organisatie van de jacht te optimaliseren, het examen te organiseren, en het toezicht te verscherpen.
300.000 euro dient om de dagelijkse werking van Hubertus Vereniging Vlaanderen naar de toekomst toe te verankeren. De organisatie, met ruim 7500 leden, wil daarbij vooral inzetten op het vergroten van de expertise op het veld, en op het begeleiden van de lokale jager.
De rest van het bedrag wordt gereserveerd voor projecten rond duurzaam faunabeheer van de jachtwildsoorten en hun leefgebieden. Een Centraal Comité, met vijf vertegenwoordigers uit de jachtsector en zes van de overheid, toets daarbij de voorstellen die breed kunnen gaan: van predatorencontrole tot bijvoorbeeld het uitproberen van nieuwe maatregelen tegen wildschade. Iedereen kan projecten indienen, zolang die een duidelijke link met het jachtwild tonen.
‘Het jachtfonds verhoogt de slagkracht van de jachtsector’, zegt Van den Bosch in een eerste reactie. ‘Het geeft de mogelijkheid om nog beter het beheer van populaties te kunnen regelen. De goedkeuring van de Vlaamse Regering zie ik daarnaast ook als een soort erkenning voor het vele werk dat jagers dagelijks doen voor de samenleving en dat vaak onzichtbaar blijft, zoals het bestrijden van wildschade, of zoals het bestrijden van exoten die inheemse dierensoorten bedreigen.’
Overigens, aldus Van den Bosch: de beslissing van de Vlaamse Regering ligt volledig in de lijn met de algemene aanvaarding van de jacht in Vlaanderen. 44 procent van de Vlamingen vindt namelijk dat de politiek het jagen op wild niet mag verbieden, en 35 procent zegt zelfs dat de politiek de jager nog meer verantwoordelijkheid mag geven, in tegenstelling tot 17,6 procent tegenstanders. ‘In tegenstelling tot wat sommigen beweren is voor de jacht zowel politiek als maatschappelijk een breed draagvlak’, concludeert Van den Bosch.